Minne | weekend 20-21 maart

Jezus zei: ‘Het uur is gekomen, dat de Mensenzoon verheerlijkt wordt. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: als de graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen: maar als hij sterft, brengt hij veel vrucht voort. Wie zijn leven bemint, verliest het, maar wie zijn leven in deze wereld haat, zal het ten eeuwigen leven bewaren. (Johannes 12, 23-25)

Bij de profeet Jeremia lezen we dat God zelf zijn wet schrijft in het binnenste van de mens: ‘Ik leg mijn wet in hun binnenste, Ik grif ze in hun hart.’ De twee stenen tafelen waarin de tien geboden door God zelf waren gegrift en die Mozes ontving op de berg Sinaï, worden vervangen door het hart van de mens. God zal zijn wet niet langer meer ergens buiten de mens opschrijven, maar zijn wet inschrijven in het hart van de mens. Deze wet van God in het hart van de mens heeft niets te maken met allerlei morele regeltjes waarvoor we angst moeten hebben. De wet van God in ons hart is eerder de oriëntatie zelf van ons hart. God heeft ons hart georiënteerd op de andere. God heeft ons hart georiënteerd op onze medemensen, maar vooral op Hemzelf, op zijn liefde.

liefdevolle ontmoeting

Voor de wet van God in ons hart, die ons hart de juiste oriëntatie geeft, gebruikt de Vlaamse mysticus Ruusbroec het mooie middeleeuwse Brabantse woord ‘minne’. ‘Minne’ duidt de liefdevolle ontmoeting tussen twee personen aan. Een ontmoeting waarbij elkaars hart geraakt en beroerd wordt. In die liefdesaanraking worden wij in al onze talenten, mogelijkheden en krachten en in heel ons wezen uitgedaagd om onszelf helemaal te verliezen in Gods liefde en tegelijkertijd om helemaal in liefde gegeven te zijn aan medemensen. 

graankorrel

Zoals een graankorrel die in de aarde van Gods liefde valt, veel vrucht voortbrengt om de wereld te voeden. Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u als de graankorrel niet in de aarde valt blijft hij alleen; maar als hij sterft brengt hij veel vrucht voor.’ Jezus vervolgt: ‘Wie zijn leven bemint verliest het.’ Wie enkel zichzelf bemint en niet zijn medemens zal nooit ten volle openbloeien. In die zin verliest de mens zijn leven. Het hart dat niet georiënteerd is op de andere verschrompelt. Een mens die enkel zichzelf bemint, die op zichzelf betrokken is of die steeds opnieuw bezig is met zijn eigen zaken zal alleen blijven. Wanneer een mens zo ‘alleen’ blijft, dan wordt hij ongelukkig. 

In de liefde tot de andere daarentegen zit het geluk verscholen. In de naastenliefde tot het uiterste zit het volle geluk. De graankorrel moet inderdaad in de aarde sterven. Dit is de weg die Jezus ons toonde toen zijn uur van passie gekomen was.

schoonheidsideaal

Deze christelijke levenswijsheid van de graankorrel wordt in onze samenleving vlug vergeten. Gods wet in ons hart wordt soms heel subtiel vervangen door wetten van buitenaf. Het hedendaagse schoonheidsideaal is zo’n subtiele wet van buitenaf, die een (valse) belofte van geluk in zich draagt. De buik, de billen, de borsten, de neus, de rimpels worden allemaal met plastische chirurgie bijgewerkt in het nastreven van een schoonheidsideaal. Maar zal dit de mens echt blijvend gelukkiger maken, wanneer hij voor de spiegel staat en er vijftien jaar jonger uitziet? Heel waarschijnlijk – en psychologen bevestigen dit – brengt dit een kortstondig geluk. Tot men, opnieuw staande voor de spiegel, iets anders aan zijn lichaam ontdekt dat niet aan dat ideaal beantwoordt. 

Het is gevaarlijk om – zoals Narcis – steeds voor de spiegel te staan om zichzelf te bekijken, te bewonderen en te beoordelen. Niet alleen zal men het diepe menselijke geluk niet vinden, erger nog: ‘Wie zijn leven bemint, zal het verliezen.’ In plaats van zichzelf te bewonderen is het beter om ‘in de spiegel van de liefde’ te kijken. We zullen dan zien welke medemens we vandaag kunnen beminnen.

Goede God, beroer en raak ons hart met Uw liefde en grif Uw wet van liefde in ons hart opdat wij onze medemensen zouden kunnen beminnen met geheel ons hart, geheel onze ziel en geheel ons verstand. Amen.