Vertrouwen | weekend 19-20 juni

Op diezelfde dag tegen het vallen van de avond sprak Jezus tot zijn leerlingen: ‘Laten we oversteken.’ Zij stuurden het volk weg en namen Hem mee zoals Hij daar in de boot zat; andere boten begeleidden Hem. Er stak een hevige storm op en de golven sloegen over de boot, zodat hij al vol liep.

Intussen lag Hij aan de achtersteven op het kussen te slapen. Ze maakten Hem wakker en zeiden Hem: ‘Meester, raakt het U niet dat wij vergaan?’ Hij stond op, richtte zich met een dwingend woord tot de wind en sprak tot het water: ‘Zwijg, stil!’ De wind ging liggen en het werd volmaakt stil. Hij sprak tot hen: ‘Waarom zijt ge zo bang? Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit?’ Zij werden door een grote vrees bevangen en vroegen elkaar: ‘Wie is Hij toch, dat zelfs wind en water Hem gehoorzamen?

Gelovig opvoeden

Hoe kunnen wij kinderen en jongeren gelovig opvoeden? Deze vraag wordt heel vaak versmald tot: ‘Hoe kunnen we hen inzicht geven in het geloof? Hoe kunnen wij een aantal geloofswaarheden doorgeven?’ Deze verenging van de vraagstelling zet meteen ons denken over gelovige opvoeding op een verkeerd spoor. In de Bijbel heeft geloven niet op de eerste plaats te maken met het aanvaarden van een aantal waarheden, maar wel met ‘vertrouwen’. 

‘Waarom zijt gij zo bang? Hoe is het mogelijk dat ge nog geen geloof bezit?’ Deze vraag van Jezus wordt in de nieuwe Bijbelvertaling vertaald met: ‘Waarom zijn jullie bang? Hebben jullie nog geen vertrouwen?’ Gelovig opvoeden van kinderen thuis, op school, in de parochie heeft op de eerste plaats te maken met kinderen te laten groeien in vertrouwen. 

Het credo

Zo zeggen we in elke eucharistieviering ‘het credo, onze geloofsbelijdenis’ op. Het credo gaat echter niet over welke waarheden we moeten aannemen in het leven. Wel over wat we mogen hopen; wat we vanwege God mogen verwachten; waarop we als gelovige mogen vertrouwen. Het antwoord in het credo is: ‘God gaat met ieder van ons persoonlijk op weg en blijft ons trouw, zoals Hij sinds de schepping op weg is gegaan met ieder mens en in het bijzonder met zijn Zoon Jezus Christus.’ We zeggen in elke eucharistie het credo op, opdat we mogen groeien in dat geloof, in die hoop, in dat vertrouwen. 

Maar wat is er nu voor nodig om kinderen te laten groeien in vertrouwen? Daar is natuurlijk meer voor nodig dan het aanleren van de woorden van het credo. Twee beproefde wegen helpen ons om kinderen vol vertrouwen in het leven te leren staan. 

Beminnen

Op de eerste plaats komen kinderen tot vertrouwen als ze mogen ervaren dat ze ten diepste bemind zijn, zoals ze zijn. Als zij mogen ervaren dat ze nooit, zelfs in de meest moeilijke omstandigheden van het leven aan hun lot worden overgelaten.

Grenzen trekken

Een tweede weg, om kinderen te laten groeien in vertrouwen, is door het trekken van grenzen. Als in het leven van kinderen geen enkele grens wordt getrokken, dan hebben ze ook geen houvast en zekerheid in het leven. Dit tast fundamenteel het vertrouwen aan. Het trekken van grenzen, noemen we ook wel de morele opvoeding van een kind. We zijn er dagelijks mee bezig wanneer we bijvoorbeeld tot kinderen zeggen: ‘Jij mag je broertje geen pijn doen. Jij mag niet alles voor jezelf houden, maar je moet dat delen met anderen. Zeg eens eerlijk wat er gebeurd is, het is niet fijn dat jij liegt. Jij moet op tijd gaan slapen, anders ben je morgen lastig en vervelend voor anderen. Stop nu met spelen en ga nu wat studeren want morgen zijn er toetsen.’ 

Slechts door grenzen te stellen in het leven, geeft men een kind richtingaanwijzers en levensoriëntaties in het leven mee. Duidelijke levensoriëntaties zijn een noodzakelijk  houvast om vertrouwen in het leven te kunnen hebben. Opdat kinderen en jongeren, zoals de leerlingen van Jezus in de boot, geen angst hoeven te hebben in het leven.

Goede God, geloven is leren vertrouwen op U, in goede en kwade dagen, in ziekte en gezondheid, in armoede en rijkdom, in de storm en de windstilte van het leven. Laat ons geduldig groeien in dit vertrouwen, omwille van Jezus Christus, uw Zoon en onze Heer. Amen.