God met ons | weekend 17-18 december

Zowel de eerste lezing als het Evangelie verkondigen ons vandaag dat Gods Naam ‘God-met-ons’ is. Eigenlijk vinden we deze boodschap op elke bladzijde van de Bijbel:

in alle tijden hebben mensen gevoeld en ervaren dat God aan de kant van de mensen staat. Bewijzen hebben ze er nooit voor gehad, enkel kleine, broze tekenen. Doch wie die tekenen met gelovige ogen bekijkt, ontwaart er een hele diepte in, ziet dat die kleine tekenen grootse tekenen zijn …

De eerste lezing toont een gesprek tussen koning Achaz en de profeet Jesaja. Koning Achaz heeft zich door zijn drang naar macht en zijn eigenzinnige politiek flink in nesten gewerkt: er dreigt een oorlog. En de koning treft alle voorbereidingen: Jesaja ontmoet hem als hij de waterputten van de stad aan het controleren is. Jesaja zegt de koning: “Vertrouw toch op Gods trouw in plaats van te bouwen op militaire kracht! Vraag God maar om een teken”… – “Ik vraag niet om een teken” zegt Achaz. Dit lijkt een uiting van diep geloof: Achaz wil God niet lastig vallen. Maar in wezen is het een uiting van blind ongeloof: Achaz wil niet dat God zich met zijn zaken bemoeit. Want als Achaz zijn ogen zou openen en de tekenen van Gods bevrijdend handelen zou onderkennen, dan kan hij niet langer koning-voor-zichzelf zijn, maar moet hij koning-voor-zijn-volk worden. De profeet heeft de koning door: “Achaz, of gij er nu om vraagt of niet, tekenen dat God God-met-ons wil zijn, zijn er tóch. Zie: een jonge vrouw wordt zwanger en baart een kind. Altijd weer schenkt God leven. Altijd weer is Hij met zijn mensen begaan”.

Eindeloze liefde

Nergens wordt die God-met-ons zozeer meer voelbaar dan in de persoon van Jezus. Hij verkondigt dat Gods Rijk nabij is en Hij maakt dat ook waar: mensen ervaren in het contact met Jezus Gods eindeloze liefde. 

Jozef wordt als eerste geroepen dit teken te duiden. Dat horen we in het evangelie. Jozef wordt gewaar dat aan Maria iets van een goddelijk mysterie geschiedt. En in plaats van te vluchten, zal hij bij Maria blijven. En hij zal het teken duiden, hij zal uitdrukken wat hij ervaart in de geboorte van dit kind, namelijk dat God de mensen niet loslaat. En dat doet Jozef door het kind zijn naam te geven: Jezus, dat betekent: “God redt”. En ook: Immanuel, “God-met-ons”.

Beste mensen, ook vandaag nog is God God-met-ons. Ook vandaag is de levende Heer werkzaam aanwezig. En er zijn daarvan vele tekenen, groots en broos tegelijk.

De vraag is: zijn wij als Achaz of zijn we als Jozef? Leven we alsof we alles zelf in handen hebben, alsof we zelf ons geluk kunnen maken, alsof wij het allemaal wel zelf kunnen organiseren zodat het voor ons goed uitkomt, alsof er dus geen God bestaat? … Of durven we het aan om gelovig de tekenen te lezen die God ook vandaag geeft? Durven we het aan om ons in alle eerlijkheid af te vragen: “wat zou God graag hebben dat hier gebeurt? hoe zou Hij verlangen dat hier Heil geschiedt? hoe zou God hier en nu, in deze situatie, bij mij thuis, op het werk … hoe zou Hij hier God-van-mensen willen zijn?”

De tekenen durven zien en verstaan, is al een hele stap, doch daar blijft het niet bij. Als we zien hoe God aanwezig wil zijn in onze wereld, dan kunnen we geen toeschouwer blijven: “zie eens wat God allemaal doet!” Maar we worden dan, zoals Jozef, meegezogen in Gods heilsplan. We worden dan geroepen om ruimte te maken voor Gods menswording vandaag, om ervoor te zorgen dat Gods droom ruimte krijgt in onze wereld, en uiteindelijk om ook zelf teken van Gods liefde te zijn.