Goed én gek | weekend 9-10 november

laatste centen – dekenaat Genk

Jezus ging in de tempel tegenover de offerkist zitten en keek toe, hoe het volk koperstukken daarin wierp, terwijl menige rijke er veel in liet vallen. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee penningen, ter waarde van een cent in wierp.

Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak: “Voorwaar, Ik zeg u: die arme weduwe heeft het meest geofferd van allen die iets in de offerkist wierpen; allen wierpen ze er iets in van hun overvloed, maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest.” (Marcus 12, 41- 44)

Wél goed maar niet gek

‘Ik ben wel goed, maar niet gek.’ Die uitspraak horen we nogal eens. En heel dikwijls heeft degene die het zegt gelijk. Kijken we naar de arme weduwe uit het evangelie van vandaag. Zij geeft haar laatste centen aan de tempel. Ook dan zeggen we allemaal: dat is toch te gek voor woorden, die arme vrouw moet eerst aan zichzelf denken. En iedereen die dat zegt, heeft ook nog een beetje gelijk, tenminste in onze gewone manier van denken. Maar het evangelie geeft ons de weduwe als voorbeeld, niet om te zeggen : zo moet iedereen het doen, maar wel om ons aan het denken te zetten. Er zijn in ons leven soms situaties waarin je een beetje gek moet zijn om goed te zijn. Er zijn situaties waarin je je hart moet laten spreken, ook al zegt je verstand: hier hoef je niets te doen, of: het is niet verstandig dat je dat doet. Ik denk aan die vrouw die elke dag opnieuw zorgt voor haar invalide buurman. Haar kinderen zeiden wel eens: “Ma, je bent gek dat je dat doet, hij heeft toch ook kinderen, ze maken misbruik van je goedheid”. Meestal zei ze niets en dacht bij zichzelf: “Ze hebben wel gelijk, maar ik kan die man toch niet laten vallen, hij rekent op mij”. 

Solidariteit

Ook vandaag rekenen vele mensen die geconfronteerd worden met armoede, op onze solidariteit en op ons delen. Het spreekwoord zegt dat geld niet gelukkig maakt, maar ik vrees dat géén geld meestal ongelukkig maakt. De vrouw uit het evangelie werpt twee penningen in de offerkist bij de ingang van de tempel. Zoals zo dikwijls moeten wij als we het evangelie lezen of horen ons afvragen: waar staan wij in dit verhaal? Zijn wij de rijken die een klein beetje van onze overvloed aan de armen geven, of zijn we de doodarme weduwen die het weinige dat zij bezitten zonder meer weggeven? Of zijn we zoals de Schriftgeleerden in het evangelie, die elke gelegenheid te baat nemen om zichzelf te verrijken op de kop van de armen. Het is goed dat we onszelf soms wel eens bevragen vanuit het evangelie.

Goede God, 
tot uw eer offerde de weduwe alles waar ze van moest leven.
Breng ons tot de overtuiging dat alles wat mensen geven in uw ogen kostbaar is. 
Amen.

diaken Julien Beckers