Hun eigen weg | Heilige Familie

Maria en Jozef, zijn ouders reisden ieder jaar, bij gelegenheid van het paasfeest, naar Jeruzalem. En overeenkomstig het gebruik bij dit feest gingen zij opnieuw daarheen toen Hij twaalf jaar geworden was. Maar na afloop van die dagen bleef het kind Jezus, terwijl zij terugkeerden, in Jeruzalem achter, zonder dat zijn ouders het wisten. 

In de mening dat Hij zich bij de karavaan bevond, gingen zij een dagreis ver en zochten Hem toen onder familieleden en bekenden. Omdat zij Hem niet vonden, keerden zij al zoekende naar Jeruzalem terug. Pas na drie dagen vonden zij Hem in de tempel, waar Hij te midden van de leraren zat, naar wie Hij luisterde en aan wie Hij vragen stelde. Allen die Hem hoorden, waren verbaasd over zijn begrip en zijn antwoorden. Toen zij Hem daar opmerkten, stonden zij verslagen. Zijn moeder zei tot Hem: ‘Kind, waarom hebt Ge ons dit aangedaan? Denk toch eens met wat een pijn uw vader en ik naar U hebben gezocht.’ Maar Hij antwoordde: ‘Wat hebt ge toch naar Mij gezocht? Wist ge dan niet, dat Ik in het huis van mijn Vader moest zijn?’ (Lucas 2, 41-49)

Maria, Jozef en Jezus, de Heilige Familie uit Nazareth, wordt nogal eens voorgesteld als een volmaakt gelukkig gezin, waar alles rimpelloos verloopt. De onderlinge verhoudingen en het wederzijds begrip zouden er perfect en vanzelfsprekend zijn. 

Evangelische werkelijkheid

Straalden de wat oudere afbeeldingen van de Heilige Familie geen rozige vrede uit? En zijn de kerstallen, met daarin Jozef en Maria liefdevol rond de kribbe, niet heel romantisch vormgegeven? Klopt dit beeld van de Heilige familie wel met de evangelische werkelijkheid?

Bij nader toezien merken we dat een dergelijk idyllisch plaatje van de Heilige Familie niet overeenkomt met wat het evangelie verhaalt. In het evangelie van Lucas krijgen we een complexer beeld te zien van wat zich tussen Jozef, Maria en Jezus afspeelde. 

Er wordt inderdaad verteld dat Jezus zich schikte naar wat zijn ouders van Hem vroegen. Maar de evangelist Lucas verzwijgt het pijnlijke misverstand niet tussen de twaalfjarige Jezus en zijn ouders. Na afloop van de bedevaart bleef Jezus, zonder afspraak of toelating in Jeruzalem, terwijl zijn ouders naar huis terugkeerden.

Wanneer zijn ouders zijn afwezigheid opmerkten, gingen ze verontrust op zoek naar het vermiste kind. Pas na drie dagen vonden ze hun zoon terug in de tempel in gesprek met de leraren. Maria en Jozef konden hun ogen niet geloven. Maria verzweeg niet het leed dat Jezus hun had aangedaan. Ze vroeg uitleg aan haar ongehoorzame zoon, die niet met hen naar huis teruggekeerd was. 

Jezus bleek inderdaad geen kind geweest te zijn dat helemaal voldeed aan de verwachtingen die zijn ouders omtrent Hem koesterden. Hij was niet zomaar inpasbaar in de dromen van zijn eigen ouders. Hij ging zijn eigen weg, volgens eigen verrassende keuzes. “Wist je niet dat ik in het huis van mijn Vader moest zijn!” Dit antwoord van Jezus maakte aan de ouders duidelijk dat Hij zijn eigen weg zou gaan. 

Goede bronnen

Dat Hij zijn leven vorm zou geven vanuit een heel eigen bron.

Wat Maria en Jozef daar meemaakten, maken ouders telkens weer opnieuw met hun kinderen mee. Ouders dromen een bepaalde toekomst voor hun kind. Op een gegeven moment nemen de kinderen zelf hun toekomst in handen en deze ziet er vaak geheel anders uit dan wat hun ouders droomden. 

Wij kunnen voor onze kinderen niet de toekomst vastleggen. Misschien maar goed ook. Wat wij wel kunnen doen in het leven van onze kinderen is iets anders. 

Wij kunnen onze kinderen brengen naar de goede bronnen, van waaruit zij zelf vorm kunnen geven aan hun leven en toekomst. 

Dit is ook wat Maria en Jozef deden. Ze namen hun zoon mee naar de tempel, omdat ze wisten dat de verbondenheid met de hemelse Vader een goede bron is om op een creatieve wijze vorm te geven aan de eigen toekomst. Dat is ook wat Jezus deed: vanuit zijn verbondenheid met zijn hemelse Vader zal Hij zijn leven lang vormgeven aan zijn leven. 

Meer nog dan te dromen van de toekomst van hun kind, kunnen ouders hun kinderen brengen bij de goede bronnen van het leven. Goedheid, eerlijkheid, bescheidenheid, vertrouwen, luisterbereidheid, relativeringsvermogen, humor; dit zijn goede bronnen in het leven. Dit zijn goede bronnen van waaruit kinderen op hun wijze toekomst kunnen scheppen. Kinderen vertrouwd maken met dit soort bronnen van het leven is hen echte toekomst geven. 

Zo mogen we kinderen ook vertrouwd maken met de bron van het christelijk geloof. 

We kunnen hen vertrouwd maken met God, die een barmhartige Vader is. Vanuit deze bron zullen zij de toekomst aankunnen, wat deze toekomst ook brengen zal. 

Dit neemt niet weg dat er in het gezin moeilijke en pijnlijke momenten kunnen zijn. Al gaandeweg echter zullen kinderen de beste weg in het leven ontdekken, wanneer ze hun levenskeuzes kunnen maken vanuit een goede bron.

Jezus, Maria, Jozef, Heilige Familie van Nazareth, wij vertrouwen u de verdeelde, gescheiden en verscheurde gezinnen toe, als ook de kinderen die hieronder lijden. Dat zij terug evenwicht en rust mogen vinden in hun leven. Amen.