In kwetsbaarheid … hoop! | weekend 28-29 november

Zoals het ging in de dagen van Noach, zo zal het gaan bij de komst van de Mensenzoon.  

Zoals toch de mensen in de dagen voor de zondvloed doorgingen met eten en drinken, met huwen en ten huwelijk geven, tot op de dag, waarop Noach de ark binnenging, en zij niets vermoedden, totdat de zondvloed kwam en allen wegrukte: zo zal het ook gaan bij de komst van de Mensenzoon. Dan zullen er twee op de akker zijn: de een wordt meegenomen, de ander achtergelaten; twee vrouwen zullen met de molen aan het malen zijn: de een wordt meegenomen, de andere achtergelaten. Weest dus waakzaam, want gij weet niet op welke dag uw Heer komt. (Matteüs 24,37-42)

De kracht van hoop

Tijdens de Advent van vorig jaar maakten we ons klaar om met Kerstmis het jubeljaar Pelgrims van Hoop in te stappen. We openden onze ogen, oren, handen en hart voor Jezus, Gods geschenk van hoop voor mens en wereld. En die weg ging verder: in de veertigdagentijd zochten we naar de fundamenten van onze christelijke hoop; in de paastijd deelden we op kleurrijke schakels wat wij als tekenen van hoop ervaren. Als we iets hebben ontdekt, is het misschien wel dat onze christelijke hoop krachtig is en kwetsbaar tegelijk. Ze is krachtig: hoop kan mensen bezielen en optillen! Maar ze is ook kwetsbaar: het zit vaak in kleine, broze dingen. Wie wil kan het afdoen als naïef en wereldvreemd. De hoop is krachtig en kwetsbaar tegelijk. We kunnen het zelfs als volgt formuleren: we moeten eerst onze kwetsbaarheid erkennen … vooraleer we de kracht van de hoop kunnen ervaren!

Kwetsbaarheid onder ogen zien

Dat is de weg die we tijdens deze Advent willen gaan. Onze broosheid en kwetsbaarheid eerlijk onder ogen zien, ze erkennen en zelfs ze omarmen! En de voornaamste reden hiertoe is dat God zelf onze menselijke kwetsbaarheid omarmt door als een weerloos Kind tussen ons te komen wonen! Waarom zouden wij dan aarzelen om onze broosheid te aanvaarden? En dan zijn we klaar om met Kerstmis Christus als Gods teken van hoop te ontvangen.

Leven in Gods Licht

In het Evangelie vertelt Jezus over twee mensen die ogenschijnlijk hetzelfde werk doen, maar blijkbaar toch op een andere manier: de ene gaat volledig op in het aardse, de andere staat waakzaam in het leven en is aandachtig voor de diepere werkelijkheid. Jezus besluit: “Weest ook gij dus bereid, omdat de Mensenzoon komt op het uur waarop gij het niet verwacht.”
Hoe gaan wij om met de broosheid van het leven? Erkennen we onze kwetsbaarheid en richten wij ons vervolgens tot God? “Ik kan het niet, God, maar U kan het wel doorheen mij!”
Hoe gaan wij om met onze minderheidspositie als christenen in deze tijd? Klampen we ons met heimwee vast aan het verleden? Of durven we alle aanspraken op macht en invloed loslaten en broos en kwetsbaar getuigen van de hoop die in ons leeft, als een dienst aan het geluk van onze medemensen? Ja, het is goed dat het weer Advent is en dat wij mogen bidden: kom, Heer Jezus, kom! 

God van Advent, God die naar ons toekomt,
midden in ons kwetsbare bestaan 
schept U een nieuw begin.
Laat ons die veerkracht omarmen,
zodat uw licht doorheen onze zwakheid kan stralen,
als Bron van hoop en nieuw leven. Amen.

deken Luc Herbots