Redden wat bijna verloren is | weekend 2-3 november
Toen Jezus bij die plaats kwam, keek Hij omhoog en zei:
“Zacheüs, kom vlug naar beneden,
want vandaag wil Ik in uw huis te gast zijn.”
En Zacheüs kwam snel naar beneden
en ontving Jezus vol blijdschap in zijn huis. (…)
Toen sprak Jezus tot hem:
“Vandaag is in dit huis geluk en zegen gekomen,
want ook deze man is een zoon van Abraham.
De Mensenzoon is immers gekomen
om te zoeken en te redden wat verloren was.”
(Lucas 19*)
Wij klasseren mensen te vlug als
‘hopeloos’ en ‘niets mee aan te vangen’.
Jezus kijkt anders:
Hij ziet in ieder mens een kind van God,
een hart dat verlangt gelukkig te zijn.
We kunnen daar veel van leren
in onze omgang met anderen.
Maar vooral:
wat een geluk voor ons dat Jezus zo handelt;
want ook wij zijn geregeld op de dool …
Jezus stelt vandaag in het evangelie een teken door ons duidelijk te maken wat zijn zending is: “Hij is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was.” En in Jericho komt Hij een zekere Zacheüs tegen, een tolbeambte, iemand die geslaagd is in het leven. Hij heeft een belangrijke functie en is rijk, maar ook een hebzuchtig en egoïstisch manneke. Hij steekt geld in zijn eigen zakken, niemand moet hem hebben en hij wordt uitgesloten door de andere joden.
Zacheüs heeft eigenlijk iets van ons allemaal: zijn ook wij niet dikwijls alleen maar met onszelf bezig? Stoten we niet meer dan eens op onze eigen beperkingen en weten wij soms niet welke richting we moeten uitgaan? En misschien voelen wij, net zoals die kleine Zacheüs, ook honger naar meer, naar een dieper geluk, naar een warme gemeenschap waar plaats is voor iedereen.
En dat verlangen doet Zacheüs in een boom klimmen om te zien wie Jezus is. En Jezus kijkt hem aan, Hij kijkt recht in het hart van Zacheüs. Jezus ziet niet alleen een kleine man in de boom zitten, maar ook een mens met een verlangen naar waardering en écht leven. “Zacheüs, kom vlug naar beneden, want vandaag moet ik bij u te gast zijn”, zegt Jezus. En Zacheüs klimt uit de boom en ontvangt Jezus met vreugde in zijn huis. Jezus biedt hem zijn vriendschap en zijn waardering aan. En dat gebaar van Jezus haalt zijn leven overhoop. Zacheus opent zijn hart voor Jezus, het maakt hem anders en nieuw. Door die ontmoeting met Jezus komt al het goede dat in zijn hart verborgen lag, tot leven.
Jezus zoekt wat verloren is. Voor Hem hoeven we niet volmaakt te zijn, hoeven we geen supermensen te zijn. Dat we verlangen naar Jezus, dat is meer dan genoeg. Het is Jezus die zelf naar ons uitkijkt. Hij roept in ons hart het goede dat er verborgen is, tot leven.
Dit evangelie roept ons op om geen etiketten op mensen te plakken en geen mensen op te sluiten in het beeld dat wij van hen hebben. Als wij erin slagen om naar de anderen te kijken met de ogen van Jezus, met de ogen van de Liefde, kunnen ook wij, net zoals Zacheüs, nieuwe mensen worden.
Aan de rand van de kerk
‘Randkerkelijken’: het was een populair begrip in kerkelijke middens in de jaren ’70 en ’80 van vorige eeuw. Er vond toen bij vele kerkgangers een beweging plaats van het centrum naar de rand van de katholieke kerk. De wekelijkse eucharistieviering op zondag – het centrum van het christelijk leven – werd in het beste geval vervangen door kerkbezoek op de hoogdagen. De vervreemding met de plaatselijke parochiegemeenschap werd steeds groter. Het aantal randkerkelijken is sindsdien alleen maar toegenomen, zodat vandaag de doorsnee christen in Vlaanderen een randkerkelijke geworden is. Het is dus dringend tijd om voor die vele randkerkelijke christenen een patroonheilige te zoeken. Zacheüs zou wel eens een goede kandidaat kunnen zijn. Immers zoals vele hedendaagse randkerkelijken stond ook Zacheüs aan de rand van de Joodse religieuze samenleving.
Alleen weten we niet of Zacheüs ‘heilig’ geworden is. We weten niet hoe Zacheüs’ leven, na zijn ontmoeting met Jezus, verder verlopen is. Was zijn verdere levensweg een weg van heiligheid en vooral van rechtvaardigheid? Zou hij daadwerkelijk de helft van zijn bezit aan de armen geschonken hebben? Wij weten het allemaal niet. Wij hoeven het ook niet te weten. Want bij heiligheid ligt altijd meer de nadruk op Gods genade, dan op de inspanningen van de (zondige) mens. Vandaar dat Jezus zegt: “Vandaag is dit huis heil ten deel gevallen.” Niet op de eerste plaats omwille van de beloftes die Zacheüs doet. Want die zouden achteraf gezien wel eens heel ijdel kunnen geweest zijn. Maar omdat Jezus Zacheüs tot het centrum van zijn liefdevolle aandacht heeft gemaakt. Want Jezus is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is.
Heer, toen ik verloren en ten einde raad
op zoek ging naar iemand die begrijpen en helpen kon,
heb ik U gevonden, op zoek naar mij.
Gij hebt in mijn huis – bij een zondaar – uw intrek genomen,
onvergetelijk mild en goddelijk barmhartig.
Gij hebt mij opgericht en nieuw gemaakt,
eindelijk mezelf, opnieuw geboren, onverdiend gelukkig.
Dank U, Heer,
en laat ook mij voor anderen vriendschap en vrede zijn.