Liefdevolle eenheid | weeken 14-15 mei

liefhebben – dekenaat Genk

In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen: “Kindertjes, nog maar kort zal Ik bij u zijn. Een nieuw gebod geef Ik u: gij moet elkaar liefhebben, zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben. Hieruit zullen allen kunnen opmaken, dat gij mijn leerlingen zijt: als gij de liefde onder elkaar bewaart.” (Johannes 13,33a.34-35)

Wanneer tieners wat ouder worden, dan komt er het moment dat ze niet meer samen met hun ouders op vakantie willen gaan. Want dit wordt als te saai en oervervelend ervaren. Dus vertrekken de ouders alleen op reis. Langs de ene kant zijn de ouders blij dat ze eindelijk, vaak na vele jaren, nog eens wat langere tijd alleen kunnen samen zijn. Maar anderzijds zijn ze toch ook bezorgd. Zal het wel goed gaan met hun kinderen in hun afwezigheid. Deze bezorgdheid komt vooral tot uiting in de goede raad die ze geven voor het vertrek.

Goede raad

Vooreerst is die goede raad heel praktisch van aard. Bijvoorbeeld wanneer het huisvuil moet buiten gezet worden en waar in de diepvries ze het eten kunnen vinden. Uiteindelijk komt, als laatste, die diepste bekommernis over de lippen van de ouders. Die bekommernis klinkt ongeveer als volgt: “Doe geen domme dingen. Versta elkaar en maak geen ruzie met elkaar”.

Zoals ouders, die zonder hun kinderen op reis vertrekken, zo geeft Jezus, voor zijn definitief vertrek een gelijkaardige goede raad aan zijn leerlingen: “Heb elkaar lief én vooral bewaar de liefde onder elkaar.”

Uit ervaring weet Jezus dat er in de groep van de leerlingen af en toe ook wel wat wrijvingen zijn. Bijvoorbeeld over ‘wie de grootste is’. Daarover hadden ze tijdens Jezus’ leven al verschillende keren discussie gehad. Op zulke momenten trad Jezus dan op als de ultieme scheidsrechter. “Wie is de grootste wil zijn, moet dienaar van allen worden”, was Jezus ultiem oordeel. Tijdens het laatste avondmaal maakte Hij dit aan zijn leerlingen duidelijk door hen de voeten te wassen. 

Na-ijver en afgunst

Maar als Jezus niet meer langer in het midden van de leerlingen is, wie zal dan de na-ijver, de spanningen en de onenigheden oplossen? In de eerste christengemeente te Korinthe was bijvoorbeeld onenigheid over wie de grootste was en wie de meeste talenten bezat om de plaatselijke gemeenschap te leiden. Juist die na-ijver en afgunst was het grootste gevaar voor het voortbestaan van de eerste christelijke gemeenschappen. Zoals tot op de dag van vandaag na-ijver, jaloezie, twist, vijandigheid of roddel wegen op een parochiegemeenschap. Ook al komt dit gevaar telkens weer om de hoek kijken overal waar christenen samenleven, toch staan we er niet alleen voor. 

Jezus heeft ons beloofd een Helper te zenden: zijn heilige Geest. Als we naar zijn Geest leven, dan zullen we ook de liefde onder elkaar bewaren. Want de vruchten van de Geest zijn: liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid en ingetogenheid.

Goede God, 
Mensen hebben mensen nodig.
In elkaar kunnen wij de liefde vinden.
Doorheen die liefde vinden wij U.
Gij, die ons sterkt en ontroert. Amen.