Een feestje bouwen? | weekend 30-31 augustus

Toen Jezus op een sabbat het huis van een van de voornaamste farizeeën binnenging om de maaltijd te gebruiken, hielden zij Hem voortdurend in het oog. Daar Jezus opmerkte, hoe de genodigden de voornaamste plaatsen aan tafel uitzochten, hield Hij hun de volgende gelijkenis voor: ‘Wanneer gij door iemand op een bruiloft wordt genodigd, ga dan niet aanliggen op de voornaamste plaats.
Het zou kunnen zijn, dat er door hem iemand is uitgenodigd die voornamer is dan gij, en dat degene die u en hem genodigd heeft u komt zeggen: Sta uw plaats aan hem af. Dan zoudt ge vol schaamte de minste plaats moeten innemen. Maar ga, wanneer ge ergens genodigd wordt, op de minste plaats aanliggen. Als degene die u heeft uitgenodigd dan komt, zal hij u zeggen: Vriend, ga wat hoger op. Zo zal u een eer te beurt vallen in het oog van allen die met u aanliggen. Want al wie zichzelf verheft zal vernederd, en wie zichzelf vernedert, zal verheven worden.’ Hij zei ook nog, nu tot zijn gastheer: ‘Wanneer gij een middag of een avondmaal geeft, nodig dan niet uw vrienden, broers en bloedverwanten uit en ook geen rijke buren. Het zou kunnen zijn, dat zij op hun beurt u uitnodigen en gij het dus terugkrijgt. Maar als ge een gastmaal geeft, nodig armen, gebrekkigen, kreupelen en blinden uit. Gelukkig zult ge zijn, omdat zij het u niet kunnen vergelden. Het zal u vergolden worden bij de opstanding van de rechtvaardigen.’ (Lucas 14, 1.7-14)
In het evangelie van dit weekend geeft Jezus ons een heel wijze raad:
“Wanneer je ergens genodigd wordt, neem dan niet meteen de belangrijkste plaats in, want wie zichzelf verheft zal vernederd worden en wie zich vernedert zal verheven worden.” Heel wat mensen krijgen er in het evangelie van langs, omdat ze de belangrijkste plaats willen hebben.
De postjesjagers
We herkennen dit evangelie ook nog wel in de samenleving van vandaag.
Ik denk aan mensen die met de ellebogen werken naar de eerste en de beste plaats, die anderen opzij schuiven, hopend dat iedereen ze ziet. Of mensen die goed en lief zijn voor buren of vrienden, in de veronderstelling een wederdienst te krijgen. Mensen die niet in hun relatiekring passen, komen niet aan bod. Daar is toch niets aan te verdienen. Kortom, ze zijn ook vandaag nog aanwezig in de wereld: postjesjagers, graag in het oog lopende ‘weldoeners’, hoogmoedigen …
Ellenbogenwerk
Maar het is ook allemaal zo menselijk.
Wie staat niet voor de bekoring ‘iemand’ te zijn in deze wereld, in deze maatschappij, in onze Kerk? Het begint al van in de kleutertijd en het gaat verder … Als je het niet van jezelf hebt, moet je maar een steuntje gebruiken, je ellebogen desnoods. School en maatschappij, bedrijfsleven en politiek zitten soms vol ongezonde competitiegeest om maar te zwijgen van de sport. De eerste wint en is belangrijk, de anderen tellen niet meer mee. Als je arm bent, tel je vaak helemaal niet mee.
Onze eerste opdracht is de zorg voor hen die in dit leven en op deze wereld niemand zijn volgens ons, die aan de rand moeten leven. Het is ook de eerste opdracht van de Kerk. De Kerk moet kiezen voor de armsten, we zijn geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. En God is liefde, solidariteit, hartelijkheid, barmhartigheid …
Laten we daar werk van maken.
Want wie Jezus wil volgen, moet zich ook de waardemeters van Jezus eigen maken.
De kant van de kleine en eenvoudige mensen
God gaat altijd staan
aan de kant van kleine en eenvoudige mensen.
Met hen zal Hij grote dingen doen in deze wereld.
Ook Jezus werd groot door klein te worden.
Menselijke grootheid heeft iets te maken
met de oprechte bescheidenheid
en het gevoel voor verantwoordelijkheid,
die we bij Jezus vinden.
In de kleine Jezus heeft God grote dingen voor ons gedaan …
Heer onze God,
om openheid en ontvankelijkheid voor uw Woord, bidden wij.
Maak ons eenvoudig en bescheiden in onze omgang met elkaar.
Dat onze eerbied en onze zorg voor de ander
spreken van onze vreugde om Jezus, uw Zoon en onze Broeder.
Amen.
diaken Julien Beckers