Waardig werk voor iedereen | weekend 14-15 december

Waardig Werk 2024 – dekenaat Genk

De mensen stelden aan Johannes de Doper de vraag: ‘Wat moeten wij dan doen?’ Hij gaf hun ten antwoord: ‘Wie dubbele kleding heeft, laat hij delen met wie niets heeft en wie voedsel heeft, laat hij hetzelfde doen.’ Er kwamen ook tollenaars om gedoopt te worden en ze vroegen hem: ‘Meester, wat moeten wij doen?’ 

Hij zei hun: ‘Niet méér vragen dan voor u is vastgesteld.’ Ook soldaten ondervroegen hem: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Hij antwoordde: ‘Niemand uitplunderen, niemand iets afpersen, maar tevreden zijn met uw soldij.’ (Lucas 3, 10-14)

We zijn halverwege de advent. We maken ons hart klaar om Kerstmis vieren, om ons opnieuw te laten raken door het wonder van God die ons zo menselijk nabij wil zijn. Vandaag op deze derde adventzondag, krijgt de vreugde reeds even de overhand, want we weten waar onze verwachting zal in uitmonden: we zullen weer Kerstmis mogen vieren, God zal ons ook dit jaar weer beloven: “Ik ben er voor jou, Ik sta aan je zijde, altijd” …

Gods geliefde kinderen

In de eerste lezing hoorden we hoe de profeet Sefanja, die zijn boek lang niets anders heeft gedaan dan het volk veroordeeld omdat ze Gods droom uit het oog zijn verloren, plots alle registers van belofte en vreugde opentrekt. Pas in de laatste regel verwoordt hij de bron van zijn hoop en zijn vreugde: “wij zijn Gods geliefde kinderen”. Daarom is het onmogelijk dat God zijn mensen ooit laat vallen, hoe bont wij het ook maken.  
En de profeet voegt eraan toe: “Steek de handen uit de mouwen”! Het is een logische beweging: als we ons diep van binnen laten raken door Gods visioen, als dat ons mag beroeren … dan komen we in beweging, dan willen we daaraan meewerken.
Dat is wat er ook gebeurt met de toehoorders van Johannes de Doper in het evangelie. Ze laten zich raken door de toekomstdroom die Johannes verwoordt: “God komt bij ons wonen; het staat op het punt te gebeuren”…
En dan vragen ze automatisch: “Wat moeten we doen?”, “wat kunnen wij doen?”. En Johannes antwoordt. Hij vraagt van hen geen revolutionaire dingen, maar wel haalbare stappen, vertaald naar ieders situatie toe.

Wat kunnen wij daarvoor doen?

Welzijnszorg pleit deze Advent voor ‘waardig werk voor iedereen’. Het is een goed onderbouwde campagne. Als wij ons hierdoor laten raken, komt als vanzelf de vraag: “Wat kunnen wij daarvoor doen?”.
Om te beginnen: ons laten raken door het lot van armen; weigeren het normaal te vinden dat mensen uit de boot vallen.
Vervolgens onze levensstijl aanpassen; niet meehollen met elke rage, geloven dat minder meer kan zijn.

Gods visioen

En ten derde: bisschop Schruers zei steevast “elke christen zou minstens één arme als vriend moeten hebben. Dan krijgt armoede een gezicht en een naam. Dan spreek je niet meer over problemen, maar over medemensen. En dat verandert alles …”
De Bijbel vertelt over hoe mensen in het verleden God hebben ervaren. Maar als we daarbij blijven steken dan blijft het een verhaal van lang geleden en ver van hier.
In de Bijbel spreekt God ook vandaag tot ons: zo wordt het verhaal actueel.
Maar de Bijbel houdt ons zeker ook een toekomstdroom voor ogen: Gods visioen over mens en wereld. Als wij ons hierdoor laten raken, ervaren we vreugde en komen we in beweging, dan steken we de handen uit de mouwen en doen we wat we kunnen om onze wereld te laten groeien in de richting van Gods wereld.

Licht in onze handen

God van Advent, God die naar ons toekomt,
zegen onze handen met uw Licht.
Maak onze handen teder en fijngevoelig, 
zorgzaam en attent.
Zet ons aan tot concreet handelen, 
tot kleine daden van solidariteit.
Laat ons inspelen op uw Visioen over mens en wereld,
als Bron van hoop en nieuw leven. Amen

deken Luc Herbots