Kennis van goed en kwaad | weekend 29 februari-1 maart
Van alle dieren, die Jahwe God gemaakt had, was er geen zo sluw als de slang. Ze zei tot de vrouw: `Heeft God werkelijk gezegd dat u van geen enkele boom in de tuin mag eten?’ De vrouw zei tot de slang: `Wij mogen wel eten van de vruchten van de bomen in de tuin.
God heeft alleen gezegd: Van de vruchten van de boom die midden in de tuin staat moogt ge niet eten; gij moogt ze zelfs niet aanraken; anders zult gij sterven.’ Maar de slang zei tot de vrouw: ‘U zult helemaal niet sterven! God weet dat uw ogen open zullen gaan als u eet van die boom, en dat u dan gelijk zult worden aan God, door de kennis van goed en kwaad.’ Toen zag de vrouw dat het goed eten was van die boom, en dat hij een lust was voor het oog, en hoe aantrekkelijk het was er inzicht door te krijgen. Zij plukte dus een vrucht en zij at ervan; zij gaf er ook van aan haar man, die bij haar stond, en ook hij at ervan. Nu gingen hun beiden de ogen open en zij ontdekten dat zij naakt waren. (Genesis 3,1-7)
Als er één verhaal uit de Bijbel tot de verbeelding spreekt dan is dit toch wel het verhaal van Adam en Eva, die in de appel bijten. Dit verhaal heeft vele kunstenaars geïnspireerd, niet in het minst vele schilders. Zij allen staan, voordat ze aan hun kunstwerk beginnen, voor de volgende vraag: “Hoe oud zouden Adam en Eva geweest zijn toen zij in die appel beten? Wat was hun leeftijd?”
Als we naar afbeeldingen in een kinderbijbel kijken, dan zien Adam en Eva er toch wel heel erg jong uit: jonge tieners. Of waren Adam en Eva niet eerder twintigers of dertigers? Of moeten zij niet afgebeeld worden op leeftijd, met grijzend haar? Een exacte leeftijd voor Adam en Eva geeft het Bijbelverhaal niet. Wel deze aanduiding: “Toen ze in de appel beten; gingen hun ogen open en zagen ze dat ze naakt waren.”
Wanneer ontdekt nu een mens zijn eigen naaktheid, niet in lichamelijk zin van het woord, maar in geestelijke zin? Hoe oud is een mens, wanneer hij in geestelijke zin begint de ontdekken dat hij naakt is? Dat hij als mens klein en kwetsbaar is, onmachtig tot het goede. Dat hij zondig is en het kwaad niet enkel buiten hemzelf ligt, maar een deel is van zijn eigen leven en bestaan. Hoe oud is een mens wanneer hij gaat beseffen dat ook hij niet vrij is van hebzucht, eerzucht of heerszucht? Hoe oud is een mens wanneer hij – na het bijten in de appel – de kennis verwerft in goed en kwaad? En ontdekt dat hij niet altijd bij machte is om in alle omstandigheden het goede te doen.
Goede God, Gij hebt ons kennis en inzicht gegeven in goed en kwaad. Naar mate een mens wijzer wordt ontdekt hij zijn geestelijke naaktheid: de bekoring tot hebzucht, eerzucht of heerszucht. Geef ons de kracht om onze zwakheden te overwinnen en niet op deze bekoringen in te gaan. Amen.