Voedsel voor onze ziel | weekend 17-18 augustus

In die tijd zei Jezus: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald. Als iemand van dit brood eet, zal hij leven in eeuwigheid. Het brood dat Ik zal geven, is mijn vlees, ten bate van het leven der wereld.”  

De Joden geraakten daarover met elkaar in twist en zeiden: “Hoe kan Hij ons zijn vlees te eten geven?” Jezus sprak daarop tot hen: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als gij het vlees van de Mensenzoon niet eet en zijn bloed niet drinkt, hebt gij het leven niet in u. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag. Want mijn vlees is echt voedsel en mijn bloed is echte drank. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt, blijft in Mij en Ik in hem. Zoals Ik door de Vader die leeft, gezonden ben en leef door de Vader, zo zal ook hij die Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood, dat uit de hemel is neergedaald. Het is niet zoals bij de vaderen, die gegeten hebben en niettemin gestorven zijn: wie dit brood eet, zal in eeuwigheid leven.” (Johannes 6, 51-58)

Broodrede

In hoofdstuk zes van het Johannesevangelie staat de broodrede. Zo zegt Jezus in steeds nieuwe formuleringen: “Ik ben leven-gevend brood”. Een mens heeft brood nodig om te leven. We hebben voedsel nodig voor ons lichaam. Maar wij mensen hebben ook voedsel nodig voor ons hart en voor onze ziel. Ieder mens draagt in zich een verlangen om lief te hebben. Ieder mens wil van zijn leven iets moois maken. Ieder mens wil voluit gaan voor zijn idealen. Maar de beslissende vraag is: “Hoe hou je dat vol?”

Jezus zegt: “Ik kan je daartoe de kracht, de moed en de energie schenken”. Op onze weg van het christen-worden ontdekken we Jezus meestal eerst als een voorbeeld. We kijken op naar de manier waarop Hij in het leven stond en willen zoals Jezus leven, zijn voorbeeld navolgen.

Tochtgenoot en vriend

Als je zo die weg van Jezus probeert te gaan, kan je ontdekken: “Ik ben niet alleen. Het is net alsof Iemand met mij meegaat”. Zo kan je Jezus leren kennen als een Tochtgenoot en een Vriend. Christen-zijn wordt dan: met Jezus door het leven gaan.

Dan kan je ooit de ervaring hebben: “Het beste van mezelf, mijn verlangen om lief te hebben; dat is zo mooi en zo rijk dat het helemaal van mezelf is maar tegelijkertijd mezelf overstijgt”. Je kan dan stilaan ontdekken: ‘Jezus leeft in mij’. Dan wordt christen-zijn: vanuit Jezus leven, leven vanuit zijn kracht.

Dit is uiteindelijk het mysterie dat we in elke eucharistieviering beleven. We geloven dat Jezus aanwezig komt in het brood en de wijn op het altaar en dat we Hem bij de communie in het diepste van ons hart mogen ontvangen. Mogen we dit geheim steeds dieper leren kennen en er steeds intenser uit leven!

God, Vader in de hemel,
Gij hebt uw Zoon in deze wereld gezonden
als leven gevend brood voor ons bestaan.
Wij vragen U:
vermeerder ons geloof;
dat wij Hem erkennen
als de Gids en Leidsman die met ons gaat,
en die ons voedt en sterkt op onze weg naar U.
Amen.