Jona en de walvis
Voor kinderen tot 7 jaar
Maak de tekening compleet door de nummers met elkaar te verbinden. Klik hier om de tekening te downloaden.
Ken je het verhaal over Jona die door een walvis werd opgegeten en zo werd gered door God?
Het is een verhaal uit het Oude Testament. Dit is het eerste deel van de Bijbel, waarin verhalen te vinden zijn van vóór de geboorte van Jezus.
Klik hier om de afbeelding te downloaden en te printen. Dan kun je de nummers met elkaar verbinden en daarna de tekening inkleuren.
Jona was een profeet. Dat is iemand die boodschappen van God doorgeeft.
God vroeg aan Jona om naar het volk van Ninevé te gaan om hen te waarschuwen, dat God hun stad na veertig dagen zou verwoesten als ze hun levensstijl niet zouden veranderen. Ninevé was een grote stad in het Assyrische rijk. De Assyriërs stonden erom bekend strijdlustig en machtig te zijn. Jona zag het helemaal niet zitten om daar naartoe te gaan. Hij dacht dat God ook niet werkelijk de stad zou vernietigen aangezien hij van mensen houdt. Jona ging aan boord van een schip dat een andere kant op ging. Eenmaal op zee begon het hevig te stormen. De bemanningsleden waren erg bang. Maar Jona niet; hij lag rustig te slapen. De kapitein maakte hem wakker en vroeg hem net als de anderen te gaan bidden. Jona bleef liever liggen slapen. De storm werd nog heviger en het leek erop dat het schip in tweeën zou breken. Jona vertelde wat er aan de hand was, dat hij niet gehoorzaam was aan God. Hij stelde voor dat ze hem van boord zouden gooien, maar daar wilde de kapitein niets van weten. Toen het nog harder ging stormen , bedacht hij zich niet langer en gooide Jona overboord. Direct ging de storm liggen. Jona zonk naar beneden. Hij was doodsbang en bad tot God. Daarop kwam een walvis die hem levend opslokte. Drie dagen en nachten bleef Jona in de buik van de grote vis zitten. God luisterde naar de gebeden van Jona en begreep dat hij spijt had. God zorgde ervoor dat de walvis Jona op het strand uitspuugde.
Opnieuw gaf God Jona de boodschap naar Ninevé te gaan. Ditmaal gehoorzaamde Jona. De mensen van Ninevé luisterden naar hem en ging onmiddellijk anders leven. God zag dit en vernietigde de stad niet. Jona begreep niet waarom God niet liet zien hoe machtig hij was en waarom Hij niet het volk strafte. Jona was hierom boos en zei God, dat hij bereid was te sterven. Hij ging buiten de stad zitten in de brandende zon. God liet een plant groeien die voor schaduw zorgde. Jona voelde zich niet meer zo ongelukkig. De volgende dag stierf de plant en opnieuw zat Jona in de brandende zon. Weer werd Jona boos. Nu omdat de plant dood was. God vroeg hem waarom hij boos was om een plant die hij niet eens zelf had laten groeien, dood ging. Hij maakte Jona duidelijk dat Hij zich net zo voelde voor de onschuldige mensen en dieren in Ninevé. Eindelijk begreep Jona hoeveel God van Zijn wereld houdt.