Heilige Familie | 29-30 december 2018

Op dit feest van de heilige familie vieren we eucharistie in de gemeenschap van onze pastorale eenheid.

Met de feestdagen brengen we heel wat tijd door met onze familie. Vandaag vieren we feest met onze geloofsfamilie. En het is goed dat we dit doen, zodat we de onderlinge banden versterken. Een pastorale eenheid wordt opgericht met een decreet van de bisschop, maar we worden het pas echt door samen op weg te gaan in geloof.

Het is niet enkel een familiefeest, het is vandaag ook het feest van de heilige familie. Hoe kunnen wij als geloofsfamilie groeien in die heiligheid? Of anders gezegd: hoe kunnen wij in deze nieuwe bredere gemeenschap op een evangelische wijze samen op weg gaan?

Vijf wegwijzers.
(1) Vooreerst: op een familiefeest is het belangrijk dat iedereen erbij is. Een lege stoel doet altijd pijn, zeker als die stoel telkens weer leeg blijft.
Als we in onze pastorale eenheid dus willen groeien als geloofsfamilie, moeten we niet aarzelen om geregeld de grens van onze eigen parochie over te steken. Om gemeenschap te vormen moeten we samen bidden en vieren, elkaar ontmoeten en elkaar leren kennen.

(2) Ten tweede: omdat je broer en zus bent, ben je nog niet hetzelfde! In een goede familie geven mensen elkaar ruimte om anders te zijn: ieder moet zijn eigen weg vinden. We kunnen elkaar die ruimte schenken, omdat we goed weten dat er onder al die verschillen iets dieper is dat ons met elkaar verbindt. We moeten er in onze pastorale eenheid geen eenheidsworst van maken. Iedere parochie en iedere christen moet de kans hebben om op zijn eigen wijze het geloof te beleven. “In het huis van de Vader is er ruimte voor velen”, zegt Jezus. We gunnen elkaar die ruimte, met veel respect, omdat God als “ons aller Vader” de band is die ons over alle verschillen heen samenhoudt.

(3) Een derde gedachte. In elke familie is er wel ergens iemand die op één of andere manier minder goed mee kan. Maar in een goede – een heilige – familie wordt de zwakkere door de anderen mee op sleeptouw genomen, zodat een buitenstaander er amper iets van merkt.
Onze pastorale eenheid groeit als heilige familie in de mate dat wij erin slagen om de zwakkeren op een natuurlijke wijze mee te nemen. Als ze er gewoon bij horen, zonder meer.

(4) Ten vierde: op familiebijeenkomsten wordt er veel gepraat. Er wordt gelachen en gezwanst. Maar in een goede – een heilige – familie is er ook ruimte om te praten over wat je ten diepste beroert, over je diepste vreugden en zorgen.
Zo zijn wij geroepen om ook in onze pastorale eenheid ruimte te scheppen om bij elkaar op verhaal te komen, om echt te luisteren en vrijuit te spreken.

(5) En een vijfde en laatste gedachte. In een familie volgen de generaties elkaar op in een natuurlijke wijze: we kunnen aanvaarden dat een oude generatie stilletjes verdwijnt, omdat we tezelfdertijd een nieuwe generatie zien opkomen.
We groeien als pastorale eenheid in de mate dat we het oude durven loslaten, vanuit ons geloof in de levenskracht van het nieuwe dat zich aandient.

Pastorale Eenheid vormen als een ‘heilige familie‘.
Het is een boeiende uitdaging. We gaan ervoor!