Raak mijn wonden aan | weekend 10-11 april

Tomas, een van de twaalf, ook Didymus genaamd, was echter niet bij hen, toen Jezus aan de leerlingen verscheen. De andere leerlingen vertelden hem: “Wij hebben de Heer gezien.”

Maar hij antwoordde: “Als ik niet in zijn handen het teken van de nagelen zie en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik het niet geloven.” Acht dagen later waren zijn leerlingen weer in het huis bijeen, en nu was Tomas er bij. Hoewel de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, ging in hun midden staan en zei: “Vrede zij u.” Vervolgens zei Hij tot Tomas: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde, en wees niet langer ongelovig, maar gelovig.” Toen riep Tomas uit: “Mijn Heer en mijn God!” (Johannes 20, 24-28)

Na Pasen herkenden de leerlingen Jezus. Tussen het leven na Pasen en het leven voor Pasen zit er – ondanks de dood van Jezus – een grote continuïteit. Voor Pasen heeft Jezus vaak met zijn leerlingen maaltijd gehouden. Na Pasen herkenden de twee leerlingen, die op weg waren naar Emmaüs, Jezus aan het breken van het brood. 

Voor Pasen had Jezus tijdens zijn optreden vele zieken aangeraakt. Hij had zijn leerlingen als een dienaar de voeten gewassen en hen opgeroepen om dienaren van elkaar te worden. Voor Pasen predikte Jezus: ‘Wat ge aan de minste van de mijnen hebt gedaan, heb je aan mij gedaan.’ Na Pasen kunnen we Jezus blijvend ontmoeten doorheen de dienstbaarheid aan medemensen. In het nabij zijn en het aanraken van de wonden van gekwetste medemens ontmoeten we de Verrezen Heer. Daarover gaat de dialoog tussen Jezus en Thomas, toen Jezus na Pasen te midden van zijn leerlingen kwam. Jezus vraagt aan Thomas om zijn wonden aan te raken. In het aanraken van de wonden herkent Thomas Jezus, als zijn Heer en God. 

Twee grote wegen liggen na Pasen steeds opnieuw open om de Verrezen Heer te ontmoeten.

Sacramenten

Enerzijds is er de weg van de sacramenten, in het bijzonder de eucharistie. Het is de weg die de Emmaüsgangers zijn gegaan. Zij herkenden de Heer bij het breken van het brood, zoals ook wij in elke eucharistie de Heer mogen ontmoeten in het breken van het brood. De maatregelen ter bestrijding van het coronavirus Covid-19 maakt het onmogelijk om als parochiegemeenschap samen te komen om de Verrezen Heer te ontmoeten in de eucharistie. Deze leegte en gemis zullen we nog een tijd moeten doorstaan.

Zorg voor de medemens

Er is echter ook nog een tweede weg om de Verrezen Heer te ontmoeten, even reëel als de weg van de eucharistie. Die tweede weg is de weg van de apostel Thomas. We herkennen en ontmoeten de Verrezen Heer in het aanraken van de wonden van gekwetste medemensen. We mogen de Heer vandaag ontmoeten en herkennen in het aanraken van de wonden en het lijden van deze wereld. Het coronavirus Covid-19 brengt heel veel lijden mee: lichamelijk ziek zijn, werkloosheid, faillissementen, eenzaamheid, wanhoop, psychisch lijden …  Christenen zijn geroepen om de wonden aan te raken van hen die ziek zijn, werkloos, failliet, eenzaam of wanhopig. 

Het christendom ontplooit zich altijd opnieuw langs deze twee wegen: de weg van de sacramenten en de weg van de zorg voor de kleine gekwetste medemens. Eucharistie vieren is Pasen vieren. Maar Pasen voltrekt zich ook, wanneer de Verrezen Heer gelovigen doet opstaan tot zorg, medeleven en medelijden met elkaar. Daarom mogen we te midden van de coronapandemie hoopvol zijn en zingen: ‘De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja, halleluja; de nacht des doods voorbijgegaan, halleluja, halleluja.’

Goede God, in het paasfeest vieren wij dat er een weg is voorbij het kwaad en de dood, ook voorbij het lijden omwille van de coronapandemie. Jezus, uw Zoon, is die weg van dood naar verrijzenisleven als eerste gegaan. Dat heeft ook de apostel Tomas mogen ontdekken. In het aanraken van de wonden mocht hij delen in de opstanding van Jezus, uw Zoon. Amen.