De wijde kloof | weekend24-25 september

tekening door James Janknegt

Er was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feestvierde, terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag. Hij verlangde er naar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Ja, zelfs kwamen honden zijn zweren likken. Nu gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis. 

In de onderwereld, ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham, en Lazarus in diens schoot. Toen riep hij uit: Vader Abraham, ontferm u over mij en geef Lazarus opdracht de top van zijn vinger in water te dopen en mijn tong daarmee te komen verfrissen, want ik word door de vlammen hier gefolterd. Maar Abraham antwoordde: Mijn zoon, herinner u hoe gij tijdens uw leven uw deel van het goede hebt gekregen en op gelijke manier Lazarus het kwade; daarom ondervindt hij nu hier de vertroosting, maar wordt gij gefolterd. Daarenboven gaapt er tussen ons en u voorgoed een wijde kloof, zodat er geen mogelijkheid bestaat, zelfs als men het zou willen, van hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen. De rijke zei: Dan vraag ik u, vader, dat gij hem naar het huis van mijn vader wilt sturen, want ik heb nog vijf broers; laat hij hen waarschuwen, opdat zij niet eveneens in deze plaats van pijniging terecht komen. Maar Abraham sprak: Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren. (Lucas 16, 19-29)

Welvaartskloof

Er is een kloof tussen arm en rijk. Deze kloof geraakt maar niet overbrugd. Integendeel de welvaartskloof wordt elk jaar een beetje groter. Dit zien we elke dag opnieuw in onze samenleving. Rijken worden rijker en de armen worden alsmaar armer. Gelukkig hebben we in België, in deze tijden van zeer hoge inflatie, de aanpassing van de lonen en uitkeringen aan de index, aan het indexcijfer der consumptieprijzen. Maar bij elke indexaanpassing, die gebeurt in procenten, wordt de kloof in centen tussen hoge en lage inkomens telkens groter.

Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat jongeren, ondanks dat ze zo mobiel zijn en via hun smartphone met iedereen in contact kunnen komen, steeds meer trouwen of gaan samenwonen met een partner uit dezelfde sociale klasse. Met andere woorden arme mensen trouwen met elkaar, rijke mensen trouwen met elkaar, mensen met een universitaire opleiding trouwen meer en meer met iemand met een universitair diploma, laag opgeleiden trouwen met laag opgeleiden. Blijkbaar is zelfs jeugdige verliefdheid niet krachtig genoeg en niet in staat om de kloof tussen arm en rijk te overbruggen. 

Analoog is het in de wereld van de jeugdbewegingen. De Scouts trekken vooral kinderen van hoger opgeleiden aan. De Chiroleiding is vooral bevolkt door jongeren uit de middenklasse. Kinderen en jongeren uit de lagere sociale klasse missen globaal genomen de boot als het over jeugdbewegingen gaat. 

De tendens is duidelijk. Armen en rijken ontmoeten elkaar steeds minder. Ze zien elkaar steeds minder staan. Ze leven steeds meer naast elkaar. 

Het is geheel dezelfde situatie als deze in het evangelie. Lazarus lag aan de poort, de plaats waar iedereen, jong en oud, rijk en arm, voortdurend voorbij kwam. Maar de rijke had Lazarus nooit opgemerkt. Waarschijnlijk droeg die rijke man niemand een kwaad hart toe. Maar armen en armoede zag hij gewoonweg niet. Zwijg stil dat hij enige actie zou ondernemen. Bijvoorbeeld dat hij de overschotten van tafel zou laten bezorgen aan de armen. 

De kloof die er was tussen de arme Lazarus en de rijke, was niet op de eerste plaats het gevolg van uitbuiting. Nergens in het evangelie staat dat de rijke een uitbuiter was. Niet de uitbuiting, maar wel de onverschilligheid vestigt een onoverbrugbare kloof tussen arm en rijk. Ook als wij vandaag onverschillig blijven voor het lot van arme medemensen, dan wordt de kloof onoverbrugbaar. Vervolgens geeft onze onverschilligheid alle ruimte aan hen die medemensen onbeschaamd willen uitbuiten. 

Onze onverschilligheid leidt tot een lichtzinnige zorgeloosheid over het lot van medemensen en tot een valse zelfverzekerdheid over onszelf. Daarover zegt de profeet Amos: “Wee, de zorgelozen in Sion, de zelfverzekerden op Samaria’s berg. 

Zij genieten overvloedig van het leven, maar om Jozefs ondergang bekreunen zij zich niet.” 

Is er dan helemaal geen uitweg uit deze situatie? Zal de wijde kloof tussen arm en rijk tot in de eeuwigheid standhouden? Mogen wij dit besluiten uit de woorden van Abraham in de parabel: “Daarenboven gaapt er tussen ons en u voorgoed een wijde kloof, zodat er geen mogelijkheid bestaat, – zelfs als men zou willen – van hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen.” Is bijgevolg de wijde welvaartskloof definitief onoverbrugbaar?

Wet van Mozes

Neen, want er is een alternatief voor onze onverschilligheid. Dat alternatief is de wet van Mozes en de profeten. De wet van Mozes geeft aan de arme, de vreemdeling, de weduwe en de wees een centrale plaats. Zo lezen we in het Bijbelboek Deuteronomium (Dt. 15.11) “Armen zullen er altijd blijven in het land; juist daarom gebied ik u: doe uw beurs wijd open voor uw behoeftige en arme landgenoot,”. 

Het is een gebod van zorg, naastenliefde en solidariteit. Die wet is ingeschreven in het hart van ieder mens. Profeten doen daar telkens opnieuw een beroep op. Wanneer we ons eigen hart ten volle laten spreken, dan zien we de arme opnieuw staan. 

Goede God, behoed ons voor onverschilligheid in het leven. 
Doorbreek onze zelfbetrokkenheid. 
Maar maak ons hart teder en zachtmoedig voor ieder mens in nood. 
Opdat de wijde kloof tussen arm en rijk kleiner zou worden. Amen.