Koning van de barmhartigheid | weekend 19-20 november
Het volk stond toe te kijken naar Jezus op het kruis, maar de overheidspersonen lachten Hem uit en zeiden: ‘Anderen heeft Hij gered; laat Hij zichzelf eens redden, als Hij de Messias van God is, de uitverkorene!’ De soldaten brachten Hem zure wijn, en ook zij voegden Hem spottend toe: ‘Als Gij de koning der Joden zijt, red dan uzelf.’
Boven Hem stond als opschrift in Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters: ‘Dit is de koning der Joden.’ Ook één van de misdadigers die daar hingen, hoonde Hem: ‘Zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons.’ Maar de andere strafte hem af en zei: ‘Heb zelfs jij geen vrees voor God, terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat? En wij terecht, want wij krijgen wat we door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan.’ Daarop zei hij: ‘Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt.’ En Jezus sprak tot hem: ‘Voorwaar, Ik zeg u: Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.’ (Lucas 23,35-43)
Wereldse koningen en de overheid zouden rechtvaardig moeten zijn. Iedereen gelijk voor de wet en de wet gelijk voor iedereen. Jezus is echter geen aardse koning en zijn koninkrijk niet van deze wereld. Hij is wel ‘de koning van de barmhartigheid’!
De overvloed van Jezus’ barmhartigheid blijkt ook uit bovenstaande evangelielezing. De misdadiger die samen met hem gekruisigd wordt en in zijn hoogste nood zich tot Jezus keert, mag rekenen op zijn barmhartigheid. ‘Voorwaar’, zegt Jezus,’ vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs.’ Op een heel barmhartige wijze wil Jezus, ondanks zijn zware fouten in het leven, de misdadiger nabij zijn en hem het paradijs binnenleiden.
Als Jezus barmhartigheid geldt voor zware misdadigers, hoeveel te meer voor ons gewone mensen, die een leven van vallen en opstaan leiden. Ook ieder van ons wil Hij binnenleiden in zijn paradijs. Maar – en dat is de beslissende vraag – durven wijzelf ons tot Hem keren en vertrouwen op zijn barmhartigheid? Of willen we het binnentreden in het paradijs helemaal zelf in handen hebben?
Eigen paradijs
Zonder een beroep te doen op de barmhartigheid van Jezus, zijn wij drukdoende bezig met het eigenhandig uitbouwen van een eigen paradijs, met burn-out tot gevolg. Eén van de nieuwe vormen van burn-out is de ‘parentale burn-out’: een burn-out die ouders treft. Tot twaalf procent van de ouders kampt met een zogenoemde parentale burn-out. Vooral vrouwen worden getroffen door een parentale burn-out; door een emotionele uitputting bij het opvoeden van kinderen.
Vroeger zat de vrouw aan de haard. Vandaag ambieert ze een carrière, wil ze een goede echtgenote en moeder zijn én wil ze tijd voor zichzelf. De idealen liggen hoog, zeer hoog. Want men wil het aards paradijs zelf scheppen voor het gezin, voor de kinderen en voor zichzelf.
Zo willen ouders allemaal dat hun kinderen het goed doen op school én gelukkig staan in het leven. Alles hebben ze daarvoor over. Tegelijkertijd gaat er heel veel energie op aan het werken aan een eigen carrière en aan maximale zelfontplooiing.
Allemaal factoren die de stress in het gezin en het individuele leven verhogen. En de één is al beter bestand tegen die stress dan de andere. Bijgevolg 1 op 10 ouders gaat aan die stress in het gezin onderuit.
Gods barmhartigheid
In zulk een situatie geeft juist Gods barmhartigheid uitzicht. Want Gods barmhartigheid veronderstelt dat men in het leven als mens mag mislukken – zoals de misdadiger aan het kruis totaal in zijn leven was mislukt.
Ook al mislukt men totaal in het leven, in het uitbouwen van een beroepscarrière, in het opvoeden van de kinderen, in het uitbouwen van een gelukkig en stabiel gezin; Gods barmhartigheid houdt in dat Hij niemand loslaat. Gods barmhartigheid houdt in dat Hij de mens nabij blijft. Dat Hij ieder mens – in de meest moeilijke momenten van het leven – nabij blijft, als een barmhartige Vader. Jezus openbaarde met geheel zijn leven God als een barmhartige Vader.
Het paradijs is dat God in zijn liefde en barmhartigheid de mens nooit loslaat of laat vallen, vandaag niet, morgen niet, in eeuwigheid niet. Want Gods koninkrijk – dat Jezus is komen brengen – is een rijk van barmhartigheid.
Goede God, noch succes, noch mislukking waren voor Jezus het belangrijkste in zijn leven, maar wel Uw onvoorwaardelijke barmhartigheid. Leer ons mild omgaan met onze eigen ambities, opdat ons hart zacht en barmhartig mag blijven voor onze naasten, heel dichtbij. Amen.