Op grenzen stoten | weekend 4-5 april

evangeliebezinning als video: geluid aanzetten
Daaronder is een evangelie als tekst te lezen.

Goede Week – dekenaat Genk

Op palmzondag wordt in de zondagsliturgie het passieverhaal voorgelezen: het verhaal van Jezus’ veroordeling, lijden en sterven. Dit jaar is het passieverhaal uit het Matteüsevangelie aan de beurt. (Mt. 26.14-27.66) Op het einde van zijn leven stoot Jezus op een radicale wijze op drie fundamentele grenzen: de grens van de afhankelijkheid, de grens van het kwaad en de grens van de dood.

Ieder mens wil heel graag voluit leven, zonder enige beperking. Daarom kijken we elke jaar opnieuw zo verwachtingsvol naar de lente uit. Want bij het mooie weer kunnen we het huis uit om voluit van het leven te genieten, bijvoorbeeld op een terrasje. Alhoewel het coronavirus dit jaar daar anders over beslist. Het coronavirus stelt grenzen in ons leven. Dat is vervelend. Maar dat is het leven. Ieder mens – die voluit wil leven – stoot vroeg of laat in zijn leven op grenzen. Hij stoot op drie onontkoombare grenzen.

De eerste grens is de grens van de afhankelijkheid. We zien het al bij kleine kinderen: “Neen mama, je mag mij niet helpen, ik kan dat al alleen. Ik ben al groot.” Kleine kinderen, grote kinderen, pubers zij willen groot zijn en vooral onafhankelijk zijn. Dit is voor hen voluit leven. Oudere mensen beseffen echter dat men altijd ten diepste afhankelijk is en blijft van medemensen. ‘Er komt een tijd’ – zo lezen we in de evangelies – ‘dat iemand anders jou zal omgorden en je brengen waarheen je niet wilt.’ Ook Jezus stootte op zijn afhankelijkheid van anderen. Zijn levenslot was afhankelijk van het oordeel van Pilatus, die hem ter dood veroordeelde.

Een tweede grens waarop we in het leven stoten als we voluit willen leven is de grens van het kwaad. We dromen allemaal van een leven van liefhebben, van goedheid, van respect, van zorg, van geluk, van voorspoed … Toch maken mensen elkaar vaak het leven zuur met haat, woede, onrecht, allerlei venijnige dingen. We dromen van levenslang geluk en voorspoed, maar we stoten op het kwaad, in ons en buiten ons. In Jezus’ leven werd dit uitermate zichtbaar op Goede Vrijdag. Hij werd verraden door één van zijn leerlingen, door Judas. Hij werd lichtzinnig veroordeeld door Pontius Pilatus. Vol agressie schreeuwde het volk: ‘Kruisig Hem. Jezus’ leven – dat een en al goedheid was – stoot hier op de grens van het kwaad. 

Tot slotte is er die derde grens waarop wij stoten als wij voluit willen leven: het is de grens van de dood. De grens van de dood is onverbiddelijk en onontwijkbaar. 

‘Betekent deze grens het definitieve einde van alles?’ Deze vraag stelden de leerlingen zich na Jezus’ kruisdood.

Jezus ging op geheel eigen wijze om met die drie grenzen. De grens van de afhankelijkheid, beantwoordde Hij op het kruis met de woorden: “In uw handen Heer beveel ik mijn geest.” In totale onmacht vertrouwde Hij zich geheel en al toe aan de liefde van zijn hemelse Vader. Op een gelijkaardige wijze legde Jezus, op het kruis, al het kwaad dat Hij te verduren had in de handen van zijn hemelse Vader: “Vader vergeeft het hun, want zij weten niet was ze doen?” Dit gebaar om alles, maar dan ook alles, zowel Zijn goedheid, Zijn onmacht als het kwaad dat Hij ondervond, in de handen van zijn hemelse Vader te leggen, maakte Hem vrij. In totale vrijheid en vertrouwen kon Jezus zeggen: “Het is volbracht.” Om vervolgens zijn Geest te geven en te sterven. Want Jezus vertrouwde er onvoorwaardelijk op dat zijn hemelse Vader zijn leven tot voltooiing zou brengen.

Goede God, door het coronavirus worden wij allen geconfronteerd met onze kwetsbaarheid. Deze kwetsbaarheid mogen ook wij, naar het voorbeeld van uw Zoon Jezus, in uw handen leggen. Want Gij zijt een God van levenden, niet van doden. Doe ons met Pasen opstaan om voluit te leven tot in eeuwigheid.