Tweede adventszondag: open je ogen | weekend 7-8 december

Open je ogen – dekenaat Genk

Hij die na mij komt, is sterker dan ik,
en ik ben niet waardig Hem van zijn sandalen te ontdoen.
Hij zal u dopen met de heilige Geest en met vuur. 
(Matteüs 3*)

Deze adventsdagen kijken we uit naar de komst van Jezus. In het donker van ons bestaan brengt Hij ons licht. Paus Franciscus roept ons op om te groeien in heiligheid. Wij mogen ons openstellen als een akker die vrucht wil dragen. Dit weekend is het thema: “open je ogen”!
In de eerste lezing kijkt Jesaja in een bange tijd met Gods ogen: zo schildert hij ons een visioen van vrede. In het Evangelie nodigt Johannes de Doper ons uit om onze blik te richten op Jezus, Gods gezalfde …

In die tijd trad Johannes de Doper op en predikte in de woestijn van Judea: “Bekeer u, want het Rijk der hemelen is nabij.” Deze tocht is het die de profeet Jesaja bedoelde, toen hij zeide: ‘Een stem van iemand die roept in de woestijn: Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht.’
(Matteus 3,1-3)

Advent is een tijd van verwachting. Een verwachting die veel dieper ingrijpt dan bijvoorbeeld het wachten op wat de goede Sint brengt. Het wachten op geschenkjes en verrassingen brengt weliswaar een zeker spanning in ons leven. Maar dit verwachten is toch van een andere orde dan het verwachten van een goddelijk Kind.

Geschenkjes verwachten ligt in het verlengde van ons menselijk begeren; het uitkijken naar wat ‘ons hartje begeert’. Een goddelijk Kind verwachten ligt daarentegen in het verlengde van bekering. De keerzijde van de adventsverwachting is de bekering. Zonder bekering is er geen adventsverwachting. Zonder bekering kan het Kerstekind niet in ons leven aanwezig komen. Vandaar de oproep van Johannes de Doper in het evangelie: “Bekeert u want het rijk der Hemelen is nabij.” Jezus en het Rijk van zijn hemelse Vader kunnen maar nabij komen doorheen bekering. Naast ‘verwachting’ is ‘bekering’ één van de meest centrale begrippen in het evangelie.

Bekeren is de richting van je hart veranderen. Zo verandert bijvoorbeeld bij ‘ het verliefd worden’ het hart plots en heftig van richting. Het hart van de verliefde is dan geheel en al bij de geliefde, bij die andere en niet bij jezelf. De verliefde leeft dan op een roze wolk. En wanneer een vrouw van een kindje in verwachting is; dan is heel haar hart toegekeerd naar dat kleine wezentje in haar schoot. Een gelijkaardige beweging maakt ons hart ook in de religieuze bekering door. De richting van ons hart gaat dan uit naar Gods liefde.

Goede God, bij de aankondiging van de engel aan Maria dat ze zwanger zou worden veranderde de richting van haar hart. Met heel haar wezen keek ze uit naar de geboorte van haar Zoon. Het deed haar van vreugde jubelen. Verander ook de richting van ons hart. Doe ons in liefde toekeren naar alles wat klein en kwetsbaar is in het leven. Vervul ons hart met vreugde nu wij uitkijken naar Kerstmis, de geboorte van Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer.

God van belofte, in deze donkere dagen van het jaar,
mogen wij tekenen zien van uw komst.
Wij bidden U: open onze ogen,
zodat in ons hart uw kracht ontwaakt
en wij mee kunnen werken aan de nieuwe wereld die U belooft,
deze advent en alle dagen van ons leven.