Liturgische kleuren

Ieder periode of hoogdag heeft een eigen kleur.
In de twee eerste eeuwen van de katholieke kerk waren er geen specifieke ruimten voor erediensten. De tafel waar de maaltijd van de Heer werd gevierd, had ook geen permanente aankleding. Toen er wel eigen kerkruimten kwamen, is men het altaar en de ambo gaan aankleden in kleuren die de tijd van het liturgisch jaar aanduidden.
Het is aan jou om de juiste kleur te kiezen bij de juiste periode ?.
Er is keuze uit groen, wit, rood of paars.
 

Uitleg gebruik kleuren

Ga met de muis over het groene vlak om de tekst te onthullen:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
De kleur wit verwijst naar reinheid. Het is een feestelijke kleur. Daarom is het de liturgische kleur bij doopvieringen.
Paars duidt de kleur van voorbereiding en bezinning aan. Deze kleur past dus goed in de Advent en de Veertigdagentijd.
De kleur rood is verbonden aan het vuur van de heilige Geest.
Groen verwijst naar groei en wordt gebruikt op alle ‘gewone’ zondagsvieringen, als er geen kerkelijk feest of hoogdag is.