Hemelkijkers | weekend 11-12 januari

hemelkijkers – dekenaat Genk

In die tijd kwam Jezus uit Galilea naar de Jordaan tot Johannes om zich door hem te laten dopen. Maar Johannes wilde Hem tegenhouden met de woorden: “Ik heb uw doopsel nodig, en Gij komt tot mij?” 

Jezus antwoordde hem: “Laat nu maar; want zo past het ons al wat is vastgesteld te volbrengen.” Toen liet hij Hem toe. Nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij terstond uit het water. En zie, daar ging de hemel open en Hij zag de Geest Gods neerdalen in de gedaante van een duif en over zich komen; en een stem uit de hemel sprak: “Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.” (Mt. 3,13-17)

We horen hoe de hemel boven Jezus opengaat en dat de Geest van God op Hem rust. De evangelist vertelt hoe Jezus ten diepste ervaart dat God Hem bemint. Vanuit deze liefdeservaring kan Jezus zijn optreden beginnen en Gods Liefde verkondigen in woord en daad.
Ons leven als christen mag steeds meer gegrond zijn op het vertrouwen dat God onvoorwaardelijk van ons houdt. In de mate dat dit besef ons leven doordringt, willen we ook zelf iets van Gods Liefde voelbaar maken voor andere mensen!

Al het goede komt van boven

Het weer in ons land is zo wisselvallig, dat wij allen hebben geleerd naar de hemel te kijken. Zal het vandaag regenen of droog blijven. Zal het vannacht open lucht zijn en vriezen of eerder zacht? Om een antwoord op deze vragen te hebben kijken we naar de hemel. Uit de hemel verwachten we steeds het goede.

Ook de mensen in oosterse landen hebben altijd verwachtingsvol naar de hemel gekeken. Ook zij verwachtten het goede uit de hemel. Vorige zondag, op het feest van Driekoningen, het feest van de openbaring van de Heer, zagen we hoe de drie wijzen verwachtingsvol naar de sterrenhemel keken. Een ster bracht hen bij een Kind, in een kribbe, door God geliefd. 

Deze zondag vertelt de evangelielezing ons dat dit kind een volwassen man geworden is. Opnieuw mogen we naar de hemel kijken om het goede te verwachten. “De hemel ging open” zo lezen wij. Letterlijk staat er “De hemel scheurde open”, en “de geest van God daalde neer in de gedaante van een duif. En een stem uit de hemel sprak: Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie ik welbehagen heb.”

Het merkwaardige van deze Bijbelverhalen is: dat wanneer een mens zijn blik naar de hemel richt om het goede te verwachten, deze blik bijna onopgemerkt terug naar de aarde gericht wordt, om daar het goede in het alledaagse te zien. De wijzen keken naar de sterrenhemel en zij ontdekten uiteindelijk Gods goedheid in een weerloos mensenkind, in een kleine baby. In een rij van wachtende mensen, om door Johannes de Doper gedoopt te worden, ontdekken we, wanneer de hemel openscheurt, een jonge Man, in wie Gods liefde helemaal transparant wordt. 

Elke zondag opnieuw komen wij naar de kerk om te bidden tot God, om als het ware naar de hemel te kijken. Wij verwachten het goede vanuit de hemel. Ook onze blik wordt bijna onopgemerkt terug naar de aarde gericht, om daar het goede te zien in het alledaagse. Om Gods goedheid te leren zien die zich openbaart in gewone mensen.

Goede God, laat ons zo naar de hemel kijken, dat we het goede leren zien in het alledaagse en in gewone mensen, wanneer we onze blik terug richten naar de aarde. Want op aarde openbaart Gij in het alledaagse uw Naam.