Niet groter dan een mosterdzaadje | weekend 5-6 oktober

In die tijd zeiden de apostelen tot Jezus:
“Heer, geef ons meer geloof.”
En Jezus antwoordde:
“Al was uw geloof maar zo groot als een mosterdzaadje,
dan zou het groot genoeg zijn
om een boom met wortel en al uit de grond te rukken
en in zee te planten.”  
(Lucas 17*)

Meer geloof … dat kunnen we allemaal gebruiken!
Geloof in de goede kern van elke mens.
Geloof in een goede toekomst voor mens en wereld.
Geloof in onszelf.
Ons geloof hoeft niet af te zijn, zegt Jezus,
met een kleine dosis kan je al heel wat …

Deze evangelieverzen komen op het eerste zicht toch wel ongeloofwaardig over.

Maar wat is geloven? Hoe moet je geloven? In het evangelie geeft Jezus vandaag aan dat je het onmogelijke kunt als je maar een heel klein beetje echt geloof hebt; dat je vanuit je geloof dingen kunt doen waarvan iedereen zegt: dat is onbegonnen werk. Geloven heeft te maken met het maken van een keuze, je laten raken door iemand. Voor christenen is dat Jezus, zijn idealen tot de onze maken. Maar als je echt in Hem wil geloven, moet je wel iets van Hem weten. Alleen als je vol bent van Hem, kun je Hem navolgen en van Hem getuigen.
Geloven is de weg van Jezus gaan. Als je gelovig bent, zou dat te zien moeten zijn in je manier van leven en zijn. Geloven doe je niet alleen op zondag in de kerk, maar daar waar je leeft en werkt. Geloven heeft uiteindelijk ook altijd iets met God te maken. Geloven doe je niet met je hoofd alleen, maar vooral met je hart en je handen. “Geef ons meer geloof”, dat was de grote wens van de leerlingen van Jezus. 
Misschien is het goed dat het ook de wens van ons allemaal zou zijn. Geloven mag niet iets theoretisch zijn, maar het moet richting geven aan ons leven, zin en inhoud. Geloven is op de eerste plaats een werkwoord en een oproep om vanuit de inspiratie van Jezus in het leven te staan. 

“Als ge een geloof had als een mosterdzaadje, zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen: Maak uw wortels los uit de grond en plant u in zee, en hij zou u gehoorzamen.” We zouden onszelf deze spectaculaire vertoning nog niet al te vlug zien doen. En als we het zouden kunnen, we zouden zeker de voorkant van de krant halen. Betekent dit dat ons geloof nog kleiner is dan een mosterdzaadje? Dit is al het allerkleinste zaadje van alle zaden!
Toch doen gelovige mensen in het leven soms heel spectaculaire dingen. Ook al komen deze zaken, hoe spectaculair ze ook zijn, nooit in de krant. Neen, deze zaken komen we meestal te weten op het einde van het leven, wanneer iemand gestorven is en wanneer de balans van het leven wordt opgemaakt. Dan horen we vertellen hoe iemand tientallen jaren lang zijn hulpbehoevende vader of moeder intens verzorgd heeft. Of we horen over een moeder vertellen hoe ze vroeger nachtenlang is opgebleven voor één van haar zieke kinderen. Of hoe ouders vroeger bittere armoede hebben gekend, en hoe ze heel creatief van alles ondernomen hebben om hun eigen waardigheid en vooral de waardigheid van de kinderen te behouden in die moeilijke armoedige situatie. Of hoe er in de familie ruzies en onenigheid geweest zijn, maar ook hoe één van de partijen jarenlang onrecht heeft aanvaard, om op die manier de verzoening terug mogelijk te maken. Of hoe ouders, alles, maar dan ook alles, voor over hadden om hun kinderen te laten studeren, opdat zij het beter zouden hebben.
Wanneer we dit soort verhalen, in alle bescheidenheid, horen vertellen, naar aanleiding van het sterven van een geliefde, dan komt onwillekeurig de vraag naar boven: “Hoe hebben zij dit kunnen volhouden? Hoe hebben zij dit tot een goed einde kunnen brengen?” Zonder geloof zijn deze zaken moeilijk te verklaren.

Heer God, geef mij het geloof niet groter dan een mosterdzaadje, voldoende groot om elke dag opnieuw te beginnen
en te blijven geloven in de goedheid van medemensen. Amen.