Rotte appels | weekend 10-11 juni
Toen Jezus vandaar verder ging, zag Hij iemand aan het tolhuis zitten die Matteüs heette, en Hij zei tot hem: “Volg mij.” De man stond op en volgde Hem. Terwijl Hij nu in diens woning aan tafel aanlag, kwamen ook vele tollenaars en zondaars met Jezus en zijn leerlingen aanliggen. Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden ze tot zijn leerlingen: “Waarom eet uw Meester met tollenaars en zondaars?” Hij hoorde dit en zei: “Niet de gezonden hebben een dokter nodig, maar de zieken. Gaat heen en leert wat het zeggen wil: Ik wil liever barmhartigheid dan offers. Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.” (Matteüs 9, 9-13)
Een rotte appel, wat doe je daarmee? Een rotte appel verwijder je radicaal, voordat die de andere – de gezonde – appels aansteekt. Deze volkswijsheid wordt heel lichtvaardig toegepast op mensen.
In Jezus’ tijd waren de tollenaars de rotte appels van de Joodse samenleving. Ook de tollenaar Matteüs was een rotte appel in de ogen van velen. Want mannen van zijn slag werden met een scheef oog bekeken. Tollenaars leverden in feite hand-en-spandiensten aan de Romeinse bezetter. Het waren dus collaborateurs. Het steeds zitten neuzen in andermans bagage werd onder meer door handelslui niet bepaald in dank afgenomen. Daarenboven waren tollenaars vaak corrupt. Ze eisten meer tol dan billijk was. Datgene wat teveel werd gevraagd werd in eigen zakken gestoken.
Ook de tollenaar Matteüs was zo’n rotte appel. In plaats van zulk een rotte appel te verwijderen kiest Jezus juist Matteüs uit om leerling van Hem te worden. Waarom, juist hem? Waarom juist een rotte appel?
Barmhartigheid
Jezus koos voor Matteüs omwille van het komen van het Rijk van God. Want in het Rijk van God moet er barmhartigheid zijn. Jezus wil Gods barmhartigheid centraal stellen, niet het foutief corrupt gedrag van tollenaars. Aan de Farizeeërs verweet Jezus dan ook een tekort aan barmhartigheid. Wie zichzelf, zoals de farizeeërs, rechtvaardig acht, zonder barmhartig te zijn voor zijn medemens, zit op het verkeerde pad.
Wie zichzelf rechtvaardig acht, vervalt gemakkelijk in een zwart-wit-denken of in een wij-zij-denken. Waarbij ‘wij’ natuurlijk aan de goede kant staan en ‘zij’ aan de slechte.
Wij zijn goed; zij zijn slecht. Wij hebben propere handen; zij vuile. Wij gaan altijd recht door zee; zij sjoemelen altijd. Wij vertellen de waarheid; zij liegen. Wij zijn eerlijk en correct; zij zijn zakkenvullers. Wij zijn ijverig; zij zijn lui.
Farizese houding
Zulk een farizese houding leidt altijd tot een onrechtvaardig hard oordeel over de anderen. Maar vooral dat deze houding altijd leidt tot een breuk in het samenleven.
Men is niet langer meer bereid om met die andere om te gaan, om samen te zoeken naar oplossing bij problemen, om een gulden midden weg te vinden.
“Waarom eet uw Meester met tollenaars en zondaars?” merkten de Farizeeërs wrevelig op. Jezus kon niet anders. Want Hij wilde de breuk die was ontstaan in het samenleven terug herstellen. Want een samenleving waarin de wij-zij tegenstelling op de spits wordt gedreven is niet leefbaar. Uiteindelijk leidt dit tot geweld en tegengeweld. Het enige alternatief is de weg van de barmhartigheid, waarbij medemensen steeds opnieuw kansen krijgen.
De weg van de barmhartigheid was omstreden in de tijd van Jezus. Ook in onze tijd is de weg van de barmhartigheid omstreden. Maar voor christenen is het een vanzelfsprekendheid.
God onze Vader,
wij bidden u: geef ons de kracht en de moed
om op te komen tegen elke vorm van onrecht,
veraf en dichtbij.
Maar laat ons daarbij niet vervallen in een wij-zij-denken,
waarin wij de betere zijn.
Immers in het gelaat van de andere zien wij uw gelaat,
uw vraag, uw verlangen naar een barmhartige en rechtvaardige wereld.
Inspireer ons met die geest barmhartigheid,
de geest van uw Zoon, onze Heer, Jezus Christus,vandaag, morgen en alle dagen van ons leven. Amen