Klein geloof, grote daden | weekend 1-2 oktober
De apostelen zeiden nu tot Jezus: ‘Geef ons meer geloof.’ De Heer antwoordde: ‘Als ge een geloof had als een mosterdzaadje, zoudt ge tot die moerbeiboom zeggen: Maak uw wortels los uit de grond en plant u in de zee, en hij zou u gehoorzamen.’ (Lucas 17,5-6)
Op het eerste zicht is bovenstaand evangeliewoord van Jezus ongeloofwaardig. We zouden onszelf deze spectaculaire vertoning nog niet al te vlug zien nadoen.
Betekent dit dat ons geloof nog kleiner is dan een mosterdzaadje? En dit is al het allerkleinste zaadje van alle zaden!
Toch doen gelovige mensen in het leven soms heel spectaculaire dingen. Ook al komen deze zaken, hoe spectaculair ze ook zijn, nooit in de krant. Neen, deze zaken komen we meestal te weten op het einde van het leven, wanneer iemand gestorven is en wanneer de balans van het leven wordt opgemaakt.
Dan horen we vertellen hoe iemand tientallen jarenlang zijn hulpbehoevende vader of moeder intens verzorgd heeft. Of we horen van een moeder vertellen hoe ze vroeger nachtenlang is opgebleven voor één van haar zieke kinderen. Of hoe ouders vroeger bittere armoede hebben gekend; en hoe ze heel creatief van alles ondernomen hebben om hun eigen waardigheid en vooral de waardigheid van de kinderen te behouden in die moeilijke armoedige situatie. Of hoe er in de familieruzies en onenigheid geweest zijn; maar ook hoe één van de partijen jarenlang onrecht heeft aanvaard, om op die manier de verzoening terug mogelijk te maken. Of hoe ouders, alles, maar dan ook alles voor over hadden om hun kinderen te laten studeren, opdat zij het beter zouden hebben.
Wanneer we dit soort verhalen, in alle bescheidenheid, horen vertellen naar aanleiding van het sterven van een geliefde, dan komt onwillekeurig de vraag naar boven: “Hoe hebben zij dit kunnen volhouden? Hoe hebben zij dit tot een goed einde kunnen brengen?” Zonder geloof zijn deze dingen moeilijk te verklaren.
Want vroeg of laat geraken wij allen ten diepste ontmoedigd in een bepaalde situatie.
Het duurt toch zo lang eer de oplossing zich aandient. Waar halen wij dan de kracht vandaan om toch maar verder te blijven doen? Om toch maar de goede weg verder te blijven bewandelen? Dit kan alleen maar als er een geloof aanwezig is, zo groot of zo klein, als een mosterdzaadje. Een geloof dat voldoende groot is om één dag verder te gaan. En opnieuw een volgende dag. Daarna weer een volgende dag. En zo maar verder, dag na dag.
Als wij dan op het einde, na al die dagen terugkijken, dan moeten we post factum vaststellen dat het geloof niet groter dan een mosterdzaadje ons spectaculaire dingen heeft doen doen. Veel spectaculairder dan het zich in zee werpen van een moerbeiboom. Vanuit het geloof, dat ons de kracht geeft om telkens één dag verder te gaan, kunnen wij mensen werkelijk bergen verzetten.
Dit geldt in het bijzonder als het om vrede gaat. Ogenschijnlijk wordt de roep om vrede telkens opnieuw door oorlogstaal en oorlogsgeweld in de kiem gesmoord. Maar in feite moeten we deze gedachte omkeren. Hoe groot, hoe massaal, hoe vernietigende oorlogen vaak zijn, nooit heeft een oorlog het verlangen naar vrede kunnen vernietigen. Ook al staat bijvoorbeeld de Russische propagandamachine in de oorlog met Oekraïne geen minuut stil. Midden in het geweld van een oorlog, lijkt het verlangen naar vrede op een mosterdzaadje: klein, onbeduidend, van weinig waarde. Toch vinden mensen van beide kanten in soms zeer moeilijke omstandigheden de kracht om aan vrede en verzoening te blijven werken.
Is dit niet de vervulling van het woord van Jezus, dat zegt: “Mijn vrede geef Ik u”.
De vrede die de Heer ons geeft, is geen eindtoestand van een conflict-loze wereld. Maar de vrede van de Heer is juist een begintoestand, in een wereld en samenleving vol conflicten. Ondanks oorlog en geweld in de wereld zijn er mensen die de vrede in hun hart bewaren, om vandaaruit te werken aan een andere, vredevollere wereld.
Goede God, geef mij het geloof niet groter dan een mosterdzaadje,
voldoende groot om elke dag opnieuw te beginnen
en te blijven geloven in de goedheid van medemensen
en in de verzoening van mensen,
uit elkaar gedreven door oorlog en geweld. Amen.