Wat zou jij doen? | weekend 7-8 oktober
Luistert naar een andere gelijkenis, zei Jezus: Er was eens een landeigenaar die een wijngaard aanlegde; hij zette er een heining omheen, hakte een wijnpers erin uit en bouwde een wachttoren. Daarop verpachtte hij hem aan wijnbouwers en vertrok naar den vreemde.
Toen de tijd van de oogst gekomen was, zond hij zijn dienaren naar de wijnbouwers om de opbrengst in ontvangst te nemen. Maar de wijnbouwers grepen zijn dienaren vast. Zij mishandelden de een, doodden de ander en stenigden een derde. Daarop zond hij andere dienaren, talrijker dan de eersten; maar zij behandelden hen op dezelfde manier. Tenslotte stuurde hij zijn zoon naar hen toe, in de veronderstelling, dat zij zijn zoon wel zouden ontzien. Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: Dat is de erfgenaam; vooruit, laten we hem vermoorden en ons zijn erfenis toe-eigenen. Ze grepen hem vast, wierpen hem de wijngaard uit en doodden hem. (Mt. 21,33-39)
“Aan welke kant, zou / zal ik staan, als het er echt op aankomt ?” Het volk van Israël, het volk van het oude verbond, had al vele eeuwen lang een zeker voorrecht in het mogen ontdekken wie God is. In hun ontstaans- en bestaansgeschiedenis mochten zij God leren kennen als een God die, steeds opnieuw, met mensen in relatie treedt. In zovele gebeurtenissen, in zoveel profetieën, had God zich geopenbaard en steeds opnieuw Zijn Verbond met de mensen hersteld.
Toch liep het keer op keer fout waarbij de mensen, die in naam van God optraden, vaak een weinig benijdenswaardig lot moesten ondergaan. En ook Jezus voelde al snel dat Hem hetzelfde lot, als veel profeten, te wachten stond.
Het Nieuw Verbond
Het volk keek reikhalzend uit naar die langverwachte Messias; naar de persoon die het oude verbond met God zou vernieuwen. Een verbond dat gekend was; dat beschreven stond in vele oude boeken en verhalen en toch werd Jezus maar door een heel kleine groep mensen, vooral mensen uit de marge, erkend. Een overgrote meerderheid vond Hem en Zijn Boodschap dwaas, gevaarlijk en verwerpelijk.
Jezus vertelt, wanneer Hij voelt dat vele mensen Zijn Boodschap verwerpen, de gelijkenis van de wijnbouwers waarin Hij zichzelf plaatst in de lijn en het lot van de vele profeten voor Hem. Landeigenaar God maakt de wijngaard in orde voor ons wijnbouwers. En wat doen wij? De landeigenaar stuurt uiteindelijk zijn zoon, Jezus, in de veronderstelling dat de wijnbouwers nu wel zonder morren de opbrengst afgeven. En wat doen wij?
Dan komt de vraag weer wat wij zouden doen, mochten we 2000 jaar geleden aanwezig zijn, in Jeruzalem, op dat bijzondere moment waarop Pilatus vraagt “Wat moet ik dan doen met Jezus de Nazarener?” Of anders gesteld: “Waar zal ik staan, mocht Jezus als profeet vandaag op aarde rondlopen. Zou ik Hem (h)erkennen als Zoon van God?”
Het is een belangrijke vraag die waarschijnlijk niet zo eenvoudig te beantwoorden is. De wijze mensen van destijds – farizeeërs, schriftgeleerden en priesters (zij die de theologische kennis hadden, die vele jaren de Heilige Geschriften hadden bestudeerd en die dagelijks bezig waren met het gebed en de cultus in de tempel en de synagogen) – het zijn net zij die, als het er op aan komt, op de eerste rij staan en het luidste roepen: “Weg met Hem”. De Messias (h)erkennen had dus weinig van doen met theologische kennis maar wel alles met een open hart en een open geest omdat God toch net weer anders is.
“Aan welke kant, zou / zal ik staan, als het er echt op aankomt”; het is een vraag die er ook vandaag nog toe doet; misschien nog meer dan 2000 jaar geleden. Wat zou ik antwoorden als Hij aan mij zou vragen “Wie zeg jij dat Ik ben?” Hopelijk kan er dan, met open hart en open geest, verder gekeken worden, dan eigen ideeën en kennis over God en wordt Hij erkend als Heer en Hoeksteen van ons leven.
Heer, geef mij een open hart en een open geest,
en maak dat ik zien kan;
waar en hoe Gij aanwezig zijt
op plaatsen en momenten
waar wij U misschien niet verwachten.
Hou mijn geloof scherp,
opdat ik steeds mag ervaren,
dat Gij aan onze kant staat. Amen.