Goud, wierook & mirre

Kerstekindje – dekenaat GenkEen kind, het is oneindig veel waard,
heel zeker in de ogen van ouders en grootouders.

Voor de samenleving ligt dit net iets anders.
Zoals de beurskoersen schommelt daar
de waarde van een mensenkind.

Ben je knap en hooggeschoold dan stijgt je waarde.
Ben je kort geschoold of zie je er vreemd uit,
iets te donker of wat te dik: dan daalt je waarde.
Anders zijn doet je ook niet in waarde stijgen:
anders-geaard, anders-mobiel of andersvalide.

Ben je nog geen dertig, ga je voluit voor je werk
en kan je vooral het geld laten rollen:
dan kan je waarde tot ongekende hoogte stijgen.
Arm, bestaansonzeker of failliet:
dan ben je in waarde gedaald tot niets.

Zoals dat Kerstekind,
voor Maria en Jozef oneindig waardevol,
maar in de ogen van de wereld
betekende dit Kind helemaal niets.
Een stal om in te wonen, een kribbe om te slapen;
het Kindje Jezus had helemaal niets.

“Toch is dit Kind en elk mensenkind,
meer waard dan al het goud van de wereld.
Want ieder kind is een kind van God.”
Dat is de boodschap van de drie wijzen uit het oosten.

Daarom gaven de wijzen goud.
Want geld moet er zijn, voldoende om van te leven.
Voor het goede leven is het niet enkel goud dat telt.
Mirre schonken ze om te helen en te genezen,
voor de kwetsuren opgelopen in het mensenverkeer.
Tot slot wierook.
Omdat ieder mens – hoe onbeduidend ook –
respect, waardering en eer verdient.

Maar informatie over wierook kun je hier vinden.