Restauratie Sint-Ursulakerk Lanaken-Centrum

Een beetje geschiedenis

De huidige kerk werd gebouwd op bijna dezelfde plaats als de voorgaande kerk, zij het wel in een andere richting. Een houtskooltekening van deze vroegere kerk bevindt zich in ons parochiecentrum.

De plannen van de huidige kerk werden opgesteld door de heer Jamine, een architect uit Hasselt. Het metselwerk werd vanaf 1860 uitgevoerd door aannemer Hustinx van Lanaken en kwam klaar in 1862, terwijl het dak in 1863 werd geplaatst.

De gebrandschilderde glasramen werden geplaatst door de firma Carpontier van Brussel. Deze ramen werden bekostigd door vooraanstaande families van onze gemeente. Onderaan deze ramen zijn de namen van de schenkers vermeld. O.a. Koning Leopold I heeft bij gelegenheid van zijn bezoek in 1864 aan de kerk een raam geschonken.

In 1867 werd de haan op de kerktoren geplaatst.

De kruisweg is het werk van Jan Willem Rosier, een Lanakenaar (geboortehuis langs de Jan Rosierlaan). Hij werkte eraan van 1880 tot 1889 en de kruisweg werd in 1889 ingehuldigd.

De preekstoel werd geschonken door de toenmalige voorzitter van de kerkraad nl. A. Paulussen en was het werk van het atelier Cornelis Janssen uit Sint-Truiden waar ook o.a. het hoofdaltaar en 2 biechtstoelen vervaardigd werden. De eiken balustrade van het doksaal, achteraan in de kerk was eveneens een ontwerp van Cornelis Janssen en werd geplaatst door schrijnwerker-aannemer Rosier uit Lanaken, vader van de schilder Jan Rosier. Het orgel op het doksaal is vervaardigd door de firma Scheyven uit Brussel.

Het orgel in het zuidelijke transept werd in de jaren 70 van de 20ste eeuw aangekocht bij Verschueren te Tongeren.

Voorbereidingsfase

De restauratie van de huidige kerk kent al een lange geschiedenis. Een eerste aanzet om het inwendige van de kerk te verfraaien werd genomen door het parochiaal feestcomité in de jaren 80 en 90. Met de opbrengst van acties zoals “frankskes leggen” en “kevertreffen” werd de restauratie van de kruisweg, een kunstwerk van Jan-Rosier, meegefinancierd en de restauratie werd uitgevoerd in Sint-Truiden.

Voor een volledige restauratie van de kerk echter ontbraken op dat ogenblik de financiële middelen. De toenmalige burgemeester deed aanvankelijk het voorstel om jaarlijks een bepaalde toelage aan de kerkfabriek te geven om zodoende geleidelijk aan de kerk terug in orde te brengen. Daar er echter problemen waren met het uit de grond opstijgend vocht en ook wegens de slechte toestand van het dak werd er besloten toch al het herstel aan te vatten. Er werd uitgekeken naar een bevoegd architect voor dergelijk werk. In 1989 viel de keuze op de heer De Poorter, wonende in Linden. Als referentie voor zijn aanstelling werd verwezen naar zijn restauratie van de parochiekerk thans museumkerk te Rekem.

Vochtwering en herstelling dak

De eerste herstelwerken hadden als doel water en vocht buiten te houden. Daarom moesten er in de buitenmuren gaten geboord waarin een vochtwerend product onder druk werd gespoten. Van het dak werden de slechte stukken hout weggenomen en vervangen door nieuw hout. Ook werden slechte leien vervangen door nieuwe. In 1993 werd ook de overhellende toren terug rechtgezet. Dit scheef staan van de toren was o.a. een gevolg van een aardbeving. Als laagste onderschrijver kreeg de firma Jamar van Herk-de-Stad de werken op 18 mei 1990 toegewezen.

Klassering van de kerk als beschermd monument

Tijdens de voorbereiding en samenstelling van het dossier voor het eerste herstel was men niet bij de pakken blijven zitten. Er werd een dossier samengesteld en ingezonden om de klassering van de kerk te bekomen.

Op 1 september 1994 werd er een gunstig gevolg gegeven aan dit verzoek. Deze klassering als beschermd monument was van groot belang voor onze gemeente en voor de kerkfabriek gezien de subsidies die dergelijke klassering met zich meebrengt, nl. een toelage van 60% door de Vlaamse Gemeenschap, 20% door de Provincie en 10% door de Gemeente. De overige 10% is in principe ten laste van de kerkfabriek.

Deze subsidiering had wel voor gevolg dat een hele administratieve weg diende afgelegd vooraleer tot verwezenlijking te kunnen overgaan, nl. het opstellen van een dossier, het indienen ervan bij de verschillende instanties, het opvragen van offertes langs de bouwkroniek, het toekennen van de werken en ten slotte de uitvoering.

Tussenstappen

In afwachting van de grote restauratie gebeurden enkele realisaties die de moeite waard zijn om te vermelden. In de zomer en najaar van 1997 werd in de middenbeuk en in de twee kruisbeuken door onze DAC-ers een houten vloer gelegd. Ook werden 320 nieuwe stoelen geplaatst. Dit gaf aan onze kerk ook een warme en aangename sfeer en de houten vloer zorgde voor minder last van koude voeten in de winter. Dit werd volledig met eigen middelen gerealiseerd (giften, collecten, tombola “School en Kerk”). Ondertussen werd er ook een spoedprocedure opgezet voor de restauratie van de koorschilderingen, zo niet zou er van de mooie Guffenswerken niet veel meer overblijven. Mevrouw Vanthillo (Limburgse Monumentenzorg) heeft hiervoor tijd noch moeite gespaard. In de zomer van het jaar 2000 werden deze restauratiewerken deskundig uitgevoerd door twee dames uit het Antwerpse, nl. Veerle Gullikers en Linda Beernaert-Metten, in onderaanneming van de firma Verstraete & Vanhecke uit Wilrijk. De Vlaamse gemeenschap subsidieerde deze werken voor 90% en het verschil tussen de werkelijke kostprijs en de bekomen subsidie werd bijgelegd door het parochiaal feestcomité.

Ook werd in augustus 2000 een nieuwe bliksembeveiliging geplaatst. De oude beveiligde immers niet meer de gehele kerk. De nieuwe beveiliging werd geplaatst door de firma Heleblitz uit Moerkerke.

In de loop van 2001 werden ten slotte nog twee schilderijen uit de 17de eeuw gerestaureerd, nl. “de gedaanteverandering van Jezus” en “Elisabeth van Hongarije”. Beide schilderijen waren een tijdje spoorloos, maar werden na het opstellen van een inventaris bij toeval teruggevonden. Beide verkeerden in erbarmelijke toestand en waren dringend aan herstelling toe. Deze herstelling gebeurde door de n.v. Salvartes uit Leefdaal. Voor de bekostiging zorgde het feestcomité voor het deel dat na de subsidie restte.

En nu de grote restauratie

De buitenmuren

De tweede grote fase voorzag in een grondige behandeling van alle buitenmuren en een herstelling van de glasramen De gevelwerken hielden ondermeer in: het reinigen van de volledige buitenmuur, de vervanging van losliggende of loskomende bakstenen, natuurstenen en mergelstenen, het uitschrapen en vernieuwen van slecht voegwerk en tenslotte het geheel bestrijken met een vochtwerend middel. Deze werken werden toegekend aan de firma Renotec uit Geel met aanvangsdatum 16 september 2002.

De glasramen

De restauratie van de gebrandschilderde ramen bestond uit het volledig uitnemen van alle glasramen om ze in het atelier grondig te herstellen of ontbrekende delen aan te vullen of te vernieuwen. Na het terugplaatsen van de ramen werden er bovendien ter bescherming voorzetramen geplaatst. De herstelling van de glasramen werd toegekend aan de firma Vandekerckhove uit Ingelmunster.

De verwarmingsinstallatie

De oude verwarmingsinstallatie op gasolie was dringend aan vernieuwing toe ook om in de toekomst de gerestaureerde kerk in een behoorlijke toestand te kunnen houden. Hiervoor werd een dossier opgesteld en werden langs de bouwkroniek offertes opgevraagd. De firma L.P.S. Klimatechniek van Sint-Truiden kreeg tenslotte de opdracht toegekend om de oude installatie te vervangen door een installatie op gas.

De elektrische installatie en de geluidsinstallatie

Vooraleer aan de binnenschildering te beginnen diende de volledige elektrische installatie vernieuwd te worden om te voldoen aan de huidige voorschriften van veiligheid. Hiervoor diende de oude bekabeling volledig vervangen te worden samen met de hierop aangesloten armaturen. Deze opdracht werd uitgevoerd door de firma Thelmo uit Hasselt.

Ook de geluidsinstallatie werd volledig vernieuwd met nieuwe luidsprekers, micro’s en versterker.

Het priesterkoor en de preekstoel

De preekstoel werd in de jaren 60 verplaatst naast het priesterkoor. In overleg met Monumentenzorg werd echter besloten de preekstoel terug in het middenschip te plaatsen, waar hij beter tot zijn recht komt. Ook de houten vloer van het koor had een deel van zijn stevigheid verloren en daarom werd besloten tot het plaatsen van een verhoogde stenen vloer. Na het opvragen van offertes werd de uitvoering toegekend aan de firma Mesotten van Lanaken.

De binnenschildering

Vooraleer de beschildering aan een firma toe te kennen werd al in het begin van de jaren 2000 een uitvoerige studie gemaakt van de originele beschildering zodat met de terugkerende sjablonen en kleuren kon rekening worden gehouden bij de nieuwe beschildering. Dit onderzoek werd toevertrouwd aan Elisabeth Geukens. De voorkeur werd gegeven aan het gebruiken van de warme kleuren van de oude beschildering zodat de neogotische stijl van de kerk beter tot uiting kwam. Na ook voor de beschildering langs de bouwkroniek offertes opgevraagd te hebben werd de beschildering toegekend aan de firma n.v. ASVD Darcis uit Alken met aanvangsdatum 15 maart 2010.

Brand en diefstalpreventie

Om voor de verzekering in orde te zijn werd een firma aangesteld die de apparatuur kon aanbrengen voor brandbeveiliging en voor diefstalpreventie. Voor deze kus werd de firma Ardovlam aangesteld omwille van de gunstige blokprijs.

De omgeving van de kerk

Tijdens de restauratie werd ook de omgeving van de kerk aangepakt. Hiervoor werden enkele tuinspecialisten aangeschreven en werd tenslotte de inschrijver met de laagste prijs aangeduid als uitvoerder nl. Miermans van Zutendaal. Eveneens werden enkele grafstenen tegen de noordelijke zijgevel van de kerk geplaatst, geïntegreerd in de omgevingswerken.

De weekkapel en de sacristie

Bij het onderzoek in de kerk naar de oude beschildering kwam men tot de vaststelling dat in de linker achteringang in de ruimte een muur was opgemetseld. Achter deze muur was een ruimte met boven een vals plafond een mooie beschildering van de tenhemelopneming van Maria en ook 7 prachtige medaillons over de sacramenten. De beschadigde gedeelten werden gerestaureerd en de ruimte werd met een Sint-Ursulamotief aangekleed. Deze ruimte werd alzo omgevormd tot een toekomstige sfeervolle weekkapel.

De vloer van de sacristie was ook aan vernieuwing toe evenals allerlei versleten meubilair. Er werd daarom besloten ook de sacristie te verfraaien met een herstelde houten vloer en nieuw meubilair om de gewaden en het materiaal in onder te brengen.

Tenslotte het koormeubilair

Het altaar was in de jaren 60 gemaakt van de oude communiebanken met erop een bovenblad. Deze communiebanken werden nu ook op advies van monumentenzorg, geplaatst vóór de 2 zijaltaren en daarom is uitgekeken naar nieuw meubilair voor het koor. Na vele bezoeken aan andere kerken en vele besprekingen werd besloten een houten altaar te plaatsen met een voet waarin aan de 4 zijden telkens 3 kolommen uitspringen, een uitbeelding van de 12 apostelen.

Ook is gekozen voor 2 nieuwe lezenaars, een credenstafel, stoelen voor de bedienaars van de eredienst en ook een staander voor het plaatsen van het evangelieboek. Als deze attributen vormen een geheel met het altaar.

Aan de ene kant van het koor stond reeds de arduinen doopvont en aan de andere kant werd nu het schrijn van Sint-Ursula op een nieuwe arduinen voer geplaatst. Deze bemeubeling van het priesterkoor is een werk van atelier Arte Grosse van Brugge.

Om het koormeubilair te bekostigen deden verschillende aangesproken sponsors hun bijdrage en ook de parochianen deelden in de kosten.

Varia

Voor herstelling en aanpassingen aan de lambriseringen en de preekstoel werd beroep gedaan op Van Dooren uit Lanaken en de sokkels voor de heiligenbeelden werden gemaakt door R. Dirix & Zn van de Waterstraat te Lanaken.

Dankwoord

In de beginfase werd de restauratie uitgevoerd in opdracht van de toenmalige kerkraad met o.a. voorzitter van de kerkfabriek A. Bijnens, de secretaris A. Vaes en de penningmeester J. Bobbaerts. In de vervolgfase werd de restauratie uitgevoerd in opdracht van de huidige kerkraad met als voorzitter H. Simons, de penningmeester M. Ignoul, de secretaris M. Quax en de leden H. Geurts, G. Bijnens en pastoor E.H. J. Vanderlee.

Onze parochie dankt de Vlaamse Gemeenschap, de provincie en onze gemeente voor de subsidies voor deze restauratie, dankt ook Monumenten en Landschappen voor de raadgevingen en zeker ook de sponsors en de steunende parochianen waarbij het Parochiaal Feestcomité niet mag vergeten worden.

De voorzitter van de kerkraad mag zeker afzonderlijk vermeld worden omwille van de vele contacten met architect en aannemers tijdens de wekelijkse werfvergaderingen en ook de penningmeester dient een vermelding omwille van de vele extra financiële beslommeringen veroorzaakt door deze restauratie.

Een bijzondere dank gaat ook uit naar onze koster W. Geraerts die de kerk als zijn tweede huis beschouwt en alle moeite heeft gedaan om alles zover mogelijk in orde te brengen.

Ten slotte een hartelijk dankwoord aan het comité dat zich de viering van de restauratie en van het 150 jarig bestaan van de kerk heeft ter harte genomen.

Marcel Quax – 30 april 2011