Luister! | weekend 19-20 oktober

luister – dekenaat Maasmechelen-Lanaken

In die tijd leerde Jezus in een gelijkenis aan zijn leerlingen
dat zij steeds moesten bidden en het niet opgeven.
Hij zei: “Ergens in een stad was er een rechter
die zich om God noch gebod bekommerde.
Er was ook een weduwe in die stad die de deur bij hem plat
liep om te vragen:
‘Maak toch eens werk van mijn zaak
en help me tegen de man die mij tekort heeft gedaan.’

Een tijdlang weigerde hij, maar later zei hij bij zichzelf:
‘Al kan God en zijn gebod me weinig schelen,
toch zal ik die lastpost maar helpen en haar zaak afhandelen.
Want ik ben haar gezaag moe, ik wil met rust gelaten worden.’”
En Jezus zei: “Hoort ge wat die onrechtvaardige rechter zegt?
Zou God dan geen recht verschaffen
aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen?”
(Lucas 18*)

‘Luisteren’ is een belangrijk woord in de lezingen van volgend weekend.
De evangelielezing bevestigt ons dat God altijd naar de mensen luistert.
Onze gebeden, klachten, smekingen … blijven bij God nooit ‘on-gehoord’, nooit ‘on-beluisterd’.
Maar Jezus stelt ons ook de vraag om ons geloof groot genoeg is
om zelf te luisteren naar God …

Het zal je maar overkomen dat je een factuur krijgt doorgestuurd voor iets wat je niet besteld hebt en wat je ook nog niet ontvangen hebt. Je laat aangetekend weten dat het om een vergissing gaat. Er komt een aanmaning. Je neemt telefonisch contact op, maar het lukt niet. Een mailtje lukt ook niet. Er blijft niets anders over dan vol te houden en te hopen dat het lukt. Het is zo een beetje zoals die weduwe uit het evangelie vandaag; na lang volhouden kreeg ze uiteindelijk haar recht van de rechtvaardige rechter. En de weduwe is niet verbitterd, ze wordt ook niet agressief, maar ze geeft het niet op. Ze heeft eigenlijk geen schijn van kans, want de man op wie ze een beroep doet, bekommert zich om God noch om zijn gebod.
Waarom zou hij zich dan iets aantrekken van die arme weduwe, waarom zou hij naar haar luisteren? En toch luistert hij naar haar; niet om haar te helpen, maar om van haar gezaag af te zijn. Zijn wij ook zoals de weduwe uit het evangelie als het gaat over bidden? Geven wij het soms ook niet op om te bidden?
Bidden wij misschien alleen maar om te vragen en te krijgen? Of bidden we ook om te danken, om Gods lof toe te zeggen en Hem te eren? Denken we alleen maar aan God in momenten van nood en oefenen wij dan druk uit op God? Zo een beetje van: als Gij dat voor mij niet doet of als ik dat niet krijg, ga ik niet meer naar de mis. God is geen gebedsautomaat, waar je een kaartje met een gebed in steekt en daarna krijgt wat je vraagt. Zijn wij niet al te vaak bezig met onszelf, kijken we niet te vaak de andere kant op zodat we de pijn en het verdriet van de andere niet kennen. Bidden is eigenlijk onze batterij opladen, opdat we extra kracht krijgen. Je moet er tijd voor maken, ruimte scheppen om God biddend te ontmoeten. God is uiteindelijkde Bron van waaruit we leven.

Heer onze God, zoekend en verlangend bidt de mens tot U.
Onzeker van onszelf komen we met onze kwetsbaarheid naar U toe,
hopend op een luisterend oor.
Wij bidden U: geef dat ons roepend bidden
gepaard gaat met groot geloof en vertrouwen in U. Amen.