Effeta: ga open | weekend 4-5 september
Uit de streek van Tyrus vertrokken, begaf Jezus zich over Sidon naar het meer van Galilea, midden in de streek van Dekapolis. Men bracht een dove bij Hem, die ook moeilijk kon spreken en smeekte Hem dat Hij deze de hand zou opleggen.
Jezus nam hem terzijde buiten de kring van het volk, stak hem de vingers in de oren en raakte zijn tong met speeksel aan. Vervolgens sloeg Jezus zijn ogen ten hemel op, zuchtte en sprak tot hem: “Effeta”, wat betekent: Ga open. Terstond gingen zijn oren open en werd de band van zijn tong losgemaakt, zodat hij normaal sprak. Hij verbood hun het aan iemand te zeggen; maar met hoe meer nadruk Hij dat verbood, des te luider verkondigden zij het. (Marcus 7,31-36)
Tijdens een doopviering wordt er een heel mooi gebed gebeden. Dit gebed heet het effeta-gebed. ‘Effeta’, het is een heel vreemd woord, maar met een heel rijke inhoud. Het komt uit het Aramees, de taal die Jezus sprak, en het betekent ‘Ga open’. Het zijn de woorden die Jezus sprak tegen de doofstomme.
Sociaal isolement
Jarenlang leefde deze man in een soort isolement, omdat hij niet kon horen of spreken. Doofstom zijn is een grotere handicap dan men vaak denkt. Omdat het een mens afsluit van het gesprek en van de normale omgang die er tussen mensen bestaat. Jezus gaf tegelijkertijd de man de mogelijkheid om ten volle binnen te treden in de gemeenschap van mensen.
‘Effeta – ga open’ betekent dan: kom ten volle open voor jouw medemensen en wees ten volle open en ontvankelijk voor wat er rondom jou gebeurt. In het effeta-gebed bidden we dat God het kindje, dat gedoopt wordt, de kracht geeft om ten volle open te komen voor de samenleving. Zo bidt de priester of diaken in de doopviering:
“God, onze Vader, wij bidden U:
wek dit kindje tot het volle leven.
Gij hebt het oren gegeven om te horen en oogjes om te zien.
Moge het leren luisteren naar de mensen en naar U.
En oog krijgen voor al wat schoon is in de wereld.”
Luisterend oor bieden
Echt leren luisteren, is dit geen opdracht van ieder van ons elke dag opnieuw? Het is bijvoorbeeld moeilijk om de klacht van een zieke voor de zoveelste maal te aanhoren.
Het is moeilijk wanneer je overtuigd bent van het eigen gelijk, om zorgvuldig naar de argumenten van anderen te blijven luisteren. Het is moeilijk om naar een vraag van een medemens te luisteren, als die vraag al mijn plannen doorkruist. Het is moeilijk om geduldig naar kinderen en jonge pubers te luisteren, als je vermoeid van het werk terugkomt. Het is moeilijk naar een collega op het werk te luisteren, met wie je recent nog een conflict hebt gehad.
Kortom, heel vaak zijn wij doof geworden. Wij zijn doof geworden voor het verhaal van medemensen, voor de klacht van anderen, voor hun noodoproep. Zoals bij een doofstomme, hebben wij ditmaal onszelf, afgesloten voor wat er in de wereld en rondom ons gebeurt. Op die momenten is het effeta-gebed in ons leven meer dan nodig.
Goede God, breek Gij mij open, opdat ik niet verstrikt geraak in het kringetje van mezelf. Dat ik niet op mezelf betrokken ben, maar een grote openheid blijf behouden voor het leven, de pijn en de vreugde, de hoop en het verdriet van medemensen rondom mij. Amen.