Redden wat bijna verloren is | weekend 29-30 oktober
Jezus keek omhoog en zei:
“Zacheüs, kom vlug naar beneden,
want vandaag wil Ik in uw huis te gast zijn.”
Zacheüs kwam snel naar beneden
en ontving Jezus vol blijdschap in zijn huis. (…)
Toen sprak Jezus tot hem:
“Vandaag is in dit huis geluk en zegen gekomen,
want ook deze man is een zoon van Abraham.
De Mensenzoon is immers gekomen
om te zoeken en te redden wat verloren was.”
(Lucas 19*)
Verhaal aan de buiten- en binnenkant
We kennen dit verhaal van Zacheüs: we hebben het al vaak gehoord. Toen we daarjuist de eerste regel hoorden, wisten we al wat er ging gebeuren …
We kennen het verhaal in ieder geval ‘aan de buitenkant’. Daarom wil ik jullie vandaag uitnodigen om in het verhaal te kruipen. Ik nodig jullie uit om even in de huid te kruipen van de verschillende personages.
Het eerste personage is de menigte, het volk langs de kant van de weg. Ze staan daar en ze juichen Jezus toe. Waarom zijn ze gekomen? Misschien hopen ze wel op een wonder, een beetje sensatie … In ieder geval vinden ze dat Jezus aan hen behoort: ze beschouwen zichzelf als ‘de goeden’, die recht hebben op de aandacht van de Godsman Jezus.
De evangelist zegt dat de menigte de zoekende mens Zacheüs hindert om Jezus te zien. Ze hinderen hem fysiek, doordat ze voor hem staan. Maar de evangelist bedoelt ook dat ze door hun houding (“wij zijn de goeden”) Zacheüs hinderen om een juiste blik te krijgen op Jezus.
Wanneer Jezus met Zacheüs meegaat, horen we de menigte morren: “Hij neemt bij een zondaar zijn intrek”. Ze spijkeren Zacheüs vast op zijn fouten, maar ook: ze beschouwen zichzelf als ‘niet-zondaars’, als ‘rechtvaardigen’.
Ik denk dat deze mensen ‘s avonds – toen Jezus de stad uit was – ontgoocheld naar huis zijn gegaan. Het bezoek van Jezus in hun stad heeft hen niets positief bijgebracht, integendeel: zij hebben zich aan Hem geërgerd …
Het is aan ieder van ons om uit te maken in welke mate we ons in deze ‘menigte’ herkennen.
Wij noemen ons christen, we vinden dat wij bij Jezus horen en dat Jezus aan ons behoort … We delen mensen op in vakjes en spijkeren ze vast op hun verleden; we zijn vaak vlug om anderen te veroordelen en heel mild om onze eigen minder mooie kanten goed te praten …
Zo hinderen ook wij mensen om Jezus te zien; we maken het zoekende mensen moeilijk om Jezus te ontmoeten. Bovendien hinderen we zo ook onszelf om te zien wie Jezus echt kan zijn …
Wie is Jezus
Laten we daarom eens naar Zacheüs kijken.
Hij is ‘hoofdambtenaar bij het tolwezen en een rijk man’. Hij heeft dus een hoge functie en veel geld. Je zou kunnen zeggen: “hij is binnen”, hij heeft wat hij moet hebben …
En toch is hij op zoek. De tekst zegt: “hij probeerde te zien wie Jezus was”. Dat is heel anders dan gaan kijken uit nieuwsgierigheid. Hij wil zien wie Jezus is, wat Hij doet, hoe Hij zich gedraagt, wat er van Hem uitstraalt.
Eerst probeert hij Jezus te zien van op afstand: van op de laatste rij … Maar dat lukt niet, hij is te klein. Vervolgens probeert hij het verscholen en verstopt in het gebladerte van een boom … Ja, dat lukt, hij ziet Jezus, maar zal hij ook zien ‘wie Jezus is’?
En dan houdt Jezus halt, kijkt naar omhoog en spreekt hem aan: “Zacheüs, vandaag moet Ik in uw huis te gast zijn”. Moet? Van wie moet Jezus? … Hij moet het van God: want het is zijn zending en roeping mensen die verloren zijn te redden!
En nu ziet Zacheüs wie Jezus is. Zacheüs ziet dat Jezus hem aankijkt: niet met een veroordelende blik, maar wel vol liefde … en die blik verandert zijn leven.
Het evangelie nodigt ons allen uit om de houding van Zacheüs aan te nemen: ‘klein’, goed beseffend dat we niet perfect zijn én ‘op zoek’: vol verlangen om Jezus echt te leren kennen.
In de mate dat we die houding aannemen, kunnen ook wij ervaren dat Jezus ons liefdevol aankijkt. En die blik kan ook ons leven veranderen.
Liefdevolle blik
En vanaf dan kunnen wij voor andere mensen een beetje meer zoals Jezus worden. Dat is het derde en laatste personage uit dit verhaal: steeds met een liefdevolle blik naar mensen kijken en zo met God proberen te zoeken en te redden wat verloren lijkt.