Over water lopen | weekend 8-9 augustus
Laten we dit evangelie eens herlezen als het verhaal van ieder van ons, die als christen probeert te leven.
Christen-zijn is: in een bootje stappen, je oriënteren op de woorden en waarden van het Evangelie, en daarmee koers zetten naar de overkant, in het geloof dat dit je leven zinvol en gelukkig maakt.
Dat is zo voor ieder van ons: we zijn gelovig opgevoed, en hebben ook zelf de keuze gemaakt om het geloof een plaats te geven in ons leven.
Het evangelie vertelt dat ieder mens, die dit geloofsavontuur aandurft, vroeg op laat terechtkomt in een storm van duisternis en twijfel: de wind zit tegen, je raakt nog amper vooruit…
Je probeert als christen te leven, maar plots overvalt je de twijfel of je met die zachte waarden wel iets kan bereiken in deze harde wereld …
Of: je hebt je geloof proberen door te geven aan je kinderen, maar die hebben er blijkbaar geen boodschap aan.
Of: iemand van wie je veel houdt wordt ziek en lijdt en – hoe je ook bidt – het gaat van kwaad naar erger.
En het ergste is wellicht nog dit: op dat moment lijken God en Jezus eindeloos ver weg.
Het evangelie getuigt dat mensen net op dat dieptepunt van angst en twijfel, Jezus’ aanwezigheid hebben ervaren.
De kern van hun ervaring is: Jezus laat voelen “Ik ben er”. Dat is de godsnaam “Jahwe”: “ik zal er voor jullie zijn, altijd”. Als we dreigen te verdrinken in onze angsten en twijfels, is er zijn uitgestoken hand.
We kunnen dat ervaren in een luisterend oor van een medemens, een helpende hand, een schouderklop … of in de stilte van ons hart als we ondanks alles proberen te bidden.Hopelijk hebben wij allen ook dit reeds mogen ervaren. Want – zo besluit het evangelie – dan kan je weer verder in je leven, met Jezus mee aan boord. Dan kan je met nieuwe moed en vooral een verdiept vertrouwen je vaart doorheen het leven verder zetten …
Het virus van de hoop
Onmiddellijk hierop dwong Jezus zijn leerlingen in de boot te gaan en alvast naar de overkant te varen, terwijl Hij het volk naar huis zou zenden. Toen Hij het volk had weggezonden, ging Hij de berg op om in afzondering te bidden. De avond viel en Hij was daar alleen. De boot was reeds vele stadiën uit de kust en werd geteisterd door de golven, want zij hadden tegenwind. In de vierde nachtwake kwam Hij te voet over het meer naar hen toe. Maar toen de leerlingen Hem zo over het meer zagen gaan, raakten zij van streek omdat zij een spook meenden te zien en zij begonnen van angst te schreeuwen. Maar Jezus zei onmiddellijk tot hen: “Weest gerust. Ik ben het. Vreest niet.” (Mt. 14,22-27)
De leerlingen hadden tegenwind. Terwijl ze waarschijnlijk na de broodvermenigvuldiging dachten: ‘Nu hebben we de wind mee’. Meer dan vijfduizend mannen, vrouwen en kinderen niet meegerekend, kwamen naar Jezus luisteren. ‘s Avonds waren vijf broden en twee vissen voldoende om die massa eten te geven. Jezus was op het toppunt van zijn succes. Plots uit het niets hadden de leerlingen heftige tegenwind.
Plotse tegenwind, wij kunnen ervan meespreken. Want het ging ons voor de wind. De laatste jaren kende we een constante economische groei. De werkloosheid was laag. Zelfs dat er in België na de verkiezingen van 21 mei 2019 geen regering op de been kwam, kon die groei niet temperen. Plots uit het Chinese Wuhan is er dan het coronavirus Covid-19. Grote delen van de wereld, Europa en België gaan in ‘lockdown’. Iedereen moet in zijn kot blijven. De economie valt stil. De (tijdelijke) werkloosheid stijgt spectaculair. Luchtvaartmaatschappijen en andere bedrijven vragen om overheidssteun. Faillissementen van kleine ondernemingen dreigen. De overheidsschuld, die we nog jaren zullen meetorsen, stijgt spectaculair in alle landen. De exit-strategie uit de lockdown is veel moeizamer dan verwacht. Daarbovenop komt de hoge menselijke tol aan coronadoden en het verdriet van de nabestaanden. Met z’n allen – collectief – hebben we tegenwind. We zitten met z’n allen in hetzelfde schuitje, terwijl de coronastorm de wereld in zijn greep heeft.
De reacties van de leerlingen in de boot zijn ook onze reacties. Ze klampen zich vast aan de boot, beginnen op een bepaald moment spoken te zien en eentje – Petrus – wordt overmoedig.
Deze reacties zien we in de coronacrisis ook terug. We klampen ons vast aan de wetenschap en wetenschappers. Nog nooit hebben wetenschappers en virologen op TV zoveel zendtijd gekregen. Nog nooit hebben ze zo direct kunnen wegen op de politiek en het beleid. In coronatijden geeft dit een houvast. Dat mag. We moeten dankbaar zijn voor de deskundigheid van wetenschappers. Alleen kunnen wetenschappers niet – en serieuze wetenschappers doen dat ook niet – de toekomst voorspellen. Zo moeten we ook dankbaar zijn voor alle medeburgers die strikt de coronamaatregelen naleven, om zo het virus in bedwang te houden. Dit is het beste wat we met z’n allen kunnen doen. Toch geeft dit geen garantie dat in de toekomst het virus niet in volle kracht zal terug komen.
Wanneer de toekomst door de vingers glipt, gaan mensen spoken zien. Allerlei complottheorieën beginnen te circuleren op de sociale media. Zo worden bijvoorbeeld 5-G zendmasten gelinkt aan het verspreiden van het coronavirus. Onzekerheid en onmacht over de toekomst doet mensen niet alleen spoken zien. Onmacht kan ook omslaan in overmoed, zoals bij sommige jongeren: ‘Ik ben jong en gezond, mij kan het virus niet deren. Ik kan ongestoord verder gaan met in groep te feesten.’ Erger nog, onmacht kan zelf omslaan in ‘religieuze overmoed’, verwijzend naar Psalm 91: “Je zult niet vrezen voor de pest die rondgaat in het donker, voor de koorts die uitwoedt in de middag.” (Ps. 91, 6) Zo werd het orthodoxe Holenklooster van Kiev (Oekraïne) zwaar getroffen door het coronavirus, omdat de kloosterleiding hooghartig alle richtlijnen van de overheid naast zich had neergelegd.
Ook al hebben we de toekomst niet in handen, vanuit ons verrijzenisgeloof hebben we één zekerheid: zowel bij voorspoed als bij tegenspoed komt de verrezen Heer naar ons toe. Zoals Hij naar de leerlingen in de boot toekwam bij tegenwind. Zoals Hij naar Maria Magdalena toekwam bij het lege graf. Zoals Hij naar de apostel Thomas toekwam op de achtste dag. Zoals Hij naar de twee leerlingen toekwam op weg naar Emmaüs. Dit naar ons toekomen van de verrezen Heer, schept toekomst en vervult ons van hoop.
Daarom zijn christenen besmet met het virus van de hoop. “Dit is een andere ‘besmetting’, een boodschap die van hart tot hart wordt overgebracht – want elk menselijk hart wacht op dit Goede Nieuws.” Zo klonk het in de krachtige Paasboodschap van paus Franciscus in de lege Sint-Pietersbasiliek in Rome.
Heer Jezus Christus, met z’n allen ervaren we de tegenwind van de Corona-crisis, de zwaksten onder ons nog het meest. Blijf naar ons toekomen met uw boodschap van naastenliefde, opdat we niet terugplooien op onszelf, maar daadwerkelijk solidair zijn met elkaar in deze crisistijd.