Delen in onze overvloed | weekend 27-28 september

Er was eens een rijk man die in purper en fijn linnen gekleed ging en iedere dag uitbundig feestvierde, terwijl een arme, die Lazarus heette, met zweren overdekt voor de poort lag. Hij verlangde er naar zijn honger te stillen met wat bij de rijkaard van de tafel viel. Ja, zelfs kwamen honden zijn zweren likken.
Nu gebeurde het dat de arme stierf en door de engelen in de schoot van Abraham werd gedragen. De rijke stierf ook en kreeg een eervolle begrafenis. In de onderwereld, ten prooi aan vele pijnen, sloeg hij zijn ogen op en zag van verre Abraham, en Lazarus in diens schoot. Toen riep hij uit: Vader Abraham, ontferm u over mij en geef Lazarus opdracht de top van zijn vinger in water te dopen en mijn tong daarmee te komen verfrissen, want ik word door de vlammen hier gefolterd. Maar Abraham antwoordde: Mijn zoon, herinner u hoe gij tijdens uw leven uw deel van het goede hebt gekregen en op gelijke manier Lazarus het kwade; daarom ondervindt hij nu hier de vertroosting, maar wordt gij gefolterd. Daarenboven gaapt er tussen ons en u voorgoed een wijde kloof, zodat er geen mogelijkheid bestaat, zelfs als men het zou willen, van hier naar u te gaan noch van daar naar ons te komen. De rijke zei: Dan vraag ik u, vader, dat gij hem naar het huis van mijn vader wilt sturen, want ik heb nog vijf broers; laat hij hen waarschuwen, opdat zij niet eveneens in deze plaats van pijniging terecht komen. Maar Abraham sprak: Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren. (Lucas 16, 19-29)
Kloof tussen arm en rijk
Dit weekend mogen we weer een prachtig en sterk verhaal beluisteren voor mensen van alle tijden. Met in ons achterhoofd de bedenking dat het om een verhaal gaat, en niet de beschrijving is van een stuk werkelijkheid. Met enkele woorden wordt een realistische scène geschilderd. Een rijke die een feestmaal houdt, met een overvloed aan eten en drinken, en op de voorgrond een bedelaar: hongerig, broodmager, een hoopje ellende. In het evangelie zet Jezus heel sterk de kloof tussen ‘arm en rijk’ tegenover elkaar.
Wat kunnen wij eraan doen
Als we naar de wereld van vandaag kijken, zien we precies hetzelfde tafereel, net zoals in het evangelie. We zien het westen en het noorden, waar de meeste mensen leven in grote welvaart, in weelde, waar mensen soms van gekkigheid niet weten hoe ze hun geld moeten uitgeven; en daarnaast zien we het arme zuiden en oosten waar bittere armoede de mensen uitsluit, klein en kwetsbaar maakt. En het evangelie zet daar een groot bord bij: Dit is niet goed. Die kloof tussen arm en rijk is onaanvaardbaar. En de vraag: wat kunnen wij eraan doen, moet ons wakker houden, tenminste als we het evangelie serieus nemen.
Oog hebben voor de medemens
De rijke in het evangelie zit niet fout omdat hij rijk is, maar wel omdat hij alles voor zichzelf houdt en zich niets aantrekt van de bedelaar voor zijn poort. Hij ziet hem niet eens staan. Maar als een arme geen oog heeft voor de medemens, schiet hij ook tekort in de ogen van Jezus. Die boodschap komt steeds weer terug in het evangelie, dat we het leven en alles wat het leven zin en inhoud geeft, moeten delen met elkaar. Echt delen betekent eigenlijk: niet alles voor jezelf houden, maar bereid zijn met iets minder tevreden te zijn om iets meer aan een ander te kunnen geven die tekort komt. Maar verkoop dat maar eens aan de welvaartsmaatschappij. We kunnen de armoede in de wereld niet oplossen, maar we kunnen wel in kleine stapjes solidair zijn en wat van onze overvloed delen: materieel en financieel.
Goede God, behoed ons voor onverschilligheid in het leven.
Doorbreek onze zelfbetrokkenheid.
Maar maak ons hart teder en zachtmoedig voor ieder mens in nood.
Opdat de wijde kloof tussen arm en rijk kleiner zou worden. Amen.
diaken Julien Beckers