Even voorstellen: Jef Roox

Uit Pastorale Eenheden Heilige Damiaan De Veuster Lanaken


Parochie Veldwezelt

Dit artikel is ook verschenen op Facebook

Vertel eerst eens iets over jezelf, Jef.
Ik ben Jef Roox, bijgenaamd Jef van Jeng van de Koek, en ben 66 jaar. Ik ben geboren in de Lindestraat waar nu huisnummer 93 staat. Toen stond daar een oud huurhuis, dwars op de straat. Nogal wat Veldwezeltenaren van mijn leeftijd en ouder zijn daar geboren en hebben daar gewoond. Later zijn we verhuisd naar de Geerenweg en ten slotte hebben mijn ouders gebouwd vooraan in de Lindestraat. Ik ben de oudste van vier. Mijn zusje Eveline is in 1963 gestorven. Ze was toen zes weken oud en mijn broer Martin is overleden in 2004. Hij was pas vijftig. Nu heb ik nog één zus in leven.

Waar heb je gewerkt?
Eerst heb ik zeven jaar bij de Mosa gewerkt in Maastricht. Na mijn legerdienst ben ik bij de waterleiding, officieel de Vlaamse Watermaatschappij, begonnen. In het begin in Eisden. Met het openbaar vervoer was dat een hele bedoening. Soms moest ik door de weiden crossen om mijn bus te halen. Na twee jaar ben ik mogen overstappen naar Tongeren. Zo kon ik meerijden met familieleden die ook bij de waterleiding werkten zoals mijn vader en nonk. In Veldwezelt waren nogal wat mensen werkzaam bij de waterleiding. Mijn job was het aansluiten van de huizen op het net. Ongeveer 15 jaar geleden was ik getuige van een ongeval waarbij arbeiders bekneld raakten tussen een vrachtwagen en een container. Dat gebeurde toe de vrachtwagen onverwacht een helling afrolde. Gelukkig zijn er toen geen doden gevallen. Mijn vrouw Christine heeft in een naaiatelier gewerkt. Mijn schoonmoeder heeft ongeveer 30 jaar bij ons ingewoond. Ze is overleden in 2014 en heeft haar honderdste verjaardag net niet gehaald.

Heb je nog contact met je collega’s?
In 2012 ben ik met pensioen gegaan. Maar nu ben ik bij het bestuur van de senioren van de waterleiding. We vergaderen maandelijks, behalve in juli en augustus, in het hoofdkantoor in Hasselt om onze activiteiten te bespreken. Elke maand is er iets te doen in Küringen, een voordracht of zo. Eenmaal per jaar gaan we op uitstap. We hebben al verschillende brouwerijen bezocht, een kaasfabriek, het wijnkasteel van Genoelselderen, het museum aan de brug van Vroenhoven … En er is ook nog de jaarlijkse barbecue.

Hoe ben je ertoe gekomen vrijwilliger te worden in WZC 3 Eiken?
Buiten mijn jog heb ik altijd in de tuin gewerkt en ben ik hier en daar gaan helpen als iemand van de familie aan ’t bouwen was. Maar dat werd moeilijk omdat ik al twee keer aan de rug ben geopereerd. Een hobby heb ik eigenlijk nooit gehad. In mijn jonge jaren voetbalde ik wel bij Tamara en als het weer het toelaat, fietsen we nogal veel, Christiane en ik. Maar ik verveelde me eigenlijk een beetje. Ongeveer anderhalf jaar geleden gingen we op bezoek bij een tante van mijn vrouw die in 3 Eiken verblijft. Na het gebruikelijke drankje in de cafetaria ben ik rechtstreeks naar de balie gegaan. Moet ik hier zijn om vrijwilliger te worden? Christiane wist niet wat ze hoorde. Wat zegt ge nu, vroeg ze zich af. Ik heb mijn telefoonnummer gegeven, ze hebben me gebeld en ik ben uitgenodigd voor een gesprek. Daar werd me uitgelegd wat mijn taken zouden zijn en zo ben ik eraan begonnen. Trouwens veel vrijwilligers hebben hier familie wonen.

Wat moet je concreet doen in WZC?
Elke woensdag ben ik van 10 tot 16 in 3 Eiken. ’s Middags moet ik het middagmaal mee opdienen en afruimen. Daarna help ik in het cafetaria. Maar eigenlijk sta ik in voor de kaartclub. We spelen kwajongen. Ik heb altijd gekaart met dorpsgenoten, elke zaterdagavond bij Mena en Jef in het Lindehof. Eerst ga ik alle kamers langs om na te vragen of ze willen kaarten. En dat is soms echt grappig. Zo is er een man die elke keer vraagt waar dat te doen is. Alhoewel hij elke week komt kaarten, weet hij dat niet meer. Hij zegt dan droogweg: daarom zit ik hier, omdat ik het niet meer weet. Verder is er iemand die wil meekaarten, maar er niets van kent. Daar ga ik dan bij zitten. Als er een man/vrouw te kort is, speel ik ook mee. Ik weet wel dat je niet met mensen mag lachen, maar toch vind ik het heel plezant om met hen om te gaan.

Krijg je ook een vergoeding voor je werk?
Nee, als vrijwilliger krijg je natuurlijk geen vergoeding. Maar geregeld worden we met een kleine attentie verrast. Zo heb ik eens een schort en keukenhandschoen gekregen. En toen ik rond Kerstmis ziek thuis zat, heeft de directeur me een boodschappentas gebracht met wijn, peperkoek, toast, jam, chips …
Met Valentijn, Kerstmis … worden we uitgenodigd voor een feestmaal, samen met de bewoners en het personeel. Jaarlijks is er een barbecue. Dat is allemaal wel niet gratis, maar toch goed om de groepsgeest te bevorderen.
Om de drie maanden vergaderen de vrijwilligers om te bespreken hoe de zaken draaien, of er problemen zijn.

Je bent toch ook bij de Lindekapel, niet?
Ja, sinds ongeveer vijf jaar help ik mee aan de jaarlijkse Sacramentsprocessie. Ik was eens gaan kijken toen de mannen aan de Lindekapel de Lourdesgrot aan ’t opbouwen waren. Sommigen waren al serieus op leeftijd en ze zochten jongeren. Mijn nonk, Mathieu Roox, Jee van de Koek en zijn vrouw Annie Franssen, Annie van Wellemke zijn altijd bij de processiegroep van de Lindekapel geweest. Mijn taak is, op voorhand, de gaatjes die langs de Lindestraat geboord zijn voor de wimpels, elk jaar terug vrij te maken. Vroeger deed ik dat met Arnold Jans (Nol van Bèrrebe). Gelukkig staan ze met blauwe kruisjes op de straatstenen aangegeven. Met een spuitbus heb ik die vorig jaar nog overschilderd. Op de processiedag zelf is het wimpels zetten en na de ommegang terug opruimen. Soms helpt Christiane me daarmee, want sedert het overlijden van haar moeder gaat ze mee met de Bernadettegroep. En voor de samenkomst van de processiegroepen van de Linde onder notenboom bij Rita en Mathieu zet ik tafels en stoelen klaar. Ook op de jaarlijkse uitstap zijn wij van de partij.

Hartelijk dank voor het aangename gesprek. Je doet het goed, Jef. Ga zo nog maar wat door. De mensen van het WZC zullen dat zeker waarderen.