Gedoopt tot eeuwig leven | weekend 8-9 januari

doopsel van de Heer – dekenaat Genk

Terwijl al het volk zich liet dopen, en Jezus na zijn doop in gebed was, geschiedde het dat de hemel openging en de heilige Geest in lichamelijke gedaante, als een duif, over Hem neerdaalde, en een stem uit de hemel sprak: ‘Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld.’ (Lucas 3, 21-22)

Met ons doopsel, zoveel jaar geleden, traden wij het eeuwig leven binnen. Het doopsel geeft ons het eeuwig leven. Zulk een theologische uitspraak doet een mens toch spontaan achter zijn oren krabben. Wat bedoelen die geleerde theologen daarmee? Vooral wat heeft dat te maken met mijn concrete leven vandaag? Is het nadenken over het eeuwige leven niet iets dat we best doen wanneer we afscheid nemen van een geliefde, wanneer de drempel van de dood zich aandient? Wat is dat eeuwig leven?

Eeuwig leven

Eeuwig leven begint voor ons christenen niet met de dood, maar met de doop. Immers eeuwig leven dat is een relatie; een liefdesrelatie. Eeuwig leven begint wanneer we in relatie treden met God. Wanneer we aangeraakt worden door Gods liefde. Want niets – maar ook werkelijk niets – dat er vandaag groeit aan barmhartigheid, liefde of vergeving in relatie met God zal God verloren laten gaan.

Met de doop in de Jordaan trad Jezus openlijk in relatie met zijn hemelse Vader. Op dat moment trad Hij het eeuwig leven binnen. Dit wordt uitdrukkelijk bevestigd door een stem uit de hemel: “Gij zijt mijn Zoon de welbeminde, in U heb Ik mijn behagen gesteld.”

Bij de doop wordt tot ieder van ons gezegd: “Gij zijt een beminde zoon; gij zijt een beminde dochter; gij zijt een kind van God. Want jouw naam staat geschreven in de palm van Gods hand.” Op dat moment begint hier en nu het eeuwig leven, geborgen als we zijn in Gods liefde.

Leven gevende woorden

We kunnen dit vergelijken in het dagdagelijkse leven met een moeder die over haar zoontje zegt dat hij haar oogappel is. Of een grootvader die ter aanmoediging tegen zijn kleindochter zegt dat ze al heel flink kan lezen, omdat hij weet dat lezen bij haar niet zo vlot gaat. Of een jeugdtrainer die tegen zijn spelertjes na de match zegt dat hij fier is op hen omwille van hun samenspel. Telkens opnieuw fleurt dat kind op van zulke lieve en bemoedigende woorden. Zulke woorden geven leven – daarom nog niet eeuwig leven. Vandaar dat we zulke bemoedigende woorden zo vaak herhalen.

Maar wanneer we in relatie treden met God – zoals in de doop – spreekt God, onze Vader, zijn bemoedigende woorden over ons, zoals bij Jezus aan de Jordaan. Ten diepste fleuren wij van zijn liefdeswoord op. Dan komen wij tot leven, niet enkel vandaag, maar voor altijd, voor eeuwig. Gods eindeloze liefdesrelatie geeft ons het eeuwige leven: een leven vol van liefde en barmhartigheid.  

God, onze Vader,
Gij zijt de bron van alle leven.
Wij danken U voor de kinderen, geboren uit uw liefde.
Gij hebt hen aan onze zorgen toevertrouwd.
Laat hen opgroeien tot liefdevolle mensen.
Laat de kinderen die wij dopen een teken worden 
van uw tedere aanwezigheid te midden van de mensen,
tot vreugde van allen die hen ontmoeten.Amen.