Rijkdom en zure gezichten | weekend 9-10 oktober

Toen Jezus zich weer op weg begaf, kwam er iemand aanlopen die zich voor Hem op de knieën wierp en vroeg: “Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?”

Jezus antwoordde: “Waarom noemt ge Mij goed? Niemand is goed dan God alleen. Ge kent de geboden: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand te kort doen, eer uw vader en uw moeder.” Hij gaf Hem ten antwoord: “Dat alles heb ik onderhouden van mijn jeugd af.” Toen keek Jezus hem liefdevol aan en sprak: “Een ding ontbreekt u: ga verkopen wat ge bezit en geef het aan de armen, daarmee zult ge een schat bezitten in de hemel. En kom dan terug om Mij te volgen.” Dit woord ontstelde hem en ontdaan ging hij heen, omdat hij vele goederen bezat. Toen liet Jezus zijn blik gaan over zijn leerlingen en zei tot hen: “Hoe moeilijk is het voor degenen die geld hebben het Koninkrijk Gods binnen te gaan!” De leerlingen stonden verbaasd over wat Hij zei. Daarom herhaalde Jezus: “Kinderen, wat is het moeilijk het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Voor een kameel is het gemakkelijker door het oog van een naald te gaan, dan voor een rijke in het Koninkrijk Gods te komen.” (Marcus 10, 17-25)

Vlaanderen is één van de rijkste en welvarendste regio’s van de wereld. We staan er zelden bij stil. Want het is voor ons een vanzelfsprekendheid geworden. Ondanks een hoge kansarmoede van om en bij de 15% van de bevolking is de meerderheid van de bevolking in Vlaanderen rijk. We zijn rijk, dit willen we niet altijd gezegd hebben, maar toch is het zo. Het evangeliewoord van vandaag is daarom rechtstreeks op vele Vlamingen van toepassing. We mogen het woord ‘rijke’ in het evangelie gerust vervangen door het woord ‘Vlaming’. Dan klinkt dit woord als volgt: “Het is voor een kameel gemakkelijker om door het oog van de naald te gaan, dan voor een Vlaming in het Koninkrijk Gods te komen.”

Zuurtegraad

Zulk een hertaling drukt ons meteen met onze neus op de feiten. Samen met Jezus’ leerlingen mogen we hierover ontsteld en verbijsterd zijn. “Wie kan dan nog gered worden?” “Kunnen wij Vlamingen wel gered worden?” Immers de zuurtegraad in onze samenleving is en blijft bijzonder hoog. Met ‘zuurtegraad’ wordt het volgende bedoeld: objectief gezien is Vlaanderen nog nooit zo welvarend geweest als vandaag en toch is er overal een sluimerend gevoel van ontevredenheid. We hebben het nog nooit zo goed gehad als samenleving en toch lopen wij met z’n allen met zure gezichten rond. Inderdaad het Rijk van God lijkt in Vlaanderen nog niet direct aangebroken te zijn. We zijn zuurpruimen geworden. Voor zuurpruimen is er weinig plaats in Gods rijk van liefde.

Geschokt en verontrust mogen wij ons afvragen: “Zal onze samenleving van jaar tot jaar niet zuurder worden?” en “Is er nog redding voor onze samenleving?” Velen, op de eerste plaats de pessimisten, zullen op deze vragen ‘ja’ antwoorden. 

Niets is onmogelijk

Jezus’ antwoord is echter heel verrassend: “Voor God is er niets onmogelijk”. Plots neemt de discussie een geheel andere onverwachte wending. Inderdaad, een rijke kan zichzelf niet redden uit het drijfzand van zijn rijkdom. Net zomin als iemand zichzelf aan zijn haren uit het moeras kan trekken. Toch is het voor de rijke, in tegenstelling tot wat zijn leerlingen dachten, geen verloren zaak. Want elke kleine beweging van inkeer volstaat om Gods barmhartigheid in zijn volheid te mogen ervaren. Want voor God is niets onmogelijk. Dit gold voor de rijke uit het evangelie, maar ook voor ieder van ons, voor iedere Vlaming. 

Goede God, breng ons tot ommekeer: dat onze aandacht niet op de eerste plaats gaat naar het verwerven van rijkdom, maar naar medemensen in moeilijke omstandigheden. Laat dit de weg zijn om in het Koninkrijk Gods te komen. Amen.