Missiezondag | weekend 16-17 oktober

Toen kwamen de zonen van Zebedeüs, Jakobus en Johannes
naar Jezus toe en zeiden: “Meester, wij willen dat U voor ons doet wat wij U vragen.” Hij antwoordde hun: “Wat wilt ge dan dat Ik voor u doe?”

Zij zeiden Hem: “Geef dat in uw glorie een van ons aan uw rechter- en de ander aan uw linkerhand moge zitten.” Maar Jezus zei hun: “Ge weet niet wat ge vraagt. Zijt ge in staat de beker te drinken die Ik drink en met het doopsel gedoopt te worden waarmee Ik gedoopt wordt?” Zij antwoordden Hem: “Ja, dat kunnen wij.” “Inderdaad,” gaf Jezus toe, “de beker die Ik drink, zult gij drinken, en met het doopsel waarmee Ik gedoopt word, zult gij gedoopt worden; maar het is niet aan Mij u te doen zitten aan mijn rechter- of linkerhand, omdat alleen zij dit verkrijgen voor wie dit is bereid.” Toen de tien anderen dit hoorden, werden ze kwaad op Jakobus en Johannes. Jezus echter riep hen bij zich en sprak tot hen: “Gij weet dat zij die als heersers der volkeren gelden, hen met ijzeren vuist regeren en dat de groten misbruik maken van hun macht over hen. Dit mag bij u niet het geval zijn; wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn, en wie onder u de eerste wil zijn moet de slaaf van allen zijn, want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend teworden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen.” (Marcus 10,35-45)

“Als de kerk niet dient, dient zij tot niets.” Deze bekende uitspraak van bisschop Gaillot uit Frankrijk wordt vaak aangehaald, geciteerd. In al zijn eenvoud blijft deze uitspraak van kracht. Dat niet alleen, het blijft ook nodig deze uitspraak te blijven herhalen. Macht is immers zo verleidelijk voor mensen. In de evangelielezing wordt er gelobbyd voor de beste en de machtigste plaats naast Jezus. De zonen van Zebedeüs denken vanuit menselijke, wereldlijke macht.

Dienende macht

Bij Jezus gaat het om iets anders: niet om de macht zoals de heersers toen (en nu) ten toon spreiden. Het gaat Hem om een dienende macht. Ware grootheid van de mens toont zich in het dienstbaar zijn: “wie onder u groot wil worden, moet dienaar van u zijn. Want de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen.”
Missionering – zeker van Afrika – is op een gelijktijdig moment gebeurt als de kolonisatie van dit continent.
Koloniseren – zo beseffen wij nu – is een vorm van economische en politiek machtsmisbruik. We moeten kritisch tegenover dit machtsmisbruik blijven staan. Maar betekent dit dat we missionering op één lijn moeten zetten met kolonisatie? Missionering als een vorm van een ‘culturele kolonisatie’?
Missionering is iets anders. Daarvoor moeten we naar het concrete werk van missionarissen kijken. Zij hebben onderwijs en gezondheidszorg uitgebouwd. Zij zijn vaak gaan wonen bij de meest arme mensen, vaak in heel afgelegen gebieden, om al doende duidelijk te maken: “God houdt van ieder mens”. Grote zaken hebben missionarissen verwezenlijkt. Ze hebben kloosters, kerken, scholen, ziekenhuizen, bruggen en wegen gebouwd. Dit alles gaf hen een zekere macht. Maar is dit toch niet op de eerste plaats een dienende macht? Want ze deden het niet voor zichzelf, om er zelf financieel op vooruit te komen. Maar opdat medemensen tot ontplooiing zouden kunnen komen.

Het goede nieuws verkondigen

Vandaag wordt het nog duidelijker dat ‘missionering’ en ‘culturele kolonisatie’ twee verschillende zaken zijn.
Missionarissen komen nu uit Afrika en Azië naar ons toe. Niet om ons cultureel te koloniseren. Maar om Gods blijde boodschap te brengen. De congregatie van de Indische priesters in ons bisdom werkzaam draagt als naam: ‘De verkondigers van het Goede Nieuws’ (Heralds of Good News). In onze samenleving waarin er zoveel slecht nieuws is, komen zij het goede nieuws verkondigen: het goede nieuws van Jezus’ dienende liefde.

Goede God, maak ons allen tot verkondigers van het goede nieuws dat dienstbaarheid leidt tot liefde. Behoed ons voor machtsmisbruik dat leidt tot geweld. Laat ons steeds Jezus voor ogen houden, Hij die niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losprijs voor velen. Amen.