Pastoor Jef Willen
Met de plechtige-communicanten van 7 mei 1944 vierde hij te Lanaken zijn zeventigste verjaardag en hij zal binnenkort naar zijn geboortedorp Buggenhout (bij Dendermonde) trekken om datzelfde feest daar met zijn jaargenoten van 1932 over te doen.
Veldwezelt – juli 2003
Pastoor Jef is sinds juni in Veldwezelt – terug van weg geweest – en tracht nog steeds – met gunstig resultaat – te herstellen van de spraakstoornissen, opgelopen ten gevolge van een hersenletsel, in maart jongstleden. Toen de hulpbisschop bij een ziekenbezoek aan pastoor Jef de vraag stelde of hij wat méér had gebeden toen deze tegenslag hem overkwam, antwoordde de pastoor: “Niet speciaal dat ik mij herinner, Monseigneur. Waarom zou ik? Ik heb al zeventig jaren lang prima kunnen spreken. Wat mij betreft, is het goed geweest … en wat ik nog ooit zal kunnen, zal ik maar dankbaar aanvaarden als een toegift daarbovenop!”
Geboren aan de Schelde, getogen aan de Maas
Over zijn kindertijd vertelt pastoor Jef Willen: “Ik ben geboren – als zevende van acht – in de gendarmerie van Buggenhout in oostelijk Oost-Vlaanderen op 22 september 1932 en ’s anderendaags aldaar gedoopt in de St.-Nicolaaskerk. Begin 1937 trokken wij allen met onze vader-rijkswachter mee naar Tongeren. Daar deed ik in ’39 mijn eerste communie in de basiliek en daarna verhuisden wij in het oorlogsjaar 1942 naar de Heuvelstraat te Lanaken. Je voelt het al aan … in de voorbije zeventig jaren zou ik – tot op vandaag – telkens moeten wennen aan een nieuwe, andere thuis in een vreemde omgeving.”
Negen jaren Sint-Truiden
Na zijn plechtige communie in de St.-Ursulakerk op 7 mei 1944 , werd de tiener Jef als intern-student in het kleinseminarie te Sint-Truiden ingeschreven. Eerst maakte hij in september nog de indrukwekkende bevrijding van Lanaken mee door de Amerikaanse tanks. Daarom konden de vier Lanaker studentjes pas in oktober aan de slag in het voorbereidend jaar voor de Latijns-Griekse humaniora in de Trudostad.
“We bleven daar ongeveer twee maanden voordat wij terug voor een ‘sortie’ of ‘vakantie’ naar huis mochten.” zet de pastoor zijn verhaal voort. “In die tijd werd je volgens het reglement streng aangepakt. Die tijd is niet te vergelijken met zoals het er nu aan toegaat in het middelbaar onderwijs! Je had er als student niet de minste inspraak! Blinde gehoorzaamheid was de geenszins te betwisten boodschap …”
Luik en Aalst
Na het laatste jaar moesten de rederijkers in 1951 een keuze maken. De jonge Jef koos voor het priesterschap, volgde twee jaren Wijsbegeerte aan hetzelfde kleinseminarie en daarna vier jaar Godgeleerdheid in het grootseminarie te Luik. Tussendoor deed hij anderhalf jaar verplichte legerdienst ( lichting 1954) als geestelijke-brancardier in opleiding te Aalst en als verpleger in het militair ziekenhuis Saint-Laurent te Luik. Pastoor Jef werd uiteindelijk in de kathedraal van Luik tot priester gewijd door Mgr van Zuylen – toen hulpbisschop van Luik – op zondag 8 december 1957.
En toen begon de verhuis …
Hier begint het boeiend reisverhaal van de pastoor: “Mijn eerste benoemingen kreeg ik eerst in 1958 als nieuwbakken priester-leraar en prefect van het externaat aan de het St.-Jan Berchmanscollege te Genk en daarna in 1961 aan het kleinseminarie te St.-Truiden. Dit internaat was mij bekend vanuit mijn eigen studententijd en oud-professors van mij werden er mijn confraters. Voorheen als stroper, nu als boswachter … en de beste stropers worden de beste boswachters!”
En om een heel lang verhaal kort te maken: toen de moeder van de pastoor in 1963 stierf, trok hij naar de bisschop met de vraag om ergens kapelaan te mogen worden. Dat werden achtereenvolgens de twee centrumparochies (in 1964) in Bree Sint-Michiel en (in 1965) te Genk Sint-Martinus. Zo konden vader Willen en zus Godelieve met hem mee naar Bree. De vader van de pastoor stierf in 1972 in de kapelanij te Genk. De pastoor: “In het Jaar van het Dorp 1978 werd ik voor het eerst pastoor in het kerkdorp van Zichen-Bolder (Riemst). Na vier jaar en vier maanden Zichen verhuisde ik naar de stadsparochie Sint-Maternus (Paspoel) te Tongeren en in juni 1990 kwam ik terecht in de pastorij van Veldwezelt als moderator van de federatie Veldwezelt-Gellik-Kesselt.” Hier woont pastoor Jef nu al ruim twaalf jaren.
Van vele markten thuis
Pastoor Willen heeft naast zijn werkopdracht als priester vele andere eigentijdse pastorale initiatieven genomen. In de parochies van Genk, Zichen-Zolder en Tongeren richtte hij als dirigent telkens een gemengd liturgische zangkoor op. Bij de lokale zender Riemst verzorgde hij een ‘pastoraal radiouurtje’en langs de piratenradio Tongeren werd hij gekend als programmamaker onder de schuilnaam van Pol Pase (afgeleid van zijn ‘Paspoel’-parochie). Van bisschop Heusschen kreeg hij toen de opdracht een ‘Limburgse Pastorale Radiodienst’ uit te bouwen en werd hij lid van de Interdiocesane Raad voor Media en Cultuur in Brussel. Bij de oprichting van TV-Limburg werd pastoor Jef lid van deze tv-adviesraad als afgevaardigde van het bisdom. Tevens werd de sportieve Genker kapelaan – voorzitter van Genk V.V. – lesgever bij het Bloso en gedurende zevenentwintig jaren docent ‘Sportethiek’ en ‘Vergader- en Gesprekstechniek’ aan de KBVB-voetbaltrainersschool van Genk.
Hij leve lang!
Zo is hij op vele plaatsen in Limburg gekend als lesgever, parochiepriester, radioman en dirigent. Eigenlijk is de zeventigjarige Jef reeds vijf jaar pensioengerechtigd. Daarom zei iemand het hem onlangs zó: ‘Wij zijn blij dat gij – ondanks alles! – toch nog naar Veldwezelt teruggekeerd zijt!” Pastoor Jef, van harte een goeddoende verjaardag toegewenst!