ere-pastoor Jaak Martens
Op 15 januari overleed ere-pastoor Jaak Martens, op 87-jarige leeftijd.Hij werd op zaterdag 19 januari vanuit de parochiekerk van Oudsbergen-Opglabbeek begraven.
Na zijn priesterwijding op 8 december 1957 was Jaak gedurende priester-leraar aan het Sint-Jozefscollege te Hasselt. Daarna was hij kapelaan te Opglabbeek en pastoor in de parochie Nieuwe Kempen.
Van 1984 tot 2009 (25 jaar!) was hij pastoor in de parochie Mariaheide te Maasmechelen. In de afscheidsviering spraken Jean en Josiane namens de parochie en de school van Mariaheide volgend dankwoord uit.
Geachte familieleden, geachte parochianen,
We zouden graag een woordje vanuit de parochie en de school van Mariaheide tot u richten. Mijnheer pastoor Jaak Martens was 25 jaar lang de pastoor van onze parochie, Mariaheide-Mariahof. Hij kwam aanvankelijk terecht in een voor hem toch wel vreemde wereld. Mariaheide-Mariahof is immers een smeltkroes van culturen. Grote gemeenschappen van Italianen, Polen, Spanjaarden, Turken, Marokkanen, Grieken, Nederlanders leven er vreedzaam en respectvol samen. En al deze gemeenschappen beleven hun eigen cultuur met hun eigen religie. Binnen deze rijke gemeenschap voelde hij zich al vlug thuis en wist bij eenieder en bij elke geloofsgemeenschap, katholiek, orthodox of moslim, respect af te dwingen. Zijn uitvalsbasis was een moderne, hedendaagse kerk, gelegen in een mooi decor, zonder toren, maar wel met een pastoor als een toren. Binnen de katholieke Vlaamse gemeenschap was hij een echte pastoor. Charismatisch in zijn vieringen, een leider van ‘zijn’ kerk. Hij stond erop dat de kerk altijd open was, iedereen moest, als er behoefte was, terecht kunnen bij Maria, de patrones van de parochie. ’s Morgens, voor dag en dauw opende hij de kerk, en ’s avonds voor het slapengaan ging hij ze sluiten. En, er zat ook wel altijd iemand in de kerk, of om te bidden, of om te bezinnen, of on eens tot rust te komen of gewoon in de hoop dat mijnheer pastoor even passeerde voor een babbeltje. En met dat openstellen van zijn kerk ging hij heel ver. Toen destijds de jeugdbeweging van Mariaheide nergens terecht kon, loste hij dat simpel op: De jeugdbeweging ging gewoon door in de kerk. En tja, u weet hoe dat gaat met soms 130 kinderen, in de kerk, maar… dat niemand daarover durfde te mopperen, hij stond garant voor de goede gang van zaken.
Mijnheer pastoor stond daarnaast altijd klaar, ook in zijn pastorie, voor eender welke vraag. Iemand laten gaan, zonder een afdoend antwoord, dat hoorde niet. Hij was een grote bezieler van heel wat verenigingen. Hij wist zijn parochianen echt te engageren voor meerdere initiatieven en parochiale organen. Maar ziekenzorg was echt wel zijn ‘dada’. En als de mensen niet meer tot bij hem geraakten, dan ging hij steevast naar de mensen. Er kon geen parochiaan in een ziekenhuis verblijven, of mijnheer pastoor stond erop een bezoek te brengen. Zo hield hij wekelijks al zijn ‘zieke’ patiënten in de omringende ziekenhuizen, maar ook bij hen thuis even gezelschap.
Moeder Maria is niet alleen de patrones van de parochie, het was duidelijk een goddelijke dame waar hij zelf heel veel respect voor had en ook vroeg. Zo leidde hij menige bedevaart in goede banen, zijn Lourdesbedevaarten waren voor vele gelovigen echte periodes om naar uit te kijken en weken van intense beleving.
Mijnheer pastoor was ook de voorzitter van het schoolbestuur. In die hoedanigheid waakte hij mee over het personeelsbestand, het financiële reilen en zeilen van de school, het christelijke pedagogisch project en ‘last but not least’, de infrastructuur. Hij voerde een zware reorganisatie door en wist in moeilijke omstandigheden ‘zijn’ school tot een opnieuw stralend gebouw te renoveren. Daarenboven zocht hij naar samenwerkingsverbanden met andere scholen en werd hij alzo medeoprichter van de grote scholengemeenschap katholiek basisonderwijs Maasmechelen-Zuid.
Na zijn vertrek uit Mariaheide is hij nog heel vaak, zolang het ook maar enigszins ging, terug op bezoek gekomen. Zijn kerk, maar ook het speelplein, bezocht hij trouw enkele keren per jaar. Zelfs als het ‘eigenlijk’ niet meer ging kwam hij toch nog even langs. En de school, waarin vorig jaar ‘zijn’ grote renovatiewerken werden afgerond, heeft hij, gelukkig, nog in haar volle glorie kunnen zien schitteren. Het was een warmhartig moment.
We willen niet onder stoelen of banken steken dat er hier ook een ‘sorry mijnheer pastoor’ op zijn plaats is. De berg op, na uw pensioenstelling vanuit Mariaheide naar Opglabbeek, en later het rusthuis, bleek vaak en voor velen, een te lange, moeilijke te drukke weg. Het contrast tussen de vele bezoeken van u naar alle mensen toe, en de bezoekjes van de mensen richting u na uw verhuis, was heel groot. Een welgemeende sorry daarvoor.
Daarnaast willen we ook de vele parochianen die er nu niet konden bijzijn, velen zijn uw leeftijdsgenoten of nog ouder, verontschuldigen, ze waren hier graag bij geweest.
Ik zou willen eindigen met twee vraagjes: als je straks in de hemel aankomt en indien de mensen mogen kiezen, zou je dan een heel grote kerk kunnen bouwen, want het gaan er veel zijn die bij u in de buurt willen komen rusten? En kun je nog wat plaatsen vrij houden, er zijn er ook nog heel veel die later ook bij je in de buurt willen komen?
Mijnheer pastoor, voor al wat je betekende, voor al wat je gedaan hebt, voor eenieder die je hielp: dikke dikke merci!