Zuurstof en serum voor de wereld | weekend 18-19 november
Want het is als iemand die naar het buitenland ging, zijn eigen dienaren bij zich riep en hun zijn bezittingen toevertrouwde. En aan de één gaf hij vijf talenten, aan de ander twee en aan de derde één, ieder naar zijn bekwaamheid, en hij reisde meteen weg.
Hij die de vijf talenten ontvangen had, ging weg en handelde daarmee en hij verdiende vijf andere talenten erbij. Evenzo verdiende degene die de twee talenten ontvangen had, er nog twee bij. Maar hij die het ene ontvangen had, ging weg en groef een gat in de grond en verborg het geld van zijn heer. Na lange tijd kwam de heer van die dienaren terug en hield afrekening met hen. En degene die de vijf talenten ontvangen had, kwam en bracht nog vijf talenten bij hem, en hij zei: Heer, vijf talenten hebt u mij gegeven; zie, nog vijf talenten heb ik aan winst gemaakt. Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer. En degene die de twee talenten ontvangen had, kwam ook naar hem toe en zei: Heer, twee talenten hebt u mij gegeven, zie, twee andere talenten heb ik aan winst gemaakt. Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer. Maar hij die het ene talent ontvangen had, kwam ook en zei: Heer, ik wist dat u een streng man bent, omdat u maait waar u niet gezaaid hebt, en inzamelt van de plaats waar u niet gestrooid hebt. En ik ben bevreesd weggegaan en heb uw talent verborgen in de grond; zie, hier hebt u het uwe. Maar zijn heer antwoordde en zei tegen hem: Slechte en luie dienaar, u wist dat ik maai waar ik niet gezaaid heb en van de plaats inzamel waar ik niet gestrooid heb. Dan had u mijn geld aan de bankiers moeten geven, en ik zou bij mijn komst het mijne met rente teruggekregen hebben. Neem daarom het talent van hem af en geef het aan hem die de tien talenten heeft. Want ieder die heeft, aan hem zal gegeven worden, en hij zal overvloedig hebben; maar van hem die niet heeft, van hem zal afgenomen worden ook wat hij heeft. En werp de onnutte dienaar uit in de buitenste duisternis; daar zal gejammer zijn en tandengeknars. (Mt. 25, 14-30)
Het wordt heel vaak gezegd: iedereen heeft talenten en eigen mogelijkheden. En dat is zo: sommigen zijn begenadigd met een enorme dosis lichaamskracht, anderen hebben een sterk geheugen of zijn een wiskundig genie. Weer een ander is kunstzinnig aangelegd of heeft een talenknobbel. Velen staan met hun talenten in de kijker. Maar er zijn ook mensen die met hun talenten meestappen in de stoet van het dagelijkse leven, onopvallend. Zij moeten het misschien stellen met kleinere talenten. Ze proberen hun werk graag en goed te doen. Zij hebben oog voor noden en zorgen van medemensen. En allicht zijn dat de mensen die Jezus op het oog heeft. Dat zijn de mensen die de talenten rijke vruchten laten dragen.
Kleur bekennen
De parabel van de talenten spoort de mensen aan om alles wat ze hebben aan mogelijkheden en gaven, kansen en eigenschappen en talenten in te schakelen in Gods droom met mens en wereld. We mogen onze talenten ombuigen tot bouwstenen van Gods Rijk. Christenen moeten mensen zijn die ook aanwezig zijn in de wereld. We zijn gevlucht diep in het bos van de hedendaagse samenleving. Onze maatschappij heeft zuurstof nodig en serum, nu zij op sterven na dood is. Christenen kunnen die zuurstof zijn van de wereld in deze tijd. Waar zijn de wetenschappers, politiekers, evangelisch bewogen rechters, kunstenaars, schrijvers die vanuit het evangelie kleur bekennen en nieuwe zuurstof zijn voor de wereld? Maar ook de mens in de straat die probeert daar waar hij leeft en werkt, iets met zijn talenten te doen. Zullen we zulke mensen vinden? Zal de Heer, wanneer hij de balans van ons leven opmaakt, kunnen zeggen dat ons leven een bijdrage was tot het doorbreken van Gods Rijk? Laten we alles inzetten wat we hebben en wat we kunnen! Laten we het niet opgeven! Iedereen heeft talenten gekregen, laten we ze niet in de grond stoppen, maar ze beleggen in daden van liefde en gerechtigheid, zodat we van de Heer mogen horen: ‘Over weinig waart ge trouw, over veel zal ik u aanstellen’.
We danken U, God,
voor uw grote geloof in ons, mensen.
Dank dat wij in uw Naam
zorg mogen dragen voor deze wereld.
Sterk en inspireer ons,
opdat we onze talenten goed gebruiken,
elk dag van ons leven. Amen.
diaken Julien