Nieuwe kansen | weekend 5-6 april

Jezus echter begaf zich naar de Olijfberg. ‘s Morgens vroeg verscheen Hij weer in de tempel en al het volk kwam naar Hem toe. Hij ging zitten en onderrichtte hen. Toen brachten Schriftgeleerden en Farizeeën Hem een vrouw die op overspel was betrapt. 

Zij plaatsten haar in het midden en zeiden tot Hem: “Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt, terwijl ze overspel bedreef. Nu heeft Mozes ons in de Wet bevolen zulke vrouwen te stenigen. Maar Gij, wat zegt Gij ervan?” Dit bedoelden ze als een strikvraag in de hoop Hem ergens van de te kunnen beschuldigen. Jezus echter boog zich voorover en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bij Hem aanhielden met vragen, richtte Hij zich op en zei tot hen: “Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.” Weer boog Hij zich voorover en schreef op de grond. Toen zij dit hoorden, dropen zij een voor een af, de oudsten het eerst, totdat Jezus alleen achterbleef met de vrouw, die nog midden in de kring stond. Nu richtte Jezus zich op en sprak tot haar: “Vrouw, waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?” Zij antwoordde: “Niemand, Heer.” Toen zei Jezus tot haar: “Ook Ik veroordeel u niet; ga heen en zondig van nu af niet meer.” (Johannes 8, 1-11)

Met de vinger nawijzen

Wij, mensen, zijn soms hard voor elkaar, kunnen zo moeilijk mild zijn. Wie onder de maat blijft, wie eens een fout maakt, wordt met de vinger nagewezen. Wij denken dat we de rechters zijn van iedereen, want nieuwe kansen geven, aan die, dat kan toch echt niet. Mensen staan graag bij elkaar in een kring. Ga maar eens na als er iets in je straat of buurt gebeurt: een ongeval, diefstal, ruzie. Of ze horen iets van een ander en de commentaren blijven niet uit. En de mens over wie het gaat, staat er een beetje machteloos bij, niet goed wetend wat en hoe. Staan wij soms ook niet mee in die kring? Prikken wij ook soms mensen niet vast op hun verleden? 

Stenen van onbegrip

Ook in het evangelie van dit weekend is er een kring van mensen rond een zondares en ze willen haar stenigen. Zonder verweer is ze overgeleverd aan die menigte. Machteloos staat een mens daar. Stenen van onbegrip, van oordelen, van haat komen op haar leven neer. Maar gelukkig is Jezus er. Hij brengt geen theorie, maar wel de praktijk. “Laat degene onder u die zonder zonden is, het eerst een steen op haar werpen.” Wij komen toch niet bij Jezus om alleen van elkaar vergiffenis te krijgen. Het gaat toch om meer. Want dan zegt Jezus: “Ook ik veroordeel u niet.” Jezus keurt het zondige gedrag van de vrouw niet goed, maar Hij slingert haar geen verwijten naar het hoofd. Hij aanvaardt en bemint haar zoals ze is, Hij behandelt haar met liefde. En dan mag Hij zeggen: “Ga heen en zondig vanaf nu niet meer.”

Bevrijding

Omdat ze met liefde gesproken zijn, kunnen deze woorden bevrijding betekenen. De zondares weet zich door Jezus geëerbiedigd en aanvaard, ze kan met nieuwe moed op weg gaan en proberen niet meer te zondigen. We kunnen in de kring blijven staan, verwijtend en veroordelend. Misschien is het zelfs beter in de kring te gaan staan, dan kan men ook in vrijheid heengaan. Anders bestaat de kans dat wij het evangelie waarmaken, waar er staat: toen zij dat hoorden dropen zij één voor één af. 

Goede God, U handelt niet volgens starre wetten.
U sluit mensen niet op in het verleden, 
maar opent steeds een nieuwe toekomst. 
U bent voor ons een anker van hoop!
Geef ons de moed om ook telkens nieuwe kansen te schenken.
Maak ons barmhartig en mild, naar Jezus’ voorbeeld. Amen. 

diaken Julien Beckers