Angst voor de toekomst | weekend 10-11 december

Johannes (de Doper) hoorde in de gevangenis over de werken van Jezus en liet Hem door zijn leerlingen de vraag stellen:  “Zijt Gij de Komende, of hebben wij een ander te verwachten?” Jezus antwoordde hun: “Gaat aan Johannes zeggen wat gij hoort en ziet: blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd. (Mt. 11,2-5)  

Het beeld van Johannes de Doper in het evangelie van deze zondag, is een geheel ander beeld dat we van hem kregen in de evangelielezing van vorige zondag. Johannes zit in de gevangenis van Herodes te wachten op de onvermijdelijke fatale afloop. Hij is verstandig genoeg om te weten dat je hoge pieten in de samenleving niet straffeloos op hun tenen trapt. In zijn verkondiging had hij Herodes – zoals ook de farizeeën en Sadduceeën – te hard aangepakt en aangeklaagd. Zijn rol van wegbereider, van voorloper, van verkondiger van bekering, van recht en gerechtigheid is uitgespeeld. 

Trouwens, had Johannes de Doper niet zelf gezegd dat ‘Die na hem komt’ belangrijker is dan hijzelf. Klaarblijkelijk is – naar hij hoort vertellen – die persoon na hem gekomen. Dit is toch de draagwijdte van zijn vraag, die Johannes de Doper door twee van zijn leerlingen laat stellen: “Zijt gij de komende of hebben we een andere te verwachten”. De vraag van Johannes de Doper naar Jezus toe is een heel geladen vraag. Zij getuigt van twijfel, ontmoediging, teleurstelling. Johannes de Doper is amper dertig jaar oud en heeft geen toekomstperspectief mee.

Vertwijfeld wachten

Advent bij Johannes de Doper is geen periode van vreugdevol afwachten, zoals een zwangere vrouw vreugdevol de geboorte van haar kind afwacht. Het verwachten bij Johannes de Doper is een vertwijfeld verwachten, eerder een bang en onzeker afwachten wat de toekomst brengen zal, een tijd van vertwijfeling. 

Ook vandaag zijn er mensen die de toekomst vertwijfeld afwachten. Vaak zijn het mensen die in armoede leven. Zal ik morgen de rekening nog betaald kunnen krijgen van het water, de elektriciteit, van de huur, van de kinderen op school?

Volgens Armoedebarometer ligt het risico op armoede of sociale uitsluiting in België om 19 %, dit is één vijfde van de bevolking. Dit zijn cijfers van 2021, dus van voor de energiecrisis die we nu doormaken. Volgens diezelfde Armoedebarometer leeft 12% van de Vlamingen effectief in armoede. Het zijn vooral de eenoudergezinnen, personen met een migratiegeschiedenis en gepensioneerden die erop achteruit gaan. 

Kinderarmoede

Het meest verontrustend is de stijging van de kinderarmoede. Sinds 2012 neemt de kinderarmoede elk jaar in ons land toe. De meest recente cijfers (2021) zijn hallucinant voor een rijk land en welvaartstaat als België: 1 op 7 kinderen wordt geboren in armoede. De lege boterhamdozen op school spreken boekdelen. Zoals ook 2000 jaar geleden het kindje Jezus geboren werd in een armoedig gezin, dat moest schuilen in een stal, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg van onze wereld.

Vertwijfeling en angst omtrent de toekomst bepalen het leven van duizenden gezinnen in armoede. Vertwijfeling omtrent de toekomst bepaalde ook het leven van Johannes. Maar Johannes kreeg op zijn vertwijfeling wel een antwoord. “Gaat aan Johannes zeggen – zei Jezus – wat gij hoort en ziet: blinden zien en lammen lopen, melaatsen genezen en doven horen, doden staan op en aan armen wordt de Blijde Boodschap verkondigd.”

Hoopvolle verwachting

Zullen de armen in onze samenleving in deze adventstijd ook een blijde tijding krijgen? Zal hun vertwijfeling omslaan in hoopvolle verwachting? Het antwoord op deze vragen zal enkel positief zijn als wij durven opkomen voor meer solidariteit in onze samenleving. Welzijnszorg roept ons dit jaar daartoe opnieuw op.

Goede God, maak ons hart waakzaam. Dat wij tijdens de komende feestdagen een warme aandacht hebben voor mensen die vertwijfeld in het leven staan. Want ieder huisje heeft zijn kruisje, ook te midden van het feestgedruis met Nieuwjaar.