Waken, wachten en slapen | weekend 11-12 november

de tien bruidsmeisjes – dekenaat Genk

Het zal met het Rijk der hemelen zijn als met tien meisjes die met hun lampen uittrokken, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren dom, de andere vijf verstandig.

Want de domme namen wel hun lampen mee, maar geen olie; de verstandige echter namen met hun lampen tevens kruiken olie mee. Toen nu de bruidegom op zich liet wachten, dommelden zij allen in en sliepen. Maar midden in de nacht klonk er geroep: Daar is de bruidegom! Trekt hem tegemoet! Meteen waren al de meisjes wakker en maakten hun lampen in orde. De domme zeiden tegen de verstandige: Geeft ons wat olie, want onze lampen gaan uit. Maar de verstandige antwoordden: Neen, er mocht eens niet genoeg zijn voor ons en jullie samen. Gaat liever naar de verkopers en haalt wat voor jezelf. Maar terwijl zij onderweg waren om te gaan kopen kwam de bruidegom, en die klaar stonden, traden met hem binnen om bruiloft te vieren; en de deur ging op slot. (Matteüs 25, 1-10)

De parabel heeft het over tien bruidsmeisjes die waken, wachten en slapen terwijl de tijd verloopt. Het is de manier van wachten die hen dwaas en wijs maakt. De dwaze meisjes laten het wezenlijke, wat nodig was om bruidsmeisje te zijn, thuis: voldoende olie. Ze hebben alleen aandacht voor wat ze zullen krijgen, niet wat van hen gevraagd wordt. Op hen kan maar een korte tijd gerekend worden: ze hebben geen aandacht voor de kleine dingen. Ze slapen in met olieloze lampen, het wordt donker rondom hen, ze missen de Heer, zijn feest, de toekomst.

Goed voorbereid zijn

De wijze meisjes hebben het voornaamste niet vergeten: olie, en genoeg. Ze zijn voorbereid, ze zijn dankbaar voor wat ze zullen krijgen, op hun dienst kan gerekend worden, ze willen het feest niet in het donker zetten door hun nalatigheid. Ze zitten eveneens vol geloof in de toekomst, want ze geloven sterk dat ze lampen en olie nodig zullen hebben: het feest gaat zeker door.

Voor velen is het leven geen feest meer. Vele mensen maken van hun gelovig leven geen feest meer. Ze hebben misschien meer aandacht voor het voordeel dat ze eruit kunnen uithalen, niet voor wat het van hen vraagt. Ze zijn niet bestand tegen de tijd, met hun pover geloof. Er is het werk, er zijn de zorgen, de problemen en tegenvallers. Alles wordt grauw. De lampen van hun leven gaan uit, er is geen olie, (geloof en gebed) om ze te laten branden. Ze verwachten niet veel meer van het leven, van het komen van de Heer.

Je verantwoordelijkheid opnemen

En wij? Nemen wij onze verantwoordelijkheid op. Zijn wij er ons nog van bewust dat er op ons gerekend wordt, opdat het feest van Christus met zijn kerk kan doorgaan?  

De Godslamp in onze kerken is een teken van ons geloof, dat wij nooit alleen zijn: Hij is er, Hij komt elk ogenblik, met licht en warmte. Aan die ene lamp ontlenen wij het licht en de warmte van ons christen-zijn. Christenen zonder olie zijn christenen die weinig verwachten en weinig doen om de Heer te ontmoeten. 

Liefdevolle God, 
U zoekt ons op, midden in de nacht.
Ook als wij niet aan U denken, 
zal U ons nooit vergeten.
Wij bidden U: 
verlicht ons leven met uw wijsheid, 
schenk ons uw trouwe liefde,
maak ons tot waakzame en toegewijde mensen, vandaag en alle dagen dat wij leven mogen. Amen.

diaken Julien