Vrede zij u | weekend 26-27 april

ongelovige Thomas – dekenaat Genk

In de avond van die eerste dag van de week, toen de deuren van de verblijfplaats der leerlingen gesloten waren uit vrees voor de Joden, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Na dit gezegd te hebben toonde Hij hun zijn handen en zijn zijde. De leerlingen waren vervuld van vreugde toen zij de Heer zagen. Nogmaals zei Jezus tot hen: “Vrede zij u. Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend Ik u.” 

Na deze woorden blies Hij over hen en zei: “Ontvang de heilige Geest. Aan wie ge de zonden vergeeft, zijn ze vergeven, en aan wie ge ze niet vergeeft, zijn ze niet vergeven.”
Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen, toen Jezus kwam. De andere leerlingen vertelden hem: “Wij hebben de Heer gezien.” Maar hij antwoordde: “Als ik niet in zijn handen het teken van de nagelen zie en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik het niet geloven.” Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Vervolgens zei Hij tot Tomas: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde, en wees niet langer ongelovig, maar gelovig.” Toen riep Tomas uit: “Mijn Heer en mijn God!” Toen zei Jezus tot hem: “Omdat ge Mij gezien hebt, gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.” Nog vele andere tekenen heeft Jezus gedaan in het bijzijn van zijn leerlingen, welke niet in dit boek zijn opgetekend, maar deze hier zijn opgetekend, opdat gij moogt geloven, dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en opdat gij door te geloven leven moogt bezitten in zijn Naam.  
(Johannes 20,19-31)

Bang, verward, verdrietig

Mensen die bang zijn, houden hun ramen en deuren goed dicht. En jammer genoeg is dat tegenwoordig gewoon noodzakelijk met wat je allemaal leest en hoort. Oudere mensen vertellen wel eens dat dit vroeger niet zo was, je hoefde geen schrik te hebben dat er ingebroken werd. Ook in de Kerk zijn er doorheen de tijd bange mensen geweest die het liefst de ramen en deuren dicht hielden. Angst is nooit een goede leermeester. En ook het evangelie vertelt ons vandaag het verhaal van Jezus’ leerlingen die zich opgesloten hadden: bang, verward, verdrietig, met de vraag: wat nu?

Zijn twijfels zijn onze twijfels

Na Goede Vrijdag waren de leerlingen diep ontgoochelde mensen. Zij hadden Jezus, hun Vriend en Meester, op het kritieke moment in de steek gelaten. Zij waren gevlucht. En dan komt Jezus binnen en zegt: “Vrede zij u.” Thomas was er niet bij toen Jezus aan zijn leerlingen verscheen en hij wilde het niet geloven. Thomas had ruzie gemaakt met zijn vrienden, het was één tegen allen geweest. Maar wij kunnen hem wel begrijpen, want zijn twijfels zijn ook die van ons. 

Eerst betasten en zien

In ons leeft ook die nuchterheid van Thomas: “Hoe kan de verrijzenis nu waar zijn? Beelden wij ons niets in? Waar zijn de bewijzen? Eerst betasten en zien, en dan misschien geloven!” Thomas vertegenwoordigt die nuchtere mens die in elk van ons zit. Wij geloven ook vaak alleen maar wat wij zien, wat we kunnen controleren en bewijzen. En al de rest is inbeelding, bestaat niet echt! En acht dagen later verschijnt Jezus weer en is ook Thomas erbij. Jezus toont de tekenen van zijn  wonden en Thomas komt tot geloof. En hij spreekt deze prachtige geloofsbelijdenis uit: “Mijn Heer en mijn God”. 

Sterk paasgeloof

Hoe zit het eigenlijk met ons geloof? Zitten wij nog veilig in ons eigen wereldje, met de deuren en ramen van ons hart op slot? Of zet ons paasgeloof ons in beweging? Het paasgeloof in ons zou aanstekelijk moeten werken, het moet zo sterk in ons aanwezig zijn dat het anderen begeestert en bezielt, we moeten het met alle mensen van goede wil delen. 

Goede God en Vader, geef mij de moed om de wonden van medemensen aan te raken en laat mij in hen Uw Zoon Jezus herkennen. Doorheen onze barmhartigheid en zorg wilt U ons en onze tijdgenoten doen opstaan uit cynisme, ontgoocheling of angst. Maak ons tot mensen van vertrouwen, die zoals de apostel Paulus kunnen belijden: ‘Mijn Heer en mijn God’. Amen.

diaken Julien Beckers