Het volle leven en ultieme geluk | weekend 5-6 november

Van de sadduceeën die de verrijzenis loochenen, kwamen er enige bij Jezus met de vraag: ‘Meester, wij zien bij Mozes geschreven staan: Als iemand een getrouwde broer heeft die kinderloos sterft, dan moet zijn broer diens vrouw nemen om aan zijn broer een nageslacht te geven.

Nu waren er eens zeven broers. De eerste trouwde en stierf kinderloos. De tweede en de derde namen de vrouw en op dezelfde manier stierven alle zeven zonder kinderen na te laten. Het laatste stierf ook de vrouw. Van wie van hen is zij nu bij de verrijzenis de vrouw? Alle zeven toch hebben haar tot vrouw gehad.’ Jezus sprak tot hen: ‘De kinderen van deze wereld huwen en worden ten huwelijk gegeven, maar die waardig zijn gekeurd deel te krijgen aan de andere wereld en aan de verrijzenis uit de doden, huwen niet en worden niet ten huwelijk gegeven. Zij kunnen immers niet meer sterven, omdat zij gelijk engelen zijn; en als kinderen van de verrijzenis zijn zij de kinderen van God. (Lucas 20, 27-36)

Nu de gekte rond ‘Halloween’ voorbij is en de boze geesten van de overledenen verjaagd zijn, kan de commerciële wedloop naar het sinterklaasfeest in volle kracht beginnen. Opnieuw mogen de kinderen wegdromen bij de vele reclamefolders van de speelgoedwinkels, die deze dagen in de brievenbus vallen. Ze mogen wegdromen in de zin van: ‘als de Sint mij dit stuk speelgoed brengt, dan …’ Na die ‘dan’ worden vervolgens allerlei hemelse droomgedachten ingevuld. Als de Sint komt op 6 december dan breekt het volle leven en het ultieme geluk voor een kind aan. Dit verlangen naar het volle geluk is een heel diepmenselijk verlangen. Vandaar de gulheid van ouders en grootouders met Sinterklaas. 

Als … dan …

Dit verlangen naar geluk staat centraal in de enigszins bizarre evangelielezing. Een vrouw trouwde voor de eerste maal. Voor dat huwelijk moet ook zij gedacht hebben: “als ik trouw, dan …” En na dat woordje ‘dan’ zal zij waarschijnlijk ook allerlei hemelse gedachten ingevuld hebben. Zoals verliefden dit altijd doen. Als ik trouw dan zal ik bescherming genieten. Want juridische en financiële zekerheid verwierf een vrouw in Jezus’ tijd via haar echtgenoot. Als ik trouw dan zal ik het geluk op kinderen hebben. Immers een nageslacht gaf toen aan een vrouw maatschappelijk aanzien en respect. 

“Als ik trouw, dan breekt het volle leven aan”: moet deze vrouw oprecht gedacht hebben. Maar dit alles viel al vlug in duigen, omdat haar man stierf. Geen man, bijgevolg ook geen juridische en financiële zekerheid. Geen kinderen, bijgevolg ook geen maatschappelijk aanzien. Daarom keek de vrouw uit naar een tweede huwelijk, een derde, een vierde … zelfs een zevende huwelijk. Dit zevende huwelijk – want zeven is toch een heilig getal – moest haar het volle geluk garanderen. Maar ook dit liep op een sisser af.

Nu stelt zich de vraag: “Wie van die zeven mannen, zal haar echtgenoot in de hemel zijn?” M.a.w. wie van die zeven mannen zal haar het volle geluk en het volle leven geven? Wie van die zeven mannen zal haar de hemel schenken? Deze netelige vraag werpen de Sadduceeën Jezus voor de voeten. Jezus’ antwoord is eenvoudig. Het volle geluk zal niet door één van die zeven mannen gegeven worden, noch op aarde, noch in de hemel. Het volle geluk zal enkel en alleen door God gegeven worden.

Ook wij maken in ons leven heel vaak ‘alsdan’ redeneringen. Als ik op mijn achttiende op kot kan gaan, dan … Als ik afgestudeerd ben, dan … Als ik promotie op het werk maak, dan … Als ik met mijn liefje ga samenwonen, dan … Als mijn huis gebouwd en afbetaald is, dan … Als de kinderen het huis uit zijn, dan … Als ik op pensioen ben, dan … Als ik de lotto win, dan … Als de winter voorbij is en de zomer en vakantie in aantocht zijn, dan … Als ik genezen ben, dan … Telkens na het woordje ‘dan’ dromen we weg. Want dan zal ik ten volle gelukkig zijn. Dan dient zich het volle leven aan.

Het volle leven

Het evangelie plaatst ons, in zulke situaties, terug met twee voeten op de grond. Stel niet heel je hoop op die ‘alsdan’ redeneringen. Maar stel heel je hoop enkel en alleen op God. Als het over het volle geluk en het volle leven gaat, dan zal alleen God ons dat geven. Hij zal ons het volle geluk geven, beginnend in deze tijd op aarde en eens ten volle in het hemelse Vaderhuis. Het evangelie spoort ons aan om ons geheel en al naar God te wenden. Alleen God, onze barmhartige Vader, is dé bron van leven, van zaligheid, van vreugde, van hoop.

Dit mag mooi klinken. Maar we hebben, zoals de Sadduceeën, toch wel moeite met dit antwoord van Jezus. In onze cultuur zijn we meer en meer gaan twijfelen aan een leven na de dood, waarin we persoonlijk door God bemind worden en waar ontmoeting met geliefden mogelijk is. De ‘alsdan’ redenering willen we in vele situaties toepassen, maar niet op de dood. Als ik sterf dan … Als het over de dood gaat, durven we na het woordje ‘dan’ niet wegdromen. Want we twijfelen. Is er na de dood: leven, liefde, vreugde, hoop …? 

Als God in ons leven komt

In een samenleving en cultuur, waarin de maakbaarheid van het leven zo centraal staat, mogen mensen de meest gekke dromen hebben. Want ooit zullen we die kunnen verwezenlijken. De dromen die echter de maakbaarheid te boven gaan worden meer en meer taboe. Daarom spreken we liever over het leven nu dan over het leven na de dood en vervangen we het feest van Allerheiligen door Halloween. Boze geesten met Halloween weg jagen ligt zelfs in de mogelijkheden van kinderen. Leven na de dood schenken, dat kan geen mens, alleen God. Het leven bij God ligt enkel en alleen in Zijn handen. Als God in ons leven komt pas dan zal er liefde, vreugde en hoop in overvloed zijn.

God, Gij zijt geen God van doden, maar een God van levenden. Doe mij standvastig geloven, hopen en vertrouwen op uw leven gevende nabijheid. Tot in de eeuwen der eeuwen. Amen.