Eten en drinken in de vasten | weekend 28-29 maart
Daaronder is een evangelie als tekst te lezen.
Zodra Martha hoorde dat Jezus in aantocht was, ging zij Hem tegemoet. Maria echter bleef thuis. Marta zei tot Jezus: ‘Heer, als Gij hier waart geweest, zou mijn broer niet gestorven zijn. Maar ik ben er zeker van dat God u zal geven wat Gij Hem vraagt.’
Jezus zei haar: ‘Uw broer zal verrijzen.’ Marta hernam: ‘Ja, dat weet ik. Hij zal verrijzen op de laatste dag.’ Jezus zei haar: ‘Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven. En ieder die leeft en gelooft in Mij, zal in eeuwigheid niet sterven. Gelooft gij dit?’ Ze zei tot Hem: ‘ja, Heer, ik geloof! Gij zijt de Messias, de Zoon van God, die in de wereld komt.’ Hierop ging zij naar huis om haar zuster te roepen. (Joh. 11.20-28)
Tijdens de veertigdagentijd vasten christenen. Toch valt het op hoe weinig ‘eten en vasten’ kenmerkend is voor een christen, zeker in vergelijking met joden en moslims. De religieuze diversiteit in de samenleving nodigt uit tot nadenken over onze eigen tradities, onder meer omtrent vasten.
De joden hebben duidelijke eetgewoonten. De spijswetten uit de Thora, de Joodse Wet, bepalen welke dieren rein en welke onrein zijn, wat gegeten mag worden en wat niet. Zich aan deze regels houden ziet de gelovige jood als een volgen van Gods wil. In een joodse keuken mogen melk en vlees niet met elkaar in aanraking komen. Melk is een symbool van nieuw leven, vlees van de dood. Leven en dood mogen niet met elkaar vermengd worden. Eten en eten klaarmaken heeft voor joden een uitgesproken religieus karakter.
De moslims hebben hun ramadan. Tijdens deze heilige maand onthouden ze zich van zonsopgang tot zonsondergang van eten en drinken. Tegelijk is dit een periode van bezinning, waarin solidariteit met de armen speciale aandacht krijgt. Dit vasten is geen individualistisch gebeuren, maar heeft een sterke gemeenschapsdimensie. Want na zonsondergang eet men samen. Het onderhouden van de ramadan is een belangrijk kenmerk van de islamitische identiteit. Het is zelfs één van de vijf zuilen van de islam.
Hoe is dat bij ons, christenen? In vergelijking met joden en moslims valt op hoe weinig het eten en vasten identiteit verleent aan een christen. In het Nieuwe Testament komen geen voedingsregels voor en de kerkelijke voorschriften inzake vasten en onthouding zijn uitermate ruim geworden. Het christendom is geen godsdienst van eten en drinken, maar een godsdienst van een persoon, namelijk: Jezus Christus.
Daarover gaat ook de evangelielezing van deze vijfde zondag in de vastentijd.
In zijn gesprek met Martha zegt Jezus: “Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven en ieder die leeft in geloof aan Mij zal in eeuwigheid niet sterven.”
Goede God, in deze veertigdagentijd mogen we onze verbondenheid met Jezus Christus, uw Zoon verdiepen. Want Hij is voor ons de Weg, de Waarheid en het Leven. Wie in Hem gelooft zal de blijvende dood niet kennen, maar eeuwig leven. Amen.