Hosanna! | weekend 23-24 maart

Palmzondag – dekenaat Genk

Toen ze Jeruzalem naderden en in de buurt waren ven Betfage en Betanië bij de Olijfberg, stuurde hij twee van zijn leerlingen vooruit. Hij zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Zodra jullie er binnenkomen, zul je daar een ezelsveulen vastgebonden zien staan, dat nog nooit door iemand bereden is; maak het los en brengt het hier.

En als iemand jullie vraagt waarom jullie dat doen, zeg dan: “De Heer heeft het nodig, hij zal het meteen weer terugsturen.”’ Ze gingen op weg en vonden een veulen dat buiten op straat bij een deur was vastgebonden en ze maakten het los. Er stonden een paar mensen die vroegen: ‘Waarom maken jullie dat veulen los’ Ze zeiden wat Jezus hun had opgedragen te zeggen en de mensen lieten hen begaan. Ze brachten het veulen naar Jezus en legden hun mantels op het dier en hij ging erop zitten. Velen spreidden hun mantels uit op de weg, anderen spreidden takken met bladeren uit, die ze in het veld afhakten. Allen die voor hem uit liepen of achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: 
‘Hosanna! 
Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. 
Gezegend het komende koninkrijk van onze vader David. 
Hosanna in de hemel!’ (Marcus 11, 1-0)

Groen en levend

Echte palmtakken zoals in de tijd van Jezus zien er heel anders uit en groeien hier niet. Zo’n buxustakje kan ook dienen als we palmzondag vieren. Het is een heel goed symbool voor Jezus. Het bijzondere aan deze takjes is dat ze groen en levend zijn. Of het vriest dat het kraakt, hagelt of stormt, sneeuwt, deze buxustakjes blijven groen. Ondanks alle krachten die het tegenwerken, blijven ze levend. Dat kunnen we ook van Jezus zeggen. Vandaag vieren we dat Hij naar Jeruzalem gaat, dat Hij daar felle tegenwind zou ondervinden, want daar zaten ze op Hem te wachten. Ze wilden Hem immers uit de weg ruimen. Jezus had de andere kant kunnen uitgaan, wegvluchten, maar Hij ging door tot het bittere einde, ondanks de weerstand. Hij moest zijn zending voltooien. Hij wordt als een koning ingehaald, enthousiaste mensen zingen Hem toe. Ingehaald als een koning, maar wel een koning op een ezel. Koningen hoorden hoog op een paard te zitten, maar Jezus gaat door, zittend op een lastdier, hij gaat door waar anderen afhaken, en waarom?  Omdat hij gelooft in zijn opdracht, in de taak die God Hem toevertrouwd heeft. 

Ga door

Jezus vraagt ook aan ons, mensen in deze tijd: wees toch geen dood hout, maar levend hout, ga door ook als het eens moeilijk is, ook bij al de negatieve dingen die je ziet in de Kerk en de wereld. Ga door, ook als je stoot op onbegrip of tegenwerking. Ga door, waarmee? Met datgene wat Jezus ons heeft voorgedaan: aandacht voor zieken en mensen aan de kant, ruimte scheppen voor vergeving en verzoening, broederlijk delen met de mensen in Congo, solidariteit bewerken tussen mensen … En als wij vandaag een palmtakje mee naar huis nemen, dan houdt dit ook een vraag in: waar sta ik? Ben ik dood hout, passief, onverschillig als het gaat om de mens dichtbij of veraf? Of wil ik juist als Jezus levend hout zijn, net als dat palmtakje, en wil ik, zoals Jezus, doorgaan met goed te zijn omdat ik geloof dat dit mijn opdracht is als mens en christen. Alleen dan beantwoordt dit palmtakje aan zijn doel en heeft het zin om het mee naar huis te nemen. 

diaken Julien Beckers