Kerkwijdingsfeest van de Basiliek van Sint-Jan van Lateranen | weekend 8-9 november

Kort voor het Joodse pesachfeest reisde Jezus naar Jeruzalem. Daar trof Hij op het tempelplein de handelaars in runderen, schapen en duiven aan, en de geldwisselaars die daar altijd zaten. Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de tempel uit, met hun schapen en runderen. Hij smeet het geld van de wisselaars op de grond,
gooide hun tafels omver en riep tegen de duivenverkopers: ‘Weg ermee! Jullie maken een markt van het huis van mijn Vader!’ Zijn leerlingen dachten aan wat er geschreven staat: ‘De hartstocht voor uw huis zal Mij verteren.’ Maar de Joden vroegen: ‘Met welk teken kunt U bewijzen dat U dit mag doen?’ Jezus antwoordde hun: ‘Breek deze tempel maar af, en Ik zal hem in drie dagen weer opbouwen.’ ‘Zesenveertig jaar heeft de bouw van deze tempel geduurd,’ zeiden de Joden, ‘en U wilt hem in drie dagen weer opbouwen?’ Maar Hij sprak over de tempel van zijn lichaam. Na zijn opstanding uit de dood herinnerden zijn leerlingen zich dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrift en alles wat Jezus gezegd had. (Johannes 2, 13-22)
Gods goedheid en welwillendheid afkopen
Vandaag ontmoeten we Jezus in het evangelie die zich hevig ergerde aan de commerciële sfeer in de tempel, het was een marktplaats geworden. Hij ergerde zich niet alleen over de handel op het kerkplein, maar over de manier waar het bidden en loven voor God plaatsvond in de tempel. Men wilde Gods goedheid en welwillendheid afkopen met het brengen van allerlei offers. Ook zag Jezus weinig of geen mensen uit de tempel komen die door de ontmoeting met God geïnspireerd of begeesterd werden om als gelovige te leven. Het feest van de kerkwijding van de basiliek van Sint-Jan van Lateranen, de bisschopskerk van paus Leo XIV, nodigt ons uit om na te denken rond ons eigen kerkgebouw.
Verbondenheid vieren
Onze kerken zijn plaatsen waar we God mogen ontmoeten, waar we ons laten inspireren door de boodschap van Jezus, waar we onze verbondenheid vieren. Een verbondenheid die ook zichtbaar mag zijn in het leven van elke dag. Het is ook een gelegenheid om ons af te vragen: is het voor ons een plaats van stilte en gebed, van een ontmoeting met de levende Heer? Durven wij nog te knielen, bewaren wij de heilige stilte van dit huis van God met zijn mensen? Dragen wij zorg voor Gods huis? Betreden we het meer eerbied? Het feest vandaag is geen feest van stenen, maar een feest van mensen die de levende bouwstenen zijn in de Kerk vandaag. Ooit vroeg de Amerikaanse president in een toespraak aan zijn volk: “Vraag niet alleen wat het land voor jou kan doen, maar wat jij kunt doen voor je land ?” Misschien kunnen we dat ook op de Kerk toepassen: “Vraag niet wat de Kerk voor jou kan doen, maar wat jij kunt doen voor de Kerk?”
Levende steen
Ieder van ons is geroepen om een levende steen te zijn aan de opbouw van Gods Kerk, ook in deze tijd van leegloop en nevenbestemmingen. Een “levende steen zijn” betekent niet zomaar toeschouwer zijn in de Kerk, maar mee-drager, mee-bouwer zijn. Het gaat niet “over iets groot doen” maar over leven van ons geloof, onze liefde onze inzet. Een wordt pas bruikbaar als hij bewerkt wordt. Zo laat een mens zich vormen door God, in gebed en stilte, door het luisteren naar Zijn Woord, door het vieren van de eucharistie, door dienstbaar te zijn voor de kleinsten en de zwaksten in ons midden. Laten we bidden dat we levende stenen blijven, stevig verbonden met de hoeksteen die Christus zelf is. Dat we niet alleen vragen wat de Kerk ons geeft, maar met vreugde bijdragen aan haar groei.
Goede God, zegen de gemeenschap van gelovigen
die waar ter wereld ook samenkomt
om eensgezind tot U te bidden.
Geef dat wij uw woord in ons hart bewaren
en liefdevol broederlijk delen met elkaar.
Wees Gij de vaste grond
waarop wij veilig door het leven gaan,
verbonden met heel de kerk en alle gelovigen overal ter wereld.
diaken Julien Beckers