Waar is de kerststal en de kribbe met de os en de ezel gebleven? | 24-25 december

In die tijd werd er een bevel van keizer Augustus bekendgemaakt. Hij wilde alle inwoners van het Romeinse rijk laten tellen. Het was de eerste keer dat dit gebeurde. Het was in de tijd dat Quirinius de provincie Syrië bestuurde. Iedereen moest geteld worden in de plaats waar zijn familie vandaan kwam. Daarom gingen alle mensen op reis. Ook Jozef moest op reis. Hij ging van Nazareth in Galilea naar Bethlehem in Judea.

Want hij kwam uit de familie van David, en David kwam uit Bethlehem. Jozef ging samen met Maria naar Bethlehem. Maria zou met Jozef gaan trouwen, en ze was zwanger. Toen Jozef en Maria in Bethlehem waren, werd het kind geboren. Het was Maria’s eerste kind, een jongen. Maria wikkelde hem in een doek, en legde Hem in een voerbak voor de dieren. Want er was voor hen nergens plaats om te slapen. (Lc. 2,1-7)

Voel je al wat het probleem is? Waar is de kerststal en de kribbe met de os en de ezel gebleven? In het evangelie is er nergens sprake van een herberg, van een stal of van een kribbe met een os en een ezel.

Kataluma

Dat er geen sprake is van een herberg, is goed nieuws voor alle herbergiers. Want daardoor worden zij vrijgepleit van een zekere hardvochtigheid die sinds eeuwen op hen rustte: geen geld, dus geen verblijf. Het Griekse woord ‘kataluma’ wordt traditioneel vertaald met ‘herberg’. Maar het woord betekent niet specifiek herberg. Het heeft een veel algemenere ruimere betekenis: ‘een plek om te verblijven of een onderkomen’. Vandaar dat er voor Jozef en Maria nergens plaats was om te slapen.

Niet enkel is er in het kerstverhaal geen sprake van een herberg, maar ook niet van een stal. Die vertrouwde stal kom je nergens in de evangelies tegen. Die is er pas veel later als het ware er omheen gebouwd, door niemand minder dan de heilige Franciscus van Assisi. Hij is de uitvinder van de kerststal. We weten zelfs het precieze jaartal. In 1223 werd de eerste kersstal gebouwd. 

Kerststal

In 1223 bracht Franciscus van Assisi een bezoek aan de toenmalige Paus Honorius III. Franciscus stelde de paus voor om een kerststal te maken. De paus ging akkoord en Franciscus ging weer terug naar zijn eigen woonplaats, het bergdorpje Greccio. Op kerstavond kwam hij daar aan. Met behulp van een bevriende kunstenaar maakte hij een voederbak. Hij groepeerde er omheen: een levende os en ezel en spelers verkleed als Jozef en Maria. 

Die os en die ezel waren een leuke vinding van de heilige Franciscus. Want ook de os en de ezel komen niet voor in de evangelies. Ze komen uit het Oude Testament, uit het Bijbelboek Jesaja. Daar zegt God: “Ik heb kinderen grootgebracht en opgevoed, maar zij zijn van Mij afvallig geworden. Een rund kent zijn eigenaar en een ezel de voederbak van zijn meester, maar Israël heeft geen begrip, mijn volk geen inzicht.” (Jesaja 1:2-3) 

De bedoeling van de profeet Jesaja is duidelijk. Het rund en de ezel worden tot voorbeeld gesteld. Zij weten immers waar ze vandaan komen, wie hun heer is, wie de boer is, wie hen voedt. De dieren weten het wel, maar de mensen, zij weten dat niet. Zij willen hun meester, God, niet meer kennen. God heeft hen grootgebracht, maar zij hebben God verlaten, als een ondankbaar kind. Dat is de betekenis van het rund en de ezel bij Jesaja.   

De os en de ezel zijn als het ware een doordenkertje van Franciscus van Assisi: “Wie is de echte heer en meester in jouw leven?” Misschien wel geld en gewin? Of misschien roem en eerzucht? Of misschien macht en heerszucht? Misschien zijn dat de reële meesters in jouw leven? Maar dat kleine Kerstekindje Jezus, wie is Hij voor jou? Heeft Hij enige betekenis voor jou?” 

Kribbe

Die laatste vraag brengt ons bij de kribbe; of beter gezegd de voerbak voor dieren. Het woord ‘kribbe’ heeft doorheen de tijd een té romantische betekenis gekregen: een knus gezellig strooien bedje voor het kindeke Jezus, dat met open armpjes naar ieder van ons reikt. Zelfs in het liedje van Urbanus van Anus klinkt het heel romantisch, als hij zingt: ‘Jezuke is geboren in een bakske vol met stro.’ 

Een voerbak – uitgehouwen uit een rots – is heel wat ongezelliger, harder en vooral koud. Een voerbak klinkt veel ruwer. Ook de oudste kerstvoorstellingen in de christelijke kunst getuigen hiervan. Op de eerste kerstvoorstellingen is Jezus meestal te zien als een minivolwassene gewikkeld in doeken, alleen, liggend op een altaar. Een tafereel dat eerder verwijst naar de dood van Jezus dan naar zijn geboorte. Elke romantiek is hier uit de menswording van God met Kerstmis verdwenen. De harde realiteit is: dat de Redder van de wereld de eerste uren van zijn leven doorbrengt in een voerbak voor dieren. 

Erg welkom was de Redder van de wereld niet. De evangelist Johannes omschrijft in het begin van zijn evangelie deze onheuglijke situatie als volgt: “Het ware Licht, dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld. Hij was in de wereld; de wereld was door Hem geworden, en toch erkende de wereld Hem niet. Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet.”

Kerstmis is anno 2022 een gezellig familiefeest geworden. Daar is niets verkeerd mee. Maar is Jezus werkelijk welkom in onze westerse samenleving? Wordt Hij in onze cultuur nog aanvaard als de Redder van de wereld, als een Vorst van vrede? 

God van liefde, 
de hemel raakte de aarde 
toen in de stilte van de eerste kerstnacht 
herders in de velden het goede nieuws vernamen: 
het kind uit Maria geboren 
wordt een teken van Gods menslievendheid.
Help ons elkaar gelukkig te maken.
Doe ons zorgzaam omgaan met 
al wie geen aanzien heeft en
niet meer in de goedheid van het leven kan geloven.
Doe ons geen onrecht dulden of 
heenstappen over elk aangedaan leed.
Maar leg de kerstvrede in ons hart;
omwille van de geboorte van Jezus, 
uw Zoon en onze Heer.
Amen.