Oppervlakkigheid ten top | weekend 30 augustus – 1 september

reine handen – dekenaat Genk

Eens kwamen de Farizeeën en enkele schriftgeleerden uit Jeruzalem bij Jezus tezamen, en zagen dat sommige van zijn leerlingen met onreine, dat wil zeggen, ongewassen handen aten. 

De Farizeeën immers en al de Joden eten niet zonder zich eerst de handen te hebben gewassen met een handvol water, daar ze vasthouden aan de overlevering van de voorvaderen; komen ze van de markt, dan eten ze niet, voordat zij zich gereinigd hebben; zo zijn er nog vele andere dingen waaraan ze bij overlevering vasthouden: het afwassen van bekers, kruiken en koperen vaatwerk. Daarom stelden de Farizeeën en de schriftgeleerden Hem de vraag: “Waarom gedragen uw leerlingen zich niet volgens de overlevering van de voorvaderen, maar eten zij met onreine handen?” Hij antwoordde hun: “Hoe juist heeft Jesaja over u, huichelaars, geprofeteerd! Zo staat er geschreven: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart is ver van Mij. Zij eren Mij, maar zonder zin, en mensenwet is wat zij leren. Gij laat het gebod van God varen en houdt vast aan de overlevering van mensen: kruiken en bekers afwassen en meer van dergelijke dingen doet ge. 
Daarop riep Hij het volk weer bij zich en sprak tot hen: “Luistert allen naar Mij en wilt verstaan: niets kan de mens bezoedelen wat van buitenaf in hem komt. Maar wat uit de mens komt, dat bezoedelt de mens. 
Want uit het binnenste, uit het hart van de mensen, komen boze gedachten, ontucht, diefstal, moord, echtbreuk, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, godslastering, trots, lichtzinnigheid. Al die slechte dingen komen uit het binnenste en bezoedelen de mens.” (Marcus 7,1-8.14-15.21-23)

Geboden en verboden

Het is merkwaardig dat er in elke godsdienst mensen bekoord worden om te leven in verbondenheid met God en een bepaalde manier van samenleven met de mens en de samenleving – waar het toch om gaat – begraven hebben onder tradities, wetten en voorschriften, onder geboden en verboden. Nog zijn er godsdiensten waar het evangelie, dat toch een blijde en bevrijdende boodschap is, dat ons toch moet helpen in het zoeken van wegen naar God, is opgeslorpt door wetten en regels. Ook in onze eigen godsdienst zijn er vele verplichtingen, geboden en verboden die een eigen leven zijn gaan leiden. Mensen gingen vaak gebukt onder de angst van de aardse en helse straffen die verbonden waren aan het niet naleven van de opgelegde wetten en regels. Het was misschien allemaal goed bedoeld, gebouwd op het evangelie, maar het ging meer om het uiterlijke dan om het innerlijke en de weg naar God. 

Oppervlakkige praktijken

In het evangelie oordeelt Jezus over een beleving van de wet die een verstarde godsdienstbeleving was geworden. Vandaag hoeven wij niet meer ons druk te maken over het wassen van vingertoppen of over het afwassen van bekers en kruiken, maar ook vandaag bestaat het gevaar van oppervlakkige praktijken die de deuren tot het echte leven versperren. De vraag die we ons vandaag kunnen stellen is: hoe kijken wij tegen de wetten aan en hoe gaan wij ermee om. Zien we ze alleen maar als een belemmering van onze vrijheid, als een noodzakelijk kwaad of hebben wij ook oog voor het doel ervan: het welzijn van ieder mens, het goed functioneren van de samenleving. Volgen we de regels omdat er alleen maar sancties of straffen aan verbonden zijn, of zijn we ook overtuigd van de zin of het nut ervan. De Kerk moet meer geweten zijn dan wetten. Wetten moeten gedragen worden door liefde en eerbied. De Kerk zou aantrekkelijker worden als ze milder in de wereld zou staan, echt vanuit het evangelie, als ze meer zou leven zoals Jezus wil, vanuit de diepte van het hart. We zijn op de goede weg, maar we zijn er nog niet. 

Hemelse Vader, in de drukte van vandaag en de onzekerheid van morgen zoek ik Uw heilige stilte. Te midden van de wervelwind van zorgen, schenk mij een hart dat rustig en waarachtig is. Zoals een rivier zachtjes naar de zee stroomt, leid mijn geest naar de stille oevers van Uw genade. Geef mij een zuiver hart, opdat ik vredevol en verdraagzaam word voor medemensen. Amen.

diaken Julien Beckers