Naastenliefde is een doewoord | weekend 17-18 mei

Gods droom – dekenaat Genk

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Kindertjes, nog maar kort zal Ik bij u zijn. Een nieuw gebod geef Ik u: gij moet elkaar liefhebben, zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben. Hieruit zullen allen kunnen opmaken, dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart.” (Johannes 13,33a.34-35)

“Ik geef jullie een nieuw gebod: dat je elkaar liefhebt. Met de liefde die Ik jullie heb toegedragen, moeten jullie elkaar ook liefhebben”. Ergens las ik dat als iemand in Indonesië op een feest een speech wil houden, men zegt: “Hij gaat mooie woorden spreken”. Ze bedoelen daarmee dat het geen gewone woorden zijn, maar woorden die iemand treffen. Misschien waren Jezus’ afscheidswoorden in die zin ook mooie woorden. Ze hebben de leerlingen diep getroffen, ze zijn blijven hangen in hun hoofd en hun hart. En dit weekend lezen we ze opnieuw en misschien raakt ons ook die ene zin: “Jullie moeten elkaar liefhebben zoals Ik jullie heb liefgehad. Daaraan zal iedereen kunnen zien dat jullie leerlingen van mij zijn: als jullie onder elkaar de liefde bewaren.”

De naastenliefde

Jezus vraagt veel van ons: elkaar liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad. Kijk maar eens naar de samenleving waarin de liefde vaak zoek is: gebroken relaties tussen mensen, (v)echtscheidingen. De liefde tussen ouders en kinderen, de liefde voor je ouders, wat is daar niet allemaal over gezegd en geschreven? Maar daarover zegt Jezus in het evangelie niet veel, Hij heeft het eerder over een andere liefde: de NAASTENLIEFDE! En hij geeft ons daarvoor de maatstaf, de norm om ons naar te richten. Geen les uit een boekje, maar de maatstaf is Hijzelf.  Zoals Hij heeft bemind, zo moeten we elkaar beminnen. En die naastenliefde is niet zo maar een woord, het is eerder een werkwoord, een doewoord. 

Leerling van Jezus

Het gaat over ons leven met elkaar, heel concreet, ons leven van elke dag. De liefde moet ons leven bezielen. Het gaat om de kwaliteit van ons hart waardoor we proberen de liefde van Jezus in ons leven zichtbaar te maken. Dan zal men ons herkennen als ‘leerlingen van Jezus’. Er was ooit een poster met daarop het beeld van een meisje dat haar gehandicapte broertje draagt, met daarbij de tekst: “Hij is niet zwaar, hij is mijn broertje.” Het meisje sprak ‘mooie woorden’ die ons hart raken. Kunnen wij ook zulke woorden spreken in onze menselijke relaties? Liefhebben zoals Jezus, misschien lukt het ons zo nu en dan als we ons door Hem laten inspireren.